Ook J.P. Morgan ontving veertig procent meer sollicitaties, terwijl Deutsche Bank, hevig onder vuur vanwege fraude en corruptie, ze met veertien procent zag stijgen. Acht jaar na de crisis is zakenbankieren kennelijk weer een aantrekkelijke professie voor universitair geschoolde twintigers.
Voor de crisis oefende de sector met zijn hoge salarissen en bonussen een geweldige zuigkracht uit op iedere afgestudeerde met kwantitatieve vaardigheden. Ingenieurs, chemici, natuurkundigen, mathematici – als ‘quant’ kon je bij een bank een veelvoud opstrijken van wat je in het veld waarvoor je was opgeleid kon verdienen. Maatschappelijk gezien was het een pest. Niet alleen liepen hierdoor nuttige sectoren potentieel talent mis. Ook voorzag het een parasitaire bedrijfstak van een constante stroom nieuwe technieken die vooral tot doel hadden klanten met onnodige complexiteit en verborgen kosten een poot uit te draaien.
Het is schitterend verbeeld in J.C. Chandors onvolprezen film Margin Call. Op het moment dat de fictieve bank op het punt staat de overgewaardeerde markt voor verpakte hypotheekproducten op te blazen, treffen het cynische hoofd ‘trading’, Will Emerson (gespeeld door Paul Bettany), en het zojuist ontslagen hoofd ‘risk management’, Eric Dale (gespeeld door Stanley Tucci), elkaar ’s ochtends vroeg in Brooklyn op de trap voor het huis van Dale. Daar ontspint zich een dialoog die loepzuiver de maatschappelijke ‘vervuiling’ door ‘Big Finance’ weergeeft. Terwijl Emerson Dale probeert te troosten door hem te wijzen op zijn bonuspot vertelt Dale over zijn eerdere bestaan als civiel ingenieur: ‘Wist je dat ik ooit een brug heb gebouwd?’ De brug verkortte de reistijd van twaalfduizend forenzen met maar liefst 35 mijl. Wat volgt is een prachtig staaltje hoofdrekenen, dat uitmondt in Dale’s constatering dat door zijn brug de gebruikers ervan 1531 jaar minder in hun ‘f*cking car’ hebben hoeven zitten.
Volgens The Financial Times is de stijgende toestroom van studenten naar de bancaire sector het gevolg van herbezinning van de kant van banken op het eigen personeelsbeleid. Waar voorheen kandidaten werden getest door ze tot in het ochtendgloren zinloze powerpoints in elkaar te laten draaien, is na enkele affaires met letterlijk dodelijk vermoeide stagiaires nu plots Google het model. Dan bedoelt de zakenkrant niet vegan sandwiches, organic smoothies of vergaderen in zitzakken, maar een betere werk-privé-balans, verplicht vrije vrijdagavond en periodieke sabbaticals.
Wat de krant echter over het hoofd ziet is wat ook voor de crisis de voornaamste drijfveer voor studenten was om zich te offeren aan de mammon: studieschulden. Net als voor de crisis zijn advocatenkantoren, managementconsultants, accountants en banken de enige werkgevers die de salarissen kunnen ophoesten die studenten nodig hebben om hun gigantische schulden enigszins comfortabel te kunnen aflossen. Als je geen rijke ouders hebt, kost een beetje studie in de Verenigde Staten tussen de 42.000 dollar voor een mba en 161.000 dollar voor medicijnen. Rechten zit daar met 141.000 dollar net onder. Studeren is in de Verenigde Staten net zo duur geworden als de aanschaf van een huis. Geen wonder dat het de snelst groeiende schuldencategorie is en met 1230 miljard dollar, na hypotheken, de grootste private schuldenpost.
In Nederland gebeurt hetzelfde. Sinds de introductie van het leenstelsel is de studieschuld verdubbeld, zijn de studentenaantallen gedaald, is de toestroom naar de ontplooiingsdisciplines (geesteswetenschappen, sociale wetenschappen) gestokt en de instroom bij instrumentele studies (rechten, bedrijfskunde, economie) gestegen. Hoewel de prikkels minder geprononceerd zijn, dwingt het leenstelsel studenten hun leven in dienst van het geld te slijten.
Hier past een mea culpa. Eerder sprak ik op deze plek mijn steun uit voor het leenstelsel. Ik dacht daar goede argumenten voor te hebben. Onder andere dat het een vorm van ‘omgekeerde solidariteit’ was: vmbo’ers die via de belasting moesten meebetalen aan de rechtenopleiding van het advocatenkind. Ik denk er nu anders over: wie van hoger onderwijs een ‘investering in jezelf’ maakt, leidt studenten op tot kanonnenvoer voor een gefinancialiseerd kapitalisme waar juist paal en perk aan moet worden gesteld. In mijn ogen weegt dat zwaarder dan die ‘omgekeerde solidariteit’.
Overigens constateert The Financial Times opgelucht dat er van een ‘brain drain’ uit de bancaire sector geen sprake is. Zolang wij stijgende hypotheekschulden vieren als ‘herstel’ van de huizenmarkt zal dat nog wel even zo blijven.