De beste zin in het essay Het Atlantische geloof van Karel van Wolferen luidt aldus: ‘Zoals kenmerkend is voor een ideologie heeft atlanticisme geen boodschap aan geschiedenis.’ Zo is het maar net.

Ook de anti-atlantische ideoloog Karel van Wolferen heeft namelijk lak aan geschiedenis. Door zijn liefde voor het ruigere taalkundige register – ‘geïnstigeerde staatsgreep’ en andere ‘plutocratische schurkenstreken’ – valt wellicht niet op dat Van Wolferen een aanhanger is van Henry Fords adagium ‘history is bunk’.

Als letterknecht – of wellicht zelfs instigator – van ‘insinuerende’, ‘krankzinnige’, ‘aan waanzin grenzende’ en ‘gecorrumpeerde journalistiek’ zou ik desondanks een poging willen doen de geschiedenis in feitelijke zin serieus te nemen. In chronologische volgorde wil ik vijf kanttekeningen plaatsen bij het historiserende relaas van Karel van Wolferen.

1. Van Wolferen schrijft dat Nikita Chroesjtsjov, die in 1954 het schiereiland Krim bij de sovjetrepubliek Oekraïne liet voegen, zelf uit Oekraïne kwam. Curieus. Chroesjtsjov was conform de criteria, die Vladimir Poetin voor zijn nationale veiligheidsdoctrine hanteert, een Rus. Chroesjtsjov werd geboren in het gouvernement Koersk. Zijn ouders waren Russen. Chroesjtsjov is inderdaad als puber opgegroeid in Joezjovka, zoals het huidige Donetsk toen fonetisch heette naar kolenmagnaat Hughes uit Wales, en heeft later zeker partijfuncties in Oekraïne vervuld. Maar in zijn binnenlandse paspoort stond als ‘vijfde punt’ onder het kopje ‘nationaliteit’ – indertijd een probaat middel om de toegang van potentieel volksvijandigen tot hoger onderwijs te reguleren – toch echt vermeld dat hij een Rus was en dus niet dat hij Oekraïner, jood of Armeniër zou zijn.

2.Van Wolferen schrijft dat deze gift van Chroesjtsjov geen betekenis had omdat er alleen maar een regio bij een andere provincie werd ondergebracht, aangezien Rusland en Oekraïne destijds tot hetzelfde land behoorden. Merkwaardig. In de grondwet van de Sovjet-Unie (zowel die van 1936 als die van 1977) stond dat elke sovjetrepubliek het recht had zich uit de unie terug te trekken. Rusland en Oekraïne waren dus geen provincies. Die (relatieve) soevereiniteit was ook zichtbaar in de Verenigde Naties waar Oekraïne al vanaf het begin in 1945 tot het einde van de Sovjet-Unie in 1991 een eigen zetel in de Algemene Vergadering bezette: naast de Sovjet-Unie, net als het huidige Belaroes trouwens.

Van Wolferen wijdt geen letter aan de vraag of de 45 miljoen Oekraïners zelf ook nog iets mogen vinden

3. Van Wolferen schrijft dat er geen sprake is geweest van een Russische invasie op de Krim omdat de Russische militairen er al waren, namelijk op de bases die Rusland sinds 1991 op het schiereiland had gehouden. Onjuist. Er was wel degelijk sprake van actie. Ik baseer me op de beste bron. Het was niemand minder dan president Vladimir Poetin zelf die tijdens een persconferentie op 17 april zei dat ‘onze militairen natuurlijk achter de zelfverdedigingstroepen van de Krim stonden’.

4. Van Wolferen schrijft dat de Russisch sprekende Oost-Oekraïners niet willen worden geregeerd door een verzameling schurken en ‘erfgenamen van Oekraïense nazi’s’. Opmerkelijk. Op 25 mei zijn er in Oekraïne presidentsverkiezingen gehouden die de kwantitatieve macht van die nazi’s schetsen. Dat beeld is geflatteerd, omdat de meeste stembussen in de volgens Van Wolferen anti-fascistische Donbass dicht bleven. Leider Dmitri Jarosj van de Rechtse Sector haalde 0,7 procent van de stemmen. Leider Oleg Tjagnibok van de Vrijheidspartij, die zich verwant voelt met het Front National in Frankrijk, kwam niet verder dan 1,16 procent. Samen waren deze erfgenamen dus goed voor 1,86 procent van de kiezers. Als we uit welwillendheid jegens de auteur de luidruchtige nationalist Oleg Ljasjko (8,32 procent) bij de erfgenamen van de nazi’s optellen, komen we op 10,18 procent. Ter vergelijking: Geert Wilders en de zijnen verwierven 15,4 procent bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 2012.

5. Van Wolferen schrijft een en andermaal over een staatsgreep en/of coup in februari dit jaar. Hij doelt vermoedelijk op de vlucht van president Viktor Janoekovitsj op 21 februari. Semantisch problematisch. Janoekovitsj week die vrijdagavond via Charkov, Donetsk en de Krim naar Rusland uit, omdat de zogeheten Maidan Raad (een buitenparlementair orgaan van de protestbeweging) geen genoegen nam met het overgangsakkoord dat eerder die dag onder auspiciën van de ministers van Buitenlandse Zaken van Duitsland, Frankrijk en Polen was gesloten en zou hebben moeten leiden tot tussentijdse presidentsverkiezingen eind dit jaar. Op het gevaar af in een semantisch moeras terecht te komen, zou ik deze dag eerder een revolutie dan een putsch willen noemen. Een revolutie die later door de meerderheid van het in het najaar van 2012 gekozen parlement werd gesanctioneerd via een vertrouwensvotum voor het kabinet van premier Arsen Jatsenjoek en de verkiezingen van een nieuwe voorzitter van de Verchovna Rada. Janoekovitsj zelf rook eerder trouwens ook onraad. Op woensdag 19 februari liet hij al zijn geliefdste bezittingen weghalen uit zijn buitenverblijf Mezjigore. De beveiligingscamera’s in Mezjigore hebben deze volgens Van Wolferen kennelijk ‘pre-coupverhuizing’ keurig vastgelegd. Toegegeven: een staaf baar goud in de vorm van een stokbroodje lieten de verhuizers raar genoeg achter.

Tot slot. Jammer dat Karel van Wolferen in zijn 4113 woorden tellende beschouwing geen letter wijdt aan de vraag of de 45 miljoen Oekraïners zelf ook nog iets mogen vinden over de inrichting van hun land. Al was het maar één zin. Eén zinnetje waarin Van Wolferen van zijn hart geen moordkuil had gemaakt en dus klip en klaar had geschreven dat die 45 miljoen Oekraïners in het licht van de grote geopolitieke greep van hemzelf geen aandacht waard zijn omdat hun opvattingen er minder toe doen dan pakweg de mening van de twintigduizend lezers van De Groene Amsterdammer. Een tiental adjectieven minder en Karel van Wolferen had zijn lezers niet in het ongewisse gelaten over de hiërarchie in zijn eigen mens- en wereldbeeld.


Hubert Smeets is oud-hoofdredacteur van De Groene en nu bij NRC Handelsblad redacteur Midden- en Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie


Beeld: Pavel Constantin / Cagle