Juffen en (steeds minder) meesters leggen het fundament van de toekomstige volwassenen. Zij hebben een prachtig beroep dat ze doorgaans met liefde en geduld uitoefenen. Maar hun emmer is overgelopen. Alsof hij geen leraar maar een vakbondsleider is mobiliseerde Thijs Roovers via Facebook ruim veertigduizend collega’s voor een staking in het basisonderwijs. Slechts het eerste uur. Anders zijn de kinderen – en hun werkende ouders – de dupe.

De leraren eisen dat hun salarissen gelijkgetrokken worden met die van tweedegraads bevoegde docenten in het voortgezet onderwijs. Ze hebben immers allemaal een hbo-opleiding gedaan en hebben een vergelijkbare baan. Nee, zei demissionair staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker, de salarisverschillen zijn terecht gezien de werkdruk van de functies: een klas vol pubers is zwaarder dan een basisschoolklas. Eigenlijk zegt hij: ik heb geen zin om te betalen – 1,8 miljard per jaar – voor al die extra taken die hij en zijn voorgangers over de schutting van het schoolhek hebben gegooid.

Geen werknemer in een ander beroep zou het accepteren

In de afgelopen tien jaar is er heel veel veranderd in het basisonderwijs. Een leerkracht moet ‘coachen’ en niet instrueren in ‘een digitale leeromgeving’. De hele organisatie moet ‘meeleren’ waarbij de regie ‘richting de leerling ligt’. Met de invoering van ‘passend onderwijs’ (in 2014) heeft een school ‘de zorgplicht om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplaats te bieden’. Aangezien ‘het gepersonifieerd onderwijs’ is geworden heeft ieder kind recht op ‘les op maat’. Rustig, bescheiden, hoogbegaafd, hyperdruk, autistisch, verstandelijk of lichamelijk beperkt, glutenallergie, taalachterstand – elk individu vergt een eigen aanpak. Alles moet geadministreerd worden in het leerlingvolgsysteem. De cognitieve en sociale ontwikkeling, zowel op individueel als op groepsniveau. De resultaten van methodetoetsen en methode-onafhankelijke toetsen. En dan zijn er nog de ouders. Assertief of juist totaal afwezig.

Het is niet verwonderlijk dat burn-out het hoogst scoort in het hele onderwijs. Want ook de werkdruk is op middelbare scholen toegenomen vanwege managers die docenten van hun lessen afleiden met prestatienormen, het zoveelste werkplan, beoordelingsprotocollen, bijscholen. De stress wordt nog eens verhoogd door het vergrijzingsspook: over zo’n acht jaar komt er een uitstroom van tienduizend leraren en er zijn niet genoeg jonge klaren van de pabo die staan te trappelen om fris te beginnen aan deze prachtige maar drukke en overvolle baan die én slecht betaalt én ook nog eens minder dan wat collega’s van een gelijk opleidingsniveau mogen verwachten. Dat belooft nog meer schipperen met lesuren en taken. Geen werknemer in een ander beroep, zoals in het bedrijfsleven, de advocatuur of de journalistiek, zou het accepteren van zijn baas: meer verantwoordelijkheid niet honoreren.

Het bedrag van 1,8 miljard is zeker fors, en er zijn er meer die nu de economie groeit een extraatje kunnen gebruiken, zoals de ouderenzorg. Dekker vindt ‘dat blindstaren op geld alleen niet de oplossing is’. De geldinjectie kun je ook vanuit een ander perspectief bekijken: een regie richting de toekomst. Het is een prikkel om nieuwe leerkrachten aan te trekken. Om te investeren in extra onderwijsondersteuners en de bestrijding van onderwijsachterstanden. Geen overbodige luxe. Rust voor de klas. Rust in de klas. Gelijke kansen voor de volwassenen in de samenleving van overmorgen – het is zo logisch.