Wie in Nederland wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één jaar of langer wordt na het uitzitten van twee derde op vrije voeten gesteld. Op papier is dat ‘na goed gedrag’, maar in de praktijk komt het erop neer dat eigenlijk iedereen eerder vrijkomt. Vervolgens begint afhankelijk van het delict een traject dat vaak verloopt via de reclassering, en bij wie dat nodig is via bijvoorbeeld verslavingszorg. Het zorgt ervoor dat de gestrafte onder begeleiding terug kan keren in de maatschappij.

Minister Sander Dekker van Rechtsbescherming wil dat veranderen en heeft vorige week een wetsvoorstel ingediend. In een interview in het AD zei hij daarover dat hij met de maatregel de geloofwaardigheid van opgelegde straffen wil vergroten. ‘Als iemand na een vreselijk misdrijf achttien jaar krijgt, maar na twaalf jaar al weer buiten staat, dan is dat moeilijk uit te leggen.’ Het ondergraaft ons rechtsgevoel, aldus de bewindsman. Als het aan Dekker ligt, komt iemand die gestraft is tot zes jaar of langer maximaal twee jaar voor het eind van zijn straf pas vrij. Dus krijgt iemand bijvoorbeeld een gevangenisstraf van twintig jaar, dan moet er op z’n minst achttien jaar worden uitgezeten en begint daarna het natraject.

Hier spreekt natuurlijk Sander Dekker de VVD-politicus

Dat slachtoffers het niet te verkroppen vinden dat degene die hun leed heeft aangedaan niet de volledige straf moet uitzitten, is volstrekt logisch en hun goed recht. Dat zal niemand ze kwalijk nemen. Maar dat een minister zegt dat het de geloofwaardigheid van de rechtsstaat aantast en dat het ‘niet is uit te leggen’ is een kwalijke zaak. Want: het is namelijk heel goed uit te leggen. Juist door de uitspraken van Dekker lijkt het nu alsof delinquenten na het uitzitten van twee derde van hun straf vrijkomen en vervolgens volkomen hun gang kunnen gaan. Terwijl er allerlei voorwaarden zijn verbonden aan de vervroegde vrijlating en een natraject, waarbij zoals gezegd alles wat de dader doet onder een vergrootglas ligt. Denk aan een enkelband en andere middelen.

17 mei in Pakhuis de Zwijger:
De Groene Live #13 Straffen in de slachtoffercultuur

Met o.a. Henri Beunders & Gerard Spong

Veel kenners zetten vraagtekens bij het aanpassen van de vervroegde invrijheidstelling, een maatregel die al in het regeerakkoord stond. Hoogleraar Pauline Schuyt wijst bijvoorbeeld op het feit dat rechters bij het bepalen van de strafmaat rekening houden met de effectieve tijd dat iemand vastzit. Dat kan inhouden dat er met de nieuwe maatregel lagere straffen worden gegeven. Ook stelt ze dat door de maatregel gedetineerden korter voorwaardelijk vrij zijn en dus ook korter na afloop van de gevangenisstraf begeleid en in de gaten gehouden kunnen worden. Bovendien wordt de resocialisatie alleen maar moeilijker als iemand langer in de gevangenis zit, blijkt uit onderzoek.

Dekker denkt dat de kans op herhaling juist kleiner wordt door zijn aangekondigde maatregelen. Dat criminelen minder vaak de fout in gaan als ze langer opgesloten zijn. Hier spreekt natuurlijk Dekker de vvd-politicus. Iemand die niet alleen kijkt naar wat werkt en écht goed is voor de samenleving, maar ook naar wat goed valt bij het electoraat. De onderbuik vindt dat er in Nederland niet hard genoeg gestraft wordt, dus Dekker weet wat hij moet doen. Dat Nederland steeds veiliger wordt, wat nu weer blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek, doet er blijkbaar niet toe. Want natuurlijk weet Dekker dat ook. Maar die boodschap kan hij niet uitdragen, want dat strookt niet met het gewenste law and order-imago.