
In juni liet Avro/Tros trots weten dat hun YouTube-kanaal voor klassieke muziek de honderdduizend abonnees had bereikt. Ze hebben dan ook een geweldig aanbod. Maandelijks trekken ze 1,2 miljoen bezoekers, vooral in de VS en Japan. Mijn YouTube-consumptie beperkt zich tot barokopera, maar dat je in die krankzinnige vergaarbak van video’s juwelen vindt, is echt verrijking. Twee elementen uit het persbericht krijgen extra betekenis doordat ik de Tegenlicht-aflevering Goudzoekers in YouTubeland zag: de gemiddelde kijktijd naar de concerten is twaalf minuten – ‘ongekend hoog. En de grootste groep kijkers is tussen de 25 en 34 jaar’ – oeroud voor YouTube, maar piepjong voor de klassieken.
Dat Avro-kanaal is natuurlijk een pinda voor echte goudzoekers, over wie Tegenlicht gaat. Dat bezocht VidCon in Los Angeles, beurs voor de online mediawereld. En vond daar een Amerikaans sprietje van pakweg twaalf. Ze is op haar negende een eigen YouTube-kanaal begonnen, want, helaas, ‘money makes the world go round’ en ‘we proberen allemaal te overleven en leuke dingen te doen’, dus waarom zou zij er geen miljonair mee kunnen worden? Volgens Matt Giele, algoritmestrateeg, is de grootste wens van jonge kinderen YouTube-professional te worden, gevolgd door beroemd worden. Van de tien tieneridolen zijn er inmiddels acht YouTuber. Het voetvolk op VidCon wordt gevormd door fans. Gillende meiden met wie het wel goed zal komen, maar ook eenzame types bij meet-and-greets die een intieme relatie voelen met vloggers, doordat die vaak hun hele hebben en houwen in de etalage zetten, van het triviale tot het meest intieme (dat daardoor behoorlijk triviaal wordt).
Veel belangrijker zijn uiteraard die topvloggers en het leger ceo’s, managers, strategen, om hen heen. YouTube bestaat pas twaalf jaar maar heeft de mediawereld totaal overhoop gegooid. Van alle reclamegeld gaat inmiddels twee keer zo veel naar online als naar televisie. ‘Video killed the radiostar’, klonk het liedje; ‘YouTube is killing the tv-star’ lijkt mij het vervolg. Ongelooflijke macht gaat hier gepaard met dito geheimzinnigheid, want de algoritmes van YouTube, die grote invloed hebben op de aantallen views die kanalen trekken, zijn niet openbaar. De verrijking en bevrijding door internet lijkt ook hier inhoudelijke verarming en slavernij teweeg te brengen. Slavernij van gebruikers die gelokt worden door rekensystemen waar ze geen besef van hebben; slavernij ook van YouTube-idolen zelf.
Neem de Nederlandse topper, Jordi van den Bussche, alias Kwebbelkop. Hij is miljonair geworden door games te spelen en daarbij met malle stemmetjes commentaar te geven. In het Engels, grote markt. Dat is een goed verdienmodel, want om kijkers te trekken, advertenties te verkopen en aan productplacement te kunnen doen moet je dagelijks met iets nieuws komen dat zo lang mogelijk duurt. Wie wekelijks twee keer met een zelfgemaakte sketch komt, kan het schudden. Maar ook Kwebbelkop moet blijven scoren en dus overgaan op wat het makkelijkst is: je eigen leven filmen. Zo bezoekt hij zijn doodzieke vader in diens ziekenhuisbed, zeven jaar niet gezien, om hem trots te vertellen hoeveel penthouses hij nu heeft. Regisseur Nordin Lasfar geeft zijn oordeel indirect met een talkshowfragment waarin Beau van Erven Dorens Jordi vraagt of privacy niet toch ook een hoog goed is.
Nordin Lasfar, Goudzoekers in YouTubeland, VPRO Tegenlicht, 22 oktober, NPO 2, 21.05 De uitzending is terug te zien.