TEL AVIV – Wat gebeurt er als anderhalf miljoen mensen worden opgesloten in een piepklein, zanddroog stukje land, afgesneden van hun landgenoten en van elk contact met de buitenwereld, uitgehongerd door een economische blokkade en niet in staat hun gezinnen van voedsel te voorzien? Je zou die situatie kunnen beschrijven als een door Israël en de Verenigde Staten opgezet sociologisch experiment. Vorige week werd duidelijk wat de gevolgen zijn van zo’n experiment. Die bewijzen dat mensen precies zo reageren als andere dieren: als er te veel in ellendige omstandigheden worden samengedreven op een te klein stukje grondgebied, worden ze agressief, in het ergste geval zelfs moorddadig. Degenen in Jeruzalem, Washington, Berlijn, Oslo en andere hoofdsteden die dit experiment hebben opgezet, kunnen nu tevreden in hun handen wrijven. De slachtoffers van het experiment reageerden zoals te voorzien was. Velen van hen stierven zelfs in het belang van de wetenschap.
Maar het experiment is nog niet geheel voorbij. De wetenschappers willen onderzoeken wat er gebeurt als de blokkade nog wat strakker wordt aangetrokken.
Wat heeft de explosie van vorige week in de Gazastrook veroorzaakt? Het moment waarop Hamas besloot Gaza met geweld over te nemen was niet geheel toevallig gekozen. Er waren voor Hamas veel goede redenen om dit niet te doen. De organisatie is niet in staat de bevolking te voeden. Het is niet in haar belang de Egyptische regering te provoceren, die druk bezig is strijd te voeren tegen de Moslimbroederschap, de moederorganisatie van Hamas. Ook is het niet in het belang van Hamas om Israël een voorwendsel te verschaffen om de blokkade van de Palestijnse Autoriteit nog meer aan te scherpen.
Maar de Hamas-leiders besloten dat ze geen andere keus hadden dan de aan Fatah verbonden gewapende organisaties te vernietigen die bevelen uitvoeren van president Mahmoud Abbas. De VS hebben Israël opdracht gegeven de Fatah-organisaties van grote hoeveelheden wapens te voorzien om ze in staat te stellen Hamas te bestrijden. De Israëlische legerleiding vond dit geen goed idee en was bang dat de wapens uiteindelijk in handen van Hamas terecht zouden komen (zoals momenteel ook gebeurt). Maar de Israëlische regering besloot te gehoorzamen.
Het doel van de Amerikanen is duidelijk. President Bush heeft voor elk moslimland een plaatselijke leider uitgekozen die onder Amerikaanse bescherming dat land zal regeren en de Amerikaanse bevelen zal opvolgen. Hamas is van mening dat Bush voor deze taak in Gaza Mohammed Dahlan heeft uitverkoren. Al jaren lijkt hij te worden voorbereid voor deze taak. De media in Israël en VS zingen zijn lof en beschrijven hem als een zelfbewuste leider, ‘gematigd’ (dus gehoorzaam aan de Amerikaanse bevelen) en ‘pragmatisch’ (dus gehoorzaam aan de Israëlische bevelen). Hoe meer Amerikanen en Israëliërs hem lof toezwaaien, des te meer ondermijnen ze zijn positie onder de Palestijnen.
In de ogen van Hamas was de aanval op de Fatah-bolwerken een preventieve oorlog. De organisaties van Abbas en Dahlan smolten als sneeuw voor de Palestijnse zon. Hamas nam zonder enige moeite de hele Gazastrook over.
Hoe konden de Amerikaanse en Israëlische generaals zich zo deerlijk vergissen? Ze kunnen alleen maar in militaire termen denken: zoveel en zoveel soldaten, zoveel en zoveel machinegeweren. Maar bij binnenlandse gevechten zijn kwantitatieve berekeningen niet van zoveel belang. Veel belangrijker zijn het moreel van de strijdende partijen en de gevoelens van het grote publiek. De leden van de aan Fatah gelieerde organisaties weten niet waarvoor ze vechten. Maar de bevolking van Gaza steunt Hamas, omdat ze gelooft dat die organisatie strijd levert tegen de Israëlische bezetting. De tegenstanders van Hamas wekken nu de indruk dat ze collaboreren met de Israëlische bezetter.
