DWDD rondt af. Menig programmaonderdeel en coryfee keert terug, zoals dinsdag de broers Jussen met Beethoven. Voor de elfde keer, wat zowel iets over kracht als over zwakte zegt: die jongens zijn geweldig (ook al wilden ze begrijpelijk niet aan de improvisaties die pop- en jazzminnaar Matthijs van ze verlangde) en DWDD brengt prijzenswaardig Hoge Cultuur in sandwichvorm, maar er zijn veel jonge muzikale toptalenten die het programma nooit of hooguit één keer halen en het alleen van Podium Witteman moeten hebben (prachtprogramma maar veel kleiner publiek). Soms had en heeft de doordraaiende wereld iets incestueus’, waarbij de radste (soms gladste) praters, liefst good looking, de voorkeur hebben. Trouwens, wie zaten er dezelfde avond ook? De familie Chabot. Het zal een keertje niet. Althans, pa was er vaste gast inzake Bril, Brood, Deelder en eigen projecten. En derde zoon Splinter mocht incidenteel aanschuiven over politiek, en schopte het al in 2017 tot jongste tafelheer. Hilversum, of Westerpark, het is een kleffe kliek. Maar… die Chabots, en DWDD, zorgden mooi wel voor een ontroerend en belangrijk item.
Mijn waardering voor vader was met de jaren gestegen. Als je niet veel van Brood moest hebben (genre, leefstijl) had je ook weinig met diens apostel. Maar diens merkwaardige mix van kwetsbaarheid en kracht, van dienstbaarheid aan idolen en authentiek eigen geluid, wonnen me. En bij Splinter (wiens naam me altijd naar Maria Goos’ onvolprezen Oud geld doet verlangen) bleek al snel dat hij er niet zat als resultaat van nepotisme, maar in his own right. Intelligente, aardige jongen die de spraakwaterval van niemand vreemd had. Maar waarom zaten ze daar met z’n allen – Splinter aan tafel, de rest voorste rij? Van Splinter, geheel in het roze, was die dag, zijn 24ste verjaardag, een boek verschenen, ook geheel in het roze: Confettiregen. Ja hoor, natuurlijk: verkoop, kassa. Maar elk mogelijk cynisme verdween binnen de kortste keren door de manier waarop de urgentie van dat roze steeds duidelijker werd: het non-fictieboek beschrijft de worsteling van een jongen met zijn seksuele gevoelens en verlangens die zich richten op het eigen geslacht. En zijn angst om ouders, broers en daarna de wereld daarmee te confronteren. Eigenlijk begrijpt bijna niemand daar iets van. Zoals tafeldame Fidan Ekiz het formuleert: ‘Je hebt de meest ruimdenkende ouders en dan toch?’ Ja, zelfs dan dus toch. Wat de kijker alleen al weer doet beseffen hoeveel zwaarder dit pubers in streng-religieuze of anderszins behoudende kring moet vallen.
Om deze ouders te typeren: vader zegt dat ze het al vanaf zijn tweede wisten, want altijd roze en mama’s hakken. Toen zoon dan eindelijk, 18, met Kerst zei dat hij nieuws had, vroeg vader, na Splinters huilbui volgend op de ‘bekentenis’, wat het ‘nieuws’ eigenlijk was. Zo. En moeder? Splinter had als jochie bij handvaardigheid een miniatuur-zitbankje gemaakt. En daar een onvoldoende voor gekregen: nogal gammel. Moeder heeft het ding voor een latere verjaardag op mensgrootte niet na laten maken maar nagemaakt! Toen het uitgepakt was en iedereen het bewonderd had en de kamer had verlaten, wees moeder op een verborgen ruimte waarin Splinter een geheime brief zou kunnen bewaren. Die brief met zijn coming out heeft hij nooit geschreven of verstopt, maar de hint was teken van begrip, liefde en wijsheid. En, zegt Yolanda Chabot, moeder van vier zonen: die andere hint, dat ik de hoop uitsprak dat ik minstens één schoonzoon zou krijgen, is kennelijk ook niet of onvoldoende opgepikt. Bij dit alles smelt Splinter aan tafel, badend in ouder- en broederliefde. Maar waarom hebben ze ‘het’ Splinter nooit gevraagd, al was het maar om het hem makkelijker te maken? Vader: ik heb aan de andere jongens ook nooit gevraagd of ze hetero waren. Touché.
