Toen waren er al weer twee pvda’ers die met woorden ten strijde trokken tegen daden die hun niet bevielen. Eerst was er pvda-Kamerlid Henk Nijboer die de salarisverhoging voor de bestuurders van ABN Amro hekelde. Vervolgens waren er vorige week bijna tegelijkertijd pvda-partijleider Diederik Samsom en pvda-minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher die ergens schande van spraken.
Samsom sprak de zorgverzekeraars vermanend toe omdat zij met hun bureaucratische eisen de wijkverpleging fundamenteel zouden bedreigen, Asscher viel uit tegen bedrijven die nog snel even uitzendkrachten de laan uit sturen voordat per 1 juli de nieuwe Wet werk en zekerheid ingaat.
Behalve dat het hier om drie sociaal-democraten gaat, is er nog een overeenkomst. Alle drie hekelen ze gedrag waar wetten wel degelijk ruimte voor bieden, wetten waar ze zelf voor hebben gestemd of waar ze als regeringspartij of bewindspersoon aan hebben meegewerkt. Zo staat de wet een salarisverhoging voor de top bij ABN Amro toe, heeft de wet de wijkverpleging ondergebracht bij de zorgverzekeraars die daardoor nu op prijs en kwaliteit moeten letten en staat de huidige wet het toe om uitzendkrachten nog kosteloos een vast contract te onthouden. Wat zeuren die drie pvda’ers dan toch?
Toen het nieuws naar buiten kwam dat de ing-bank uitzendkrachten snel de laan uit stuurt, omdat dit vanaf juli met die nieuwe Wet werk en zekerheid duurder wordt, nam minister Asscher direct het woord ‘moraal’ in de mond. De kwetsbaarste werknemers de laan uit sturen, terwijl bij ing de top een forse salarisverhoging krijgt, wat is dan de moraal? Ook bij de kritiek op de salarisverhoging van ABN Amro draaide het om moraal. En als je het begrip moraal opvat als gedrag ‘dat gezien de maatschappelijke context als correct en wenselijk’ wordt gezien – zoals Wikipedia het omschrijft – dan had ook Samsom het over moraal: het moet om de daadwerkelijk geleverde thuiszorg gaan, niet om de afvinklijstjes.
Asscher had het over de letter en de geest van een wet. L, dat is een ingewikkeld samenspel, actie en reactie. De geest van een wet, dat zijn de bedoelingen die de politiek ermee heeft. Een wet komt er echter pas als de geesten daar rijp voor zijn. Vervolgens is een wet pas een goede wet als deze de praktijk weer modelleert naar die geest. Wat Asscher wil, is dat mensen en bedrijven dan ook nog eens handelen naar die geest, de bedoelingen, van de wet. Of zoals sinds de rel rondom ABN Amro op het Binnenhof wordt gezegd: niet alles wat de wet toestaat, hoef je te doen.
In deze maand van de filosofie maar eens opgezocht wat in de loop der eeuwen is gedacht over het spanningsveld tussen bedoelingen en praktijk. Alexis Deville schreef ooit: ‘Wij kunnen niet leven van andermans goede bedoelingen.’ Dat zullen ontslagen uitzendkrachten of onder afvinklijstjes zuchtende wijkverpleegkundigen beamen.
Van de Oostenrijkse schrijver Karl Kraus is de uitspraak: ‘Goede bedoelingen zijn waardeloos. Het komt erop aan wie ze heeft.’ Dat zie je vaak terug in het politieke wereldje: zij die vertrouwen hebben in een politicus zijn coulanter dan politieke tegenstanders. Variërend op Kraus zou je kunnen zeggen: kritiek is waardeloos, het komt erop aan wie die heeft.
Maar toch, is het niet lekker makkelijk, wetten maken en als de praktijk dan anders uitpakt dan je had beoogd niet de conclusie trekken dat je een slechte wet hebt gemaakt, maar een beroep doen op de moraal in de samenleving? Moet de politiek dan niet gewoon betere wetten maken of meer wetten? Want dat is wat vorige week te beluisteren viel: niks beroep doen op de moraal, de politiek moet haar tanden laten zien, ze moet onfatsoen bij wet verbieden.
Paradoxaal genoeg willen dit soort critici niet leven in een samenleving waar geld de enige moraal is, maar vrezen ze dat dit wel het geval is. Ze geloven er immers niet in dat je met wetten een cultuurverandering in gang kunt zetten die ervoor zorgt dat winstbejag niet de enige graadmeter is, zoals de pvda beoogt met bijvoorbeeld de Wet werk en zekerheid. Op de werkvloer moet deze wet flexwerkers betere arbeidsvoorwaarden geven en vaste werknemers minder gunstige. Of, zoals de slogan luidde: flex minder flex, vast minder vast.
Het is verleidelijk te denken dat wetten alles maar moeten regelen, zodat politici niet ook nog een beroep hoeven te doen op de moraal. Maar de keerzijde is dat de wetgever dan steeds meer en gedetailleerdere wetten moet maken. Laat dat nu ook juist datgene zijn waar veel mensen en veel politieke partijen een hekel aan hebben: aan het met wetten dichttimmeren van de samenleving. Want de mens mag dan niet altijd handelen naar de geest van de wet, de wet ‘handelt’ in de praktijk ook niet altijd naar de eigen geest. En vermorzelt dan mensen in plaats van hun ten dienst te zijn.
Van de Britse schrijver Frank Arthur Swinnerton is de uitspraak: ‘De meeste mensen zijn zoals wij: bescheiden en vol goede bedoelingen.’ Wie geen met wetten dichtgetimmerde samenleving wil, zal hierop moeten vertrouwen. Daarmee hangt dan wel samen dat politici openlijk een beroep moeten kunnen doen op de moraal van mensen als die dat vertrouwen schaden. Zoals de top van ABN Amro en ing dat vertrouwen beschaamden. En wat de zorgverzekeraars zullen moeten zien te voorkomen.