Je hoeft daarvoor geen islamitische fundamentalist te zijn. In dat opzicht zijn alle naties hetzelfde: ze haten degenen die collaboreren met een buitenlandse bezetter, of ze nu uit Noorwegen (Quisling) komen, uit Frankrijk (Pétain), uit Nederland (Mussert) of uit Palestina.
In Washington en Jeruzalem beklagen politici zich over de ‘zwakte van Mahmoud Abbas’. Ze zien nu pas in dat maar één persoon in staat was de anarchie in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever te voorkomen: dat was Jasser Arafat. De Palestijnse massa adoreerde hem. Zelfs zijn tegenstanders, zoals van Hamas, hadden respect voor hem. Hij creëerde verschillende veiligheidsapparaten die met elkaar concurreerden, om te voorkomen dat een van die organisaties een staatsgreep zou kunnen uitvoeren. Arafat was in staat te onderhandelen, een vredesovereenkomst te tekenen en zijn volk ertoe te bewegen die te accepteren.
Arafat werd door de Israëliërs afgeschilderd als een monster, opgesloten in de Makata’ah in Ramallah en ten slotte naar mijn stellige overtuiging vermoord. De Palestijnse kiezers kozen voor Mahmoud Abbas als zijn opvolger, in de hoop dat hij van de Amerikanen en de Israëliërs zou krijgen wat Arafat was geweigerd. Als het de politieke leiders in Washington en Jeruzalem werkelijk om vrede zou zijn gegaan, zouden ze zich hebben gehaast een vredesverdrag te sluiten met Abbas, toen deze verklaarde dat hij bereid was dezelfde vergaande compromissen te aanvaarden als Arafat. De Amerikanen en de Israëliërs hebben Abbas met alle mogelijke loftuitingen overladen en hem vervolgens op elk concreet punt in de kou laten staan.
Ze gunden Abbas nog niet het kleinste en armzaligste succesje. Ariel Sharon plukte hem kaal en maakte hem vervolgens uit voor ‘een kip zonder veren’. Nadat de Palestijnen geduldig maar vruchteloos hadden afgewacht of Bush misschien een klein beetje in beweging zou komen, stemden ze voor Hamas, in de wanhopige verwachting dat ze door geweld zouden bereiken wat Abbas via diplomatieke middelen niet werd vergund.
De Israëlische leiders, zowel de militaire als de politieke, waren gek van vreugde door deze uitslag van de verkiezingen. Ze waren eropuit de positie van Abbas te ondermijnen, omdat hij het vertrouwen van Bush genoot en omdat de standpunten die hij uitdroeg het moeilijker maakten te rechtvaardigden dat ze weigerden substantiële onderhandelingen met hem te beginnen. Ze deden alles om Fatah te slopen. Om die reden arresteerden ze Marwat Barghouti, de enige die in staat was Fatah bij elkaar te houden.
De verkiezingsoverwinning van Hamas paste geheel en al in hun bedoelingen. Niemand kan worden verplicht met Hamas te praten, terugtrekking uit de bezette gebieden aan te bieden en de ontmanteling van de nederzettingen te beloven. Hamas is immers een ‘terroristenorganisatie’, en met terroristen valt niets te bespreken.
Dus waarom waren de mensen in Jeruzalem vorige week niet tevreden? Zeker, de Israëlische media en politici die jarenlang hebben geholpen de Palestijnse organisaties tegen elkaar op te zetten, waren tevreden en pochten: ‘We hebben het toch altijd al gezegd. Kijk hoe die Arabieren elkaar nu vermoorden. Ehud Barak had gelijk toen hij jaren geleden al zei dat Israël een villa in de jungle is.’
Maar achter de schermen kon men stemmen horen van verlegenheid, ongerustheid zelfs. Het veranderen van de Gazastrook in Hamastan heeft een situatie gecreëerd waarvoor de Israëlische leiders nog niet klaar zijn. Wat moeten ze doen? Gaza compleet isoleren en de mensen de hongerdood laten sterven? Gaza opnieuw bezetten, nu het één grote tankval is geworden? De VN vragen om internationale troepen – maar hoeveel landen zullen zo gek zijn de levens van hun soldaten op het spel te zetten in deze hel?
De Israëlische regering heeft geen idee over wat ze aan moeten met de overwinning van Hamas. Ze troost zich met de gedachte dat dit nooit zou kunnen gebeuren op de Westelijke Jordaanoever. Daar heeft het Israëlische leger de meeste politieke leiders van Hamas al gearresteerd. Daar is Fatah van Abbas nog altijd aan de macht. Zo spreken de Israëlische generaals met de typische logica van generaals. Maar ook op de Westelijke Jordaanoever behaalde Hamas in de laatste verkiezingen de meerderheid. Ook daar is het alleen maar een kwestie van tijd voordat de Palestijnse bevolking haar geduld verliest. De Palestijnen zien het gebeuren: de uitbreiding van de nederzettingen, de muur, de schendingen door het Israëlische leger, de doelbewuste moordaanslagen, de nachtelijke arrestaties. Dat moet wel tot een uitbarsting komen.
Wat kan er worden gedaan? Doorgaan Abbas te boycotten of hem juist van wapens te voorzien om voor Israël te kunnen vechten tegen Hamas? Doorgaan met hem geen enkele politieke vooruitgang te gunnen of hem ten slotte wat kruimels toewerpen? En is het niet in ieder geval te laat?
Die vragen tellen ook aan het Syrische front: doorgaan met lippendienst te betalen aan de vrede en tegelijkertijd alle aanzetten van Bashar Assad om met onderhandelingen te beginnen saboteren? In het geheim onderhandelingen beginnen, ondanks de Amerikaanse bezwaren daartegen? Doorgaan met niets doen?
Op dit moment is er geen Israëlische beleidslijn en is er geen Israëlische regering die een beleidslijn zou kunnen bepalen. Dus wie moet Israël redden? Ehud Barak? De overwinning vorige week van Barak in de tweede ronde van de verkiezingen voor een leider van de Arbeidspartij leidt er bijna automatisch toe dat hij ook de volgende minister van Defensie wordt. Zijn sterke persoonlijkheid en zijn ervaring als opperbevelhebber en eerste minister verzekeren hem van een zware positie in de gewijzigde regering. Olmert zal zich bezighouden met die zaken waarin hij een ongeëvenaarde meester is: de politieke machinaties. Maar Barak zal een belangrijke invloed hebben op het beleid. In de regering van de twee Ehuds zal het Barak zijn wiens stem beslissend is als het gaat om oorlog en vrede.
Tot nu toe hebben bijna alle politieke optredens van Barak negatieve gevolgen gehad. Hij kwam heel dicht bij een overeenkomst met vader Assad van Syrië en wist er op het laatste moment toch nog aan te ontkomen. Hij trok het Israëlische leger terug uit het zuiden van Libanon, maar zonder overleg met Hezbollah, dat de controle overnam. Hij dwong Arafat naar Camp David te komen, beledigde hem daar en verklaarde vervolgens dat Israël geen partner heeft om vrede mee te sluiten. Camp David betekende een doodsklap voor de vredeskansen, een klap die de Israëlische bevolking nog altijd verlamt. Barak heeft zich er intussen op beroemd dat zijn werkelijke bedoeling was Arafat te ‘ontmaskeren’. Toen puntje bij paaltje kwam, was Barak eerder een mislukte Napoleon dan een Israëlische De Gaulle.
In de drama’s van William Shakespeare is er vaak een komisch tussenspel op spannende momenten. Dat zie je ook in het werkelijke leven. Shimon Peres, die in 55 jaar politieke activiteit nog nooit een verkiezing heeft gewonnen, heeft vorige week het onmogelijke klaargespeeld: hij werd gekozen tot president van Israël. Die functie heeft in Israël geen inhoud en geen rechtsbevoegdheid. Toch verwacht iedereen nu activiteiten in het paleis van de president. Er zullen zeker vredesconferenties worden gehouden, vergaderingen met belangrijke persoonlijkheden, hooggestemde verklaringen en roemruchte plannen zullen het licht zien. Om kort te gaan: veel gedoe om niets.
Intussen gaat het sociologisch experiment in Gaza door.
Vertaling Max Arian