Zondagavond is er iets onwerkelijks gebeurd: ik kreeg voor het eerst in mijn leven een berichtje van mijn moeder over de Turkse politiek. Het duurde dan ook even tot ik begreep wat ze bedoelde met de woorden: ‘We hebben gewonnen.’ We? Gewonnen? Ik associeer mijn moeder niet direct met verkiezingen in het land waar ze werd geboren. Er is ook geen partij daar waar ze zich achter schaart, ze volgt de politiek niet op de voet, laat staan dat ze zich actief inzet. Ze kwam als jonge vrouw naar Nederland, studeerde hier en als ze zich al bezighoudt met politiek is dat hier in Nederland. Daarin vinden we elkaar. Maar toen ik daarna nog een berichtje kreeg waarin ze repte over ‘hoop’, een ‘zegen voor de democratie’ en over mijn oma (dik in de tachtig) die in Izmir dansend voor de televisie naar het nieuws had gekeken, wist ik: dit gaat over de historische burgemeestersverkiezing in Istanbul.

Dat Ekrem Imamoğlu van de seculiere oppositiepartij chp de nieuwe burgemeester van Istanbul is geworden door Binali Yildirim van de regerende akp te verslaan, is natuurlijk een mooie bijkomstigheid, maar meer nog bracht zijn overwinning de hoop terug onder de progressieve bevolking van een murw gebeukt land. Na jaren van repressief beleid van de autoritaire president Erdogan, wiens partij verkiezing na verkiezing won, jaren waarin de progressieve Turken hun land zagen afglijden zonder dat ze daar iets aan leken te kunnen doen, waarin steeds meer vrijheden werden ingeperkt en de democratie geregeld werd doodverklaard, is daar ineens een electorale zege voor iemand die voor ‘radicale liefde’ staat en etnische en religieuze minderheden omarmt. En dus zag ik filmpjes van familieleden met duizenden Turken die in Ankara, Istanbul en andere grote steden de straat op waren gegaan om te feesten.

Het was voor het eerst dat een autoritaire streek van Erdogan in zijn eigen gezicht ontplofte

Het was dan ook niet de speech van Imamoğlu na zijn zege, waarin hij sprak van een herstelde democratie en een nieuw begin met ‘gerechtigheid, gelijkheid, liefde’, die voor kippenvel zorgde, maar de beelden van uitzinnige Turken die zondagavond een heel klein beetje van hun land terugkregen. Het zijn de eigen woorden van Erdogan, die zelf burgemeester van Istanbul is geweest, dus hij kan het weten: wie Istanbul wint, wint Turkije. Een knappe prestatie van Imamoğlu, helemaal als je bedenkt dat negentig procent van alle media in handen is van Erdogans akp en campagne voeren dus een oneerlijke bezigheid is.

Het was ook de eerste keer dat een autoritaire streek van Erdogan in zijn eigen gezicht ontplofte. Want Imamoğlu won de verkiezingen om het burgemeesterschap van Istanbul eerder dit jaar al met slechts dertienduizend stemmen verschil van akp-kandidaat en voormalig premier Yildirim. Erdogan was het er niet mee eens en de Kiesraad schreef doodleuk nieuwe verkiezingen uit. Afgelopen zondag won Imamoğlu opnieuw, maar deze keer met een verschil van bijna achthonderdduizend stemmen; ook van traditionele akp-stemmers.

Turkije is een onvoorspelbaar land, dus natuurlijk zegt het nog weinig, kan Erdogan weer een of ander dictatoriaal konijn uit zijn hoge hoed toveren, maar laten we daar nog heel even niet aan denken. Laten we het voor nu ook even niet hebben over dat er deze keer geen Turkse Nederlanders op de Erasmusbrug stonden, terwijl die er gek genoeg wel stonden om Erdogan aan te moedigen. Laat dat deel van Turkije dat het meest te lijden heeft onder de huidige machthebbers, het deel dat jaren geleden de hoop op verandering moest opgeven, laat hen nog even dansen; voor de televisie of gewoon op straat.

Lees ook: