In vogelvlucht is de stad in beeld gebracht. De oorlogssituatie is gereduceerd tot onschuldige plaatjes: Servische tanks, artillerie en mortierposities in de heuvels zijn getekend als in een plaatjesboek voor peuters. Ook zien we rennende poppetjes, kapotgeschoten gebouwen en hier en daar een plasje bloed. De sniperzones zijn roze gemarkeerd, een felrode streep geeft de linies aan. Misschien heeft de kaart niets met haat te maken en is hij slechts een teken van de onvolprezen Bosnische humor. Een collega die al aardig wat Balkanlegers had meegemaakt, vertelde eens dat de Moslim-milities in Sarajevo de enige soldaten waren bij wie hij zich op zijn gemak voelde. Al wat ze deden was zuipen en manieren verzinnen om de Serviërs te laten denken dat ze nuchter waren en twee maal zo veel troepen hadden. Lachen man, die oorlog. Maar toch, kijk ik naar de overlevingskaart, dan zie ik Pristina. Dat ligt óók in een dal. En daar wonen Serviërs, Moslims, Montenegrijnen, Roma, Turken en vooral Albanezen nog steeds dooreen. In Sarajevo waren met het bulderen van het geschut de etnische scheidslijnen snel getrokken. Hoe zal het Pristina vergaan? Zullen daar op een dag Servische tanks in de heuvels verschijnen. Of Albanese mortieren? Terreur brengt scheiding der volkeren, en dat lijken beide partijen te willen. De onderhandelingen zitten muurvast. Of zou het een Nato-vredesmacht zijn die op een stralende ochtend bezit neemt van strategische posities? ‘Als dat gebeurt’, vertelde een Servische vriend me bitter, ‘dan slacht mijn Albanese buurman me af. Dan pas voelen ze zich sterk genoeg.’ Ik stuur de overlevingskaart maar naar hem op. Misschien kan híj er wat van leren. En anders wel zijn buurman.
Redactioneel
Lachen man, die oorlog
In Bosnië is het vrede. Althans: Moslims, Serviërs en Kroaten voeren er officieel geen oorlog meer met elkaar. Maar in werkelijkheid ligt het iets anders. Dat de echte oorlog - de bitterheid des harten - nog woedt blijkt wel uit de manier waarop Sarajevo zich aanprijst aan toeristen: met een ‘overlevingskaart’.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1999/7
www.groene.nl/1999/7