De eerste regie die dertig jaar geleden in Amsterdam van de Amerikaanse regisseur Peter Sellars – er stond toen nog steevast wonderkind, enfant terrible of wonder boy vóór zijn naam – te zien was, was in 1987 Ajax naar Sofokles. Bijna alle acteurs waren zwart en gestoken in uniformen van hoge Amerikaanse militairen. Het Griekse drama speelde zich af in Latijns-Amerika, ergens in de nabije toekomst. Wat toen nog niet zo bekend was, maar waar de wereld spoedig aan zou wennen, was dat veel van de hoge officieren in de Verenigde Staten van kleur waren. Sellars lijkt vaak profetisch, maar misschien kijkt hij alleen maar heel scherp uit zijn ogen.
Peter Sellars is geen wonderkind meer maar nog altijd een jongensachtig vrolijke regisseur die barst van de energie. Hij regisseerde nu Mozarts La clemenza di Tito uit 1791, eerst voor het festival van Salzburg, nu in een enigszins andere vorm bij De Nationale Opera in Amsterdam. Wat gebleven is: de belangrijkste zangers, degenen die de Romeinse keizer Titus en zijn hovelingen spelen, zijn zwart. Sellars lijkt daarmee een discussie die hier nog pas heel moeizaam op gang komt over meer diversiteit op het toneel al volkomen te zijn gepasseerd.
Maar er is nog iets meer aan de hand. Peter Sellars is van mening dat gekleurde mensen spoedig de macht zullen overnemen en dat hij een blik in de meest nabije toekomst geeft. In die toekomst voelt een jonge witte man Sesto, nota bene een intieme vriend van de keizer, zich blijkbaar zo gemarginaliseerd dat hij zich laat overhalen een gewelddadige aanslag op Titus te plegen. Een blanke jongen als terrorist in een zwarte wereld, op z’n minst is het een manier om het stereotiepe denken over terrorisme op z’n kop te zetten.
Peter Sellars gaat nog een paar stappen verder. In zijn visie heeft Mozart in 1791 de perfecte opera geschreven over Mandela, die twee eeuwen later in Zuid-Afrika in staat was zijn vijanden te vergeven en zich met hen te verzoenen. Dat inspireerde Sellars niet alleen om een zwarte Amerikaanse tenor Russell Thomas de keizer te laten spelen, wat deze indrukwekkend doet, maar ook om samen met de Griekse dirigent Currentzis, de zich in Perm, aan de voet van de Oeral, tot een expert in oude muziek heeft ontwikkeld, een geheel nieuwe versie van de opera te ontwikkelen. Hetgeen, tot hun eigen verbazing, zelfs in Mozarts geboortestad Salzburg niet tot noemenswaardige protesten heeft geleid.
Nu is La clemenza di Tito ook een merkwaardige opera, een gelegenheidswerk voor de kroning van Leopold II tot koning van Bohemen. Omdat het een haastklus was werd een meer dan vijftig jaar oud libretto van Metastasio van stal gehaald, dat al meer dan vijftig keer door verschillende componisten van muziek was voorzien. Die tekst werd grondig bewerkt, door de dichter Caterino Mazzolà, vele aria’s werden geschrapt en er kwamen ensemblenummers voor in de plaats. Omdat Mozart zelf geen tijd meer had en ziek werd moest zijn leerling Süssmayr de recitatieven schrijven, die nu enigszins onbevredigend worden gevonden en die bij een vroegere gelegenheid in Amsterdam ooit werden vervangen door muziek van de moderne componist Manfred Trojahn.
Currentzis en Sellars zijn nog radicaler. De recitatieven werden voor het grootste deel gewoon geschrapt en bleken overbodig. Maar in gezamenlijk overleg werd ook door Mozart elders gecomponeerde muziek toegevoegd, vooral religieuze muziek, zoals het Kyrie uit de Mis in c. Dat betekent dat er mooie muziek bij komt, dat er hier en daar rust wordt geschapen, bijvoorbeeld als Sesto zijn bomgordel langzaam omdoet en dat er een spirituele dimensie wordt toegevoegd. Ook krijgt het koor hierdoor meer te doen en speelt het een eigen rol, die steeds even verschuift. Dat is van belang, omdat Sellars geïnteresseerd is in de recente aanslagen in Europa, in Brussel, Parijs, Berlijn, maar vooral in de reacties daarop: het branden van kaarsen, het leggen van bloemen, het houden van grote, vreedzame demonstraties. Dat is ook wat we het koor zien doen.
Toch is deze uitvoering van La clemenza niet uitgesproken politiek. Eerder menselijk. De Romeinse keizer Titus heeft in zijn jeugd ook de nodige misdaden begaan, hij worstelt daar nog mee op zijn doodsbed, maar misschien kan hij daarom uiteindelijk vergevingsgezind zijn tegenover zijn vijanden, zelfs tegenover de vriend die zich als een vijand heeft ontpopt. Dat is de jonge Sesto, die, in de persoon van de Ierse mezzosopraan Paula Murrihy, twijfelt en wanhoopt en in zijn worsteling wordt bijgestaan door klarinetspeler Florian Schuele, die het toneel op komt om hem te steunen met schitterend spel op de bassethoorn. Sesto kan zelfs geen vrede vinden als de keizer hem aan het einde van de opera vergeven heeft. Het is blijkbaar nog moeilijker in het reine te komen met jezelf na een wandaad.
Daarmee is deze opera op veel niveaus een pleidooi voor vergevingsgezindheid en verzoening. Dat stralen allen uit, ook de Russische sopraan Ekaterina Scherbachenko als Sesto’s door Tito verstoten minnares Vitellia, die eerder wanhopig dan jaloers is. De Amerikaanse sopraan Janai Brugger is Sesto’s geliefde zuster Servilia, sopraan Jeanine de Bique de sympathieke vertrouweling Annio. Een oude vertrouwde als de bevelhebber Publio is de Jamaicaanse bas Sir Willard White, een zwarte zanger die we gelukkig al in zeker twintig rollen bij DNO hebben kunnen bewonderen.
Voor deze gelegenheid dirigeert Teodor Currentzis zijn eigen orkest musicAeterna heel geconcentreerd en wonderschoon en het gelijknamige koor uit Perm zingt soms fluisterend zacht. Robby Duiveman ontwierp kostuums waardoor het koor niet zozeer uit hovelingen bestaat, als wel uit vluchtelingen van over de hele wereld. Het decor van Georg Tsypin is in mijn ogen meer effectief dan esthetisch en bestaat uit grote objecten die uit de grond rijzen en er weer in kunnen dalen.
Deze opera is in deze vorm niet alleen mooi, ernstig en menselijk, maar vooral uitgesproken vergevingsgezind. Sellars en Currentzis denken dat Mozart deze versie van hun samenwerking, waarin de muziek tot vergeving aanzet, graag zou hebben aanvaard en dat hij misschien zelf zijn opera in deze geest zou hebben herzien als hij meer tijd van leven had gehad en niet was gestorven in hetzelfde jaar 1791.
La clemenza di Tito is nog t/m 24 mei te zien in Nationale Opera & Ballet (oftewel de Stopera) in Amsterdam; operaballet.nl