Nieuws dat u niet gezien of gelezen heeft, kwam onlangs van de jaarlijkse ‘troonrede’ van Vladimir Poetin, de president van Rusland. Dat was vorig jaar anders: toen commandeerde Poetin de wereld met een dreigend ‘Luister naar ons!’, tegen een achtergrond van animaties waarin een assortiment aan futuristische kernwapens werd getoond die weldra bij Poetin in de kast zou staan. Dit jaar was het een ingetogen affaire, waarbij de archetypische dictator bijna deemoedig beloofde om meer te doen aan armoede, steun aan gezinnen, afvalverwerking en dergelijke. Hij moet wel, want opiniepeilingen suggereren dat de Russen het afgelopen jaar in rap tempo genoeg hebben gekregen van Poetins uitgeholde succesformule.
Het is een opvallend contrast. Poetin staat in West-Europa en de VS nog steeds symbool voor het nieuwe type autoritaire leider dat het westers-liberale model achteruit drukt. Onder Rusland-analisten is ondertussen een debat uitgebroken over de vraag of het poetinisme dood is en Poetin rijp is om aan de kant te worden geschoven. Niet zo lang geleden leek Poetin niet alleen onaantastbaar, hij leek ook een nieuwe formule te hebben gevonden voor sterke-man-bestuur. De meeste Russen waren er in de jaren nul flink op vooruit gegaan, geholpen door hoge olieprijzen. Op de Krim, in Oekraïne en ander buitenland deed Poetin waar hij zin in had – en met bravoure bovendien. Hij kneep Russische media succesvol af, mobiliseerde het Russische nationaal geheugen en boezemde vijanden angst in met een informatie-oorlog. Hij bleek zelfs een soort conservatieve soft power uit te kunnen oefenen via rechts-nationalistische types als Wilders, Baudet en Le Pen.
Maar alles valt of staat bij wat hij zijn volk kan bieden, en opeens lijkt het of Poetin zijn volk niets nieuws meer te bieden heeft. Sinds de boude machtsgreep op de Krim, in 2014, daalden de reële lonen in Rusland elf tot veertien procent. Sinds vorige zomer is er een steen des aanstoots. Omdat de staatskas er bleekjes bij staat en er een bevolkingsprop richting pensioen gaat, verhoogde de Russische regering de pensioenleeftijd. Dat viel bar slecht. Terwijl het land zijn eenheid vierde tijdens het succesvolle WK voetbal, braken er tegelijkertijd in allerlei delen van het land kleine, spontane protesten uit tegen de pensioenmaatregel. Negentig procent van de Russen bleek tegen te zijn. En dat niet alleen: peilingen suggereren dat de onvrede over binnenlandse problemen groeit, meer Russen Poetin daarvoor verantwoordelijk houden, en het vertrouwen in hem daalt.
In het verleden reageerde Poetin op zulke tegenslag met energieke campagnes voor staatspatriottisme. Nu kwam er eigenlijk niets. Nogal wat analisten zien in die lamlendigheid een teken van iets groters. Van laat-poetinisme, bijvoorbeeld. Poetins regering lijkt ‘de wil, de capaciteit en het belang te ontberen in verdere groei en verandering’, schrijft Mark Galeotti op het forum Raam op Rusland. Poetins regering lijkt ook steeds meer wezensvreemd te zijn voor nieuwe ontwikkelingen in de Russische samenleving, met name onder jongeren. Een voorbeeld is de groeiende populariteit van hiphop, waar de regering op reageert op een manier die sterk aan de Sovjet-Unie doet denken. Dat geldt ook voor lompe pogingen om greep te krijgen op het internet. Vorige week bracht dat tot vijftienduizend jongeren de straat op in Moskou – verontrustend veel voor een dictatuur. Opiniepeilingen onderstrepen dat juist jongeren – tot voor kort het meest pro-Poetin-segment van de bevolking – het snelst ontevreden over de man zijn geworden.
Dat betekent niet dat Poetins regime op omvallen staat – Poetin begrijpt macht en controle. Maar het voorspelt weinig goeds. ‘Zonder nieuwe ideeën, met niets nieuws aan de horizon behalve economische stilstand en onvrede onder het volk, wordt dit heersen als doel op zich, met de rigor mortis van de dode hand van het regime aan de teugels’, voorspelt Mark Galeotti. ‘Poetins systeem is het ancien régime aan het worden’, schrijft zijn collega Maxim Trudolyubov: ‘Vroeger of later zal het de volgende golf in de Russische geschiedenis tegemoet zien.’ Dat moeten we afwachten. In ieder geval heeft Poetin zowel zijn binnenlandse aanhang als zijn nuttige idioten in West-Europa weinig te bieden als hij niet meer de indruk gaat maken van een 21ste-eeuwse ziener, maar van een nieuwe Brezjnev.