De meute kunstliefhebbers is veranderd in een scheten latende en knallende bende, nadat Emile Ratelband iedereen in de zaal een ballon heeft gegeven. Iedereen zit gevangen. Kunst is een manier om je op te laden en uit je banden te breken, verklaart hij. De tentoonstelling die Ratelband met reutelende ballonnen in het Fries Museum in Leeuwarden opent, is al net zo energiek en ont regelend als hijzelf.
Maar het draait in de expositie Franciscus: Kunstenaars brengen een ode allemaal om Franciscus van Assisi, de heilige uit de twaalfde eeuw die eigenlijk niet helemaal wijs was. Want de bewoners van Assisi schoten van hem in de lach of wezen simpelweg naar hun voorhoofd: gaatje in de kop zeker, en Franciscus was de eerste om dat te beamen.
Volgens Kees t Hart schrijver, dichter, docent, recensent en aanjager van deze tentoonstelling was Franciscus een kunstenaar in hart en nieren: Hij zong, danste, schreef poëzie, bedacht bouwwerken, hield performances en bleef bovendien constant veranderen, waardoor alles wat hij deed op losse schroeven stond. Hij was een super hero met een geweldige kunstenaarsmentaliteit. Kunst draait om het ontregelen van zintuigen en dat is precies wat Franciscus deed. t Hart probeert in zijn eigen literatuur hetzelfde en schreef, na het lezen van een oersaaie hagiografie van Franciscus van Assisi, een vijftien paginas tellend gedicht over deze middeleeuwse kunstenaar. Met strofes als deze:
ik waste stenen in zand/
ik lijmde hout aan boeken/
ik vergruizelde beelden/
van Assisi mijn Assisi.
Franciscus was een gedreven man, met een stoet aan volgelingen. Door ascese probeerde hij het hoge en het lage bij elkaar te brengen en de kerk van binnenuit te veranderen. Kees t Hart doet iets soortgelijks. Al gaan zijn volgelingen eigengereid (ook al in de geest van Franciscus) een andere weg en zijn zij in strikte zin dus geen volgelingen, alle twintig slaagden ze erin een draai te geven aan de mentaliteit van de heilige. Daarbij heeft t Hart stiekempjes een missie. Musea zijn in zijn ogen de kerken van de moderne kunst, maar de kunstenaars lopen eruit weg, constateert hij. En sinds de NS-kaarten geen museumjaarkaarten meer zijn, loopt ook het publiek de deuren van deze moderne kerken niet meer plat.
Vandaar dat de opening een bruisende bedoening was, vol jonge kunstenaars wier werk nog niet gedroogd is, waarvan de stellages nog worden bijgesteld en waar doeken gaandeweg de tentoonstelling constant aan verandering onderhevig zijn. De kunstenaars en ook het publiek moeten weer wat te doen krijgen in musea. Zoals ballonnen opblazen, of hun hamster mee nemen.
Want eigenlijk was Ratelband niet de eerste die leven in deze franciscaanse brouwerij bracht. Peter Klashorst had op de dag van de opening al een hele middag huisdieren geschilderd (en laten we onder huisdieren voor het gemak dan ook maar een paard rekenen, want daar was Franciscus dol op). Neemt uw hamster of hond mee en Klashorst schildert het model zolang u het in bedwang weet te houden. Het resultaat is in de hal van het museum te bezichtigen. De rest van de tentoonstelling bestaat onder meer uit kanten kogelvrije vesten in de vorm van een gesteven olifant (of is het eigenlijk een mug?!) van Paul Perry, een sexy paard van autobanden dat je recht in het kruis kijkt van Buijen Groenewoud, geregistreerd door een camera lopen over zand en rotsen in Stambling over Distant Planets van Florian Göttke of een gedicht als een perpetuum mobile van Tonnus Oosterhoff over ontluikende oogleden en menselijke waakzaamheid, want de halfslaap is een ondiepe vijver.
Maar hiermee is de tentoonstelling niet af. Tot en met augustus zal alles in beweging blijven; films, debatten, muziek, lezingen en ronddartelend huisvee, het hoort er allemaal bij. Bovendien zullen de kunstenaars Euf Lindeboom, Anne Feddema en Marten Winters zich geheel in de geest van Franciscus na elkaar een week lang opsluiten in het museum, gevrijwaard van al het dagelijks maatschappelijk tumult, om in volledige contemplatie hun kunst tot volle wasdom te brengen.
Hoewel het programma niet volledig bekend is iedere dag brengt een verrassing lijkt er zelfs een heus diner op het programma te staan. Als dat een maaltijd op zn franciscaans wordt, is de dis ofwel gevuld met bij elkaar gebedelde broden, ofwel vol met roomse amandelkoekjes, want daar hield de heilige van. Voor het publiek wordt het een uitdagende keuze: welke dag is de mooiste om je in dit cultuurfestijn onder te dompelen?
Franciscus: Kunstenaars brengen een ode ( t/m 25 augustus in het Fries Museum in Leeuwarden)</h5