Het jaar opende in lentetemperaturen en we hadden het over cancel culture. Een nieuw jaar, een nieuw geluid, en het onderwerp in kwestie was Norman Mailer. Een junior staffer van Random House zou hebben geklaagd dat hij een essay van Mailer uit 1957 kwetsend vond, en dus zette de uitgeverij een streep door de heruitgave van een bundel.
Veel mensen retweetten Joyce Carol Oates, die Mailers hang naar een ongelimiteerd vrij debat roemde en afsloot met: today, issues are not debated, just deleted.
Norman Kingsley Mailer, 1923-2007, herriemaker, amateurbokser, auteur van een van de beste soldatenromans van de Tweede Wereldoorlog (The Naked and the Dead) en een journalist die in zijn literaire portretten van figuren als Lee Harvey Oswald, Marilyn Monroe, Gary Gilmore en Mohammed Ali de ondergrondse rivier van angst en geweld die door Amerika stroomt als geen ander navigeerde.
Het essay in kwestie heet The White Negro, zei een vriend. Alleen die titel is al voldoende om gecanceld te worden. Fake news, zei iemand anders. Twee jaar geleden zijn Mailers verzamelde essays al opnieuw uitgegeven. Random House schrapt de aangekondigde bundel omdat er geen markt voor is.
Norman Mailer? zei een andere vriend. Die stak toch zijn vrouw neer?
Maar dat was in de jaren zestig, zei ik. Toen golden andere normen en waarden.
Ik lette even niet op en toen ik terugkwam van het gelukkig nieuwjaar-wensen aan de buren, had het WhatsApp-gesprek een stroomversnelling ondergaan. Waar nu tegen werd geageerd was hoe de term ‘cancel culture’ een ‘rallying call’ was geworden. Opiniemakers van het rellerige soort hebben er een verdienmodel van gemaakt om te roepen: ‘Je mag tegenwoordig ook niks meer zeggen!’ – en dat terwijl hun boeken gewoon worden uitgegeven, ze hun podcasts en krantencolumns en aanstellingen aan universiteiten hebben. Ze verheffen zich tot helden van het vrije woord, of tot slachtoffers van een politiek correcte politie waarmee ze zichzelf, ironisch, verlustigen aan dezelfde slachtoffercultus die ze bij ‘de politiek correcten’ verafschuwen.
‘Cancel culture’ lijkt daarmee een woord zoals ‘woke’ geworden; wie woke is, zal het woord niet gebruiken. Wie het wel gebruikt doet dat dan vooral om schreeuwend te waarschuwen voor een dictatuur die in de sinistere vorm van genderneutrale rompertjes zou komen.
Maar goed, zei een vriend, zeg dat maar eens tegen J.K. Rowling die niet meer welkom was op de reünie van haar eigen Harry Potter-films, omdat een fikse Twitter-bubbel haar transfoob vindt, of tegen de hoogleraren die hun banen kwijtraakten omdat ze dingen zeiden die hun studenten niet wilden horen.
Of zeg dat maar eens tegen De Balie, het Amsterdamse debatcentrum. Linkse activisten twitteren niet alleen doorlopend dat het geboycot moet worden wanneer er een spreker wordt uitgenodigd die misschien een mening heeft die hun niet bevalt, maar ze mailen ook actief allerhande sponsoren en sprekers dat ze fout zitten als ze nog met De Balie samenwerken. Je noemt het ‘deplatformen’ wanneer een spreker het platform om te spreken wordt ontnomen, maar hoe noem je het als het platform zelf wordt ge-deplatformed?
Jahaaa, zei die ene vriend, maar De Balie bestaat toch? Krijgt toch subsidie? J.K. Rowling is toch nog steeds miljardair? Ze maakt toch nog steeds films en boeken?
Ik geloof dat je het woord ‘cancel’ niet helemaal letterlijk moet nemen, zei ik. Het is eerder het gevoel van onvrijheid. Zoals je hebt wanneer je naar een persconferentie van Mark Rutte kijkt. Je kunt heus wel wegzappen, maar uiteindelijk ga je op de grond liggen hyperventileren. Ik moest denken aan Siobhan, in Succession, die wanneer haar broer een speech afsteekt die haar niet bevalt alleen maar zegt: ‘Unsubscribe.’
Ik moest ook denken aan wat Kathalijne Buitenweg twee jaar terug in De Groene schreef, dat toen ze terugmailde aan iemand die haar online had uitgescholden, ze per ommegaande excuus kreeg: ‘De schrijver had gewoon zijn ochtendhumeur van zich af willen tikken, en had zich niet gerealiseerd dat er echte mensen aan de andere kant zitten die zo’n mail vervolgens lezen.’
Toevallig vertelde minister Slob in een talkshow van de week nagenoeg hetzelfde. Wat ze beschrijven is natuurlijk iets anders dan cancelen, maar het raakt aan hetzelfde. Want wat alle cancel-gevallen met elkaar gemeen hebben is dat het nooit persoonlijk gaat. Het zijn nooit twee mensen die elkaar in de ogen kijken.
Het punt is denk ik dat cancel culture iets vaags en abstracts is – een ‘cultuur’ dus, iets wat niet door een wet wordt opgelegd, maar een gevoelsklimaat. Misschien zegt die cultuur niet zoveel over vrijheid van meningsuiting, of over het publieke debat, en moet je het eerder zien als een vorm van internetcultuur. Wat het onderwerp precies ook is, het verloopt telkens via de sociale media, via hashtags en retweets, via mail, via online petities. Unsubscribe! Het bestaat bij de gratie van een scherm. Als je het scherm weghaalt, zie je weer dat een mening maar een mens is. En zo eng dus ook weer niet.
Vanuit de erven Norman Mailer kwam inmiddels een reactie: een andere uitgeverij gaat de verzameling essays uitgeven terwijl Random House volgend jaar, Mailers honderdste verjaardag, zijn werk opnieuw zal uitgeven. Van een junior staffer met kwetsuren hadden ze nog nooit gehoord.