Dan gaat DWDD opeens weer over DWDD. Niet klef maar ter zake. Jaren geleden, nog lang voor die Kerst, had tafelheer Marc-Marie Huijbrechts in zijn rituele openingswoord gepraat over een Amerikaanse documentaire. Over pubers met suïcidale neigingen ten gevolge van pesten rond homoseksualiteit. Als gebruikelijk zat de hele familie Chabot gezamenlijk te kijken toen Huijbrechts afsloot door in de camera al die jongeren die met hetzelfde worstelden – seksualiteit, suïcidale gedachten – de boodschap van de film in te prenten: ‘Hou vol, het wordt beter.’ En Splinter wist dat Marc-Marie het tegen hem had. Keek opzij en zag dat zijn moeder hem aankeek en dat ook wist. Dat had geholpen, maar onvoldoende, want de worsteling bleef en zelfs de gedachte dat het misschien beter was niet langer te leven. Wat vader, die het boek nog niet gelezen had (moeder wel), tijdens de uitzending diep raakte. Hand voor de bril, bibberende onderlip, we hadden het eerder gezien. Hebben we recht op deze emoties? Recht niet, maar als de integriteit van alle betrokkenen en het programma zonneklaar is, dan kunnen we zonder gêne kijken en luisteren. En vaststellen dat Splinter hier de luide echo van Marc-Marie doet klinken. Daarmee hopelijk jonge kijkers steunend. Zie zelf. Jussen, Chabot, Huijbrechts, Van Nieuwkerk – spelers en schaakstukken in het beschavingsoffensief dat DWDD óók was.
Dit was de lange inleiding op een korte aanbeveling. De tweede reeks van Anne+ is dezelfde dinsdag 3 maart gestart. De Anne uit de titel, die in de eerste reeks terugkeek op haar studententijd en nu aan het begin van een volwassen leven met baan en verplichtingen en schulden staat, is lesbisch. En heeft, zoals veel van haar leeftijdgenoten in haar omgeving, homo en hetero, menig liefdesavontuur achter de rug en of lopend. En ja, dat levert lust, lol, vreugde op, maar ook lastige situaties, dilemma’s, sores. Bovendien: hoe combineer je de voortdurende leefstijl van de studietijd met een beginnende baan, die allereerst een uitstekende wekker vereist. Anne is een beetje een chaoot en sowieso zoekend, zoals tallozen in uitgestelde volwassenheid. Gaan haar ouders ook nog eens scheiden! Hoe halen ze het in hun hoofd? Quod licet Iovi (oftewel de jeugd) non licet bovi (de volwassenheid). Haar woede erover heeft iets ironisch’ maar is tegelijkertijd uitstekend te begrijpen. ‘Grow up’, hoor je jongeren denken of zeggen tegen hun ouders, die kennelijk ook met elkaar en het leven worstelen. En egoïstischer: ‘Dit kan ik er niet bij hebben.’
Er is, en dat was en blijft de grote kracht van Anne+, maar één probleem níet in haar leven, en dat is homoseksualiteit. Als anderen daar wel een probleem mee hebben (wat in de eerste reeks volstrekt marginaal voorbijkwam), dan is dat hún probleem. Zoek het lekker uit. Oftewel, Anne is (of liever was) de tegenpool van Splinter. En je hoopt dat legio van haar jonge en oudere zusters en broeders in de gelijkgeslachtelijke liefde zo kunnen leven. En dat, als bijvangst, deze leuke en sterke dramaserie degenen die wel worstelen een beetje of veel helpt. Met als boodschap: ‘Het wordt beter.’
Anne+ is geestig, met sterk script en een bak vol goede, jonge, deels mij onbekende acteurs. Onder aanvoering van de voortreffelijke Anne zelf: Hanna van Vliet. Omdat mijn recensie van de eerste reeks nog grotendeels van toepassing is op de tweede, waarvan ik alleen de eerste afleveringen zag, laat ik het bij een linkje voor belangstellenden.
Valerie Bisscheroux (regie), Maud Wiemeijer (script), Anne +, BNNVARA, tweede reeks, acht afleveringen vanaf dinsdag 3 maart, NPO 3, 22.25 uur.
De eerste reeks en aflevering 1 van de tweede zijn hier te zien.