Mooi en ongenaakbaar gaan alleen samen in de film. In de echte wereld hoort er iets anders bij schoonheid. Geen schoonheid zonder de spanning van het sluimerende gevaar van schending. Geen vrede en geluk zonder de dreiging van overweldiging en vergissing.

De tijd kan helend zijn, maar ook genadeloos. Tolerantie, vrijheid, samenwerking, mensenrechten en rechtsstaat; ze kunnen zomaar vervliegen tussen twee herfstseizoenen. En de geschiedenis leert dat weinig zo abrupt kan verdwijnen als het winnen van de vrede, althans zo lijkt het achteraf als ze verloren is.

Pas achteraf komt het besef dat de beukende krachten op de fragiele fundamenten van de vrede veel te vaak zijn weggewuifd. Pas achteraf komt het inzicht dat geluk meestal niet meer is dan een moment. Pas achteraf, na de opwinding en na de angstroes van overweldiging, zullen de waarschuwende stemmen op waarde geschat worden, net als hun hopeloze pracht van nuance.

In Europa zijn ze er al jaren, die kwetsbare stemmen die de schoonheid van inzicht verkondigen. Maar in de sfeer van vandaag vervliegen ze, precies zoals de geluksmomenten die ze bezingen en proberen te koesteren.

Op 28 oktober 2005 hield Tommaso Padoa-Schioppa een lezing aan de Bocconi Universiteit in Milaan. Op dat moment was deze econoom, bankier en architect van de euro net teruggetreden uit het bestuur van de Europese Centrale Bank. Padoa-Schioppa stond op de drempel van het ministerschap van Financiën in de olijfboomregering van Romano Prodi, een novum in het Italië van toen en een amechtige zet in de strijd tegen de onstuitbare opmars van Berlusconi (die in 1994 al even premier geweest was).

2005 was het jaar waarin de Europese integratie hard tegen een muur van afwijzing was gebotst. In Frankrijk en Nederland hadden de referenda over het grondwettelijke verdrag een stem gegeven aan een onvrede met de EU die al geruime tijd aan kracht won. In Oostenrijk had de FPÖ van Jörg Haider er toen al vijf succesvolle regeringsjaren met de christen-democraten opzitten.

‘De EU is geenvrede, maar slechts een bestand’

Ruim tien jaar eerder hadden de Slowaken het schijnbaar fluwelen uiteenvallen van Tsjechoslowakije gevierd. Daaraan voorafgaand had Václav Havel haastig zijn presidentschap neergelegd. Hij bewees zo dat hij niet aan de macht hing. Maar dat niet alleen. Havels moreel-geladen alternatief bleek onmachtig tegenover opgeklopt chauvinisme, en dat terwijl de Balkanoorlog schaduwen wierp over het Europa van na de Koude Oorlog.

In zijn Bocconi-speech stelde Padoa-Schioppa dat het Europa van de integratie weliswaar ‘de vrede had uitgevonden’, maar dat het er maar niet in slaagde die uitvinding ook om te zetten in realiteit. Ergens voorbij de helft van zijn speech citeerde hij Dante (Inferno, Canto 26) om de stemming te schetsen die hij al een poos waarnam: ‘En blij waren we, maar dat sloeg spoedig om in tranen en doodsvrees.’

Blij waren we door de ongelooflijke overwinning op de ‘Europese burgeroorlog’, zoals de historicus Norman Davies de jaren 1914-1990 heeft omschreven. Blij ook met de ongekend succesvolle ‘uitvinding’ van de vrede, die in West-Europa was gedaan.

Die uitvinding was echter nergens echt vastgelegd, of het moest in het Verdrag van Maastricht (1992) zijn. Maar als dat laatste het geval was, dan was één ding zonneklaar: het werk was niet af, en onderhoud was urgent. Toch gedroegen de slimme jonge mensen met wie Padoa-Schioppa samenwerkte bij de Europese Centrale Bank zich alsof Europa wel af was, zo vertelde hij.

Padoa-Schioppa luidde de noodklok: ‘De EU is geen vrede, maar slechts een bestand.’ De ‘orde van Maastricht’ is niet meer dan een onvolmaakte tussenstand, die onderhouden, maar vooral verder gebracht moet worden, wil zij niet vermalen worden door de geschiedenis. Het winnen van de vrede behoeft dagelijks onderhoud en voortdurende verandering: ideeën in plaats van ideetjes, vasthoudende kleine stapjes in plaats van gemakzucht.

De woorden waarin Padoa-Schioppa zijn boodschap verpakte waren fraai en erudiet, maar o zo kwetsbaar. Hun geluid droeg niet ver. Na afloop van zijn speech bleef slechts de schittering van de prosecco in perfect gepoleerde flutes. De echte crisis moest nog komen. De verkiezingen en referenda van vandaag spreken boekdelen over de tijdelijkheid van wat mooi is, en hoe weinig vanzelfsprekend de keuze is om dat te beschermen.