De socialist zag Brussel als een kapitalistisch complot; de conservatief beschouwde Brussel als een bedreiging van de Britse soevereiniteit. Beiden koesterden groot respect voor de parlementaire traditie van het Verenigd Koninkrijk.
De politieke kinderen van Benn hebben diens euroscepsis overgenomen. Labour-leider Jeremy Corbyn, bijvoorbeeld, heeft als gewoon Kamerlid decennia lang consequent tegen Brussel gestemd. Geschrokken van de manier waarop Griekenland is behandeld, riep de invloedrijke linkse denker Owen Jones op tot een Brexit. De bekende milieuactivist George Monbiot treurde dat ‘al het goede van de EU wegtrekt, en al het slechte in opkomst is’.
Maar een voor een zijn ze teruggekrabbeld. Als leider van het overwegend eurogezinde Labour – dat Brussel sinds de jaren tachtig ziet als een bondgenoot tegen de Conservatieven – zag Corbyn zich genoodzaakt om een ommekeer te maken. Met een evident gebrek aan enthousiasme voert hij nu campagne tegen iets waar hij in gelooft. Het podium delen met David Cameron gaat hem echter te ver en elke toespraak over de EU is een aanval op de Conservatieven. De jonge Jones, in de pers omschreven als ‘Corbyns koorknaap’, is eveneens toegetreden tot het blijf-kamp, waar ook Tony Blair, Goldman Sachs en alle grote oliemaatschappijen toe behoren. Hij voert campagne met de Griekse Yanis Varoufakis, en wil binnen de EU werken aan een ‘democratisch Europa van de arbeiders’. Ook Paul Mason, de linkse economieverslaggever van Channel 4, kreeg koudwatervrees. ‘Maar op een dag komt er een linkse Brexit’, beloofde hij in Prospect Magazine.
Binnen progressieve kringen heerst er simpelweg te veel afkeer van Boris Johnson, Michael Gove en andere Conservatieve boegbeelden van de Brexit-campagne. Mason uitte de vrees dat zij het Verenigd Koninkrijk buiten de EU willen omtoveren tot een neoliberaal paradijs. Groot was dan ook de verbazing dat tientallen brexiteers in het Lagerhuis een amendement van Labour op de Troonrede steunden dat de nationale gezondheidszorg moest beschermen tegen het ondemocratisch getinte handelsverdrag ttip met de Verenigde Staten.
Opeens beseften de bennites wat hun politieke vader al lang wist: dat beide kampen meer met elkaar gemeen hebben dan ze denken.