Het meest pijnlijke moet nog komen. Het meest pijnlijke is dat de man die gekozen is om bij de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen de democratie te vertegenwoordigen tegen over het racisme en de onverdraagzaamheid, de naam Jacques Chirac draagt. Deze catastrofe is even omvangrijk als de aanwezigheid van Le Pen in diezelfde tweede ronde. Ik wil de weder opstanding van de fascist Le Pen (onverwachte reïncarnatie van zijn eigen kwaadaardigheid nadat zijn partij na interne verscheuring op sterven na dood was) niet bagatelliseren. Maar er zijn genoeg redenen om niet in de dramatiek te vervallen die de postelectorale straatdemonstraties in Frankrijk te zien geven. De score van Le Pen is maar anderhalf procent hoger dan bij de vorige verkiezingen. Samen met zijn rivaal Mégret brengt de leider van het Front National extreem rechts naar het niveau van een kleine negentien procent. Maar hoewel Le Pen een uitgesproken fascist is, zijn de kiezers die op hem stemden in hun overweldigende meerderheid gewone proteststemmers. Vaak afkomstig uit de voorheen links stemmende voorsteden en steden als het socialistische bastion Lille, waar Le Pen iedereen heeft verslagen.

Een vijfde van de kiezers is ongeveer wat Pim Fortuyn geacht wordt te mobiliseren bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 mei. Dat Fortuyn niet de kwaad aardigheid van Le Pen bezit, zegt niet dat zijn electoraat wezenlijk verschilt van dat van de Fransman. Ook in Nederland spelen bij proteststemmers de vraagstukken criminaliteit en immigratie een grote rol, evenals de afkeer van de traditionele politiek.

Door de uitslag van de eerste ronde te dramatiseren tot een kookpunt van schaamte en zelfkastijding bekent Frankrijk kleur, steekt het de hand in eigen boezem, maar vraagt het ook om extra moeilijkheden. Want als je de 16,86 procent van zwarte ridder Le Pen als een acuut gevaar voor de democratie presenteert, veronderstel je ook dat alleen een witte ridder, een kampioen van de democratie, het beest kan verpletteren. En die zal er bij de tweede ronde niet zijn. Jacques Chirac kan niet als de brandschone verlosser worden gezien die de zonden van zijn volk op zich gaat nemen. Een grotere zondaar dan Chirac bestaat er momenteel niet in de Franse politiek. Als men alle affaires en schandalen over omkopingspraktijken via valse rekeningen, nepotisme, valse declaraties of zwart geld zou moeten beschrijven waarin Chirac de laatste 25 jaar een hoofdrol heeft gespeeld, zou een tiendelig magnum opus niet volstaan. De Franse president, bijgenaamd «super menteur», wordt door de meeste Fransen als een boef annex leugenaar gezien. Een komediant die door macht geobsedeerd is en zijn herverkiezing vooral ziet als een middel om niet door justitie te worden vervolgd.

Het grootste gevaar is dat Le Pen gedurende de twee weken die de campagne gaat beslaan, zoals hij heeft aangekondigd, gehakt gaat maken van Chirac. «Ik had me tot nu toe ingehouden», zei Le Pen, die al heel lang een grenzeloze haat koestert jegens zijn opponent, «maar de tijd is gekomen om alle schandalen die Chirac achter zich aan sleept als oude pannen te laten resoneren.» De paniek bij Chirac is enorm. Zo groot zelfs dat onder zijn adviseurs serieus wordt overwogen het traditionele debat tussen beide kandidaten vlak voor de tweede ronde af te gelasten.

De verschillende malversaties die Chirac in zijn carrière heeft gepleegd, zullen hoe dan ook door Le Pen breed uitgemeten worden. Het gevaar bestaat dat na afloop van de campagne de Franse kiezer het onderscheid niet meer zal kunnen maken tussen goed en fout. Zeker als hij van huis uit links is. Met Chirac in de tweede ronde dreigt een legertje Fransen thuis te blijven, met als beloning een ongekend hoge score voor Le Pen. De kater van de tweede ronde zou dan voor Frankrijk en Europa mogelijk veel pijnlijker blijken te zijn dan die van de eerste.