AMSTERDAM – Het aftreden van de burgemeester van Leiden dinsdag is een uitvloeisel van de ‘afrekencultuur’ die in Leiden heerst. Mensen worden op hun persoonlijkheid beoordeeld en niet op het beleid, aldus Dirk van den Bosch, fractievoorzitter van GroenLinks in de Leidse gemeenteraad. ‘Het onderlinge vertrouwen tussen de fractievoorzitters is weg.’

Voor burgemeester Postma, pas drie jaar geleden geïnstalleerd, was de publicatie in het Leidsch Dagblad van 1 mei onder de kop ‘Burgemeester functioneert niet’ de druppel. Daarin werd de inhoud van een vertrouwelijk voortgangsgesprek tussen de fractievoorzitters en de burgemeester weergegeven.

Aan de orde zou zijn gekomen dat Postma geen goede ambassadeur van de stad was, dat hij raadsvergaderingen niet goed voorzat, dat zijn speeches plichtmatig zouden zijn en dat Leiden te weinig zou profiteren van zijn functie als korpschef van de politie Hollands Midden en het Samenwerkingsverband Leidse Regio (SLR).

De enigen die bij het gesprek aanwezig waren en een verslag van het gesprek konden inzien, waren de burgemeester, de gemeentesecretaris en de fractievoorzitters van VVD, Leefbaar Leiden, CDA en PvdA. Even later stond de inhoud van het gesprek in de krant. ‘Later kwam het gesprek aan de orde in een vergadering van alle negen fractievoorzitters. Het verslag daarvan is naar partijgenoten gemaild en dat is ook weer in de krant terechtgekomen. Maar toen was de inhoud van het eerste gesprek al gepubliceerd’, aldus Van den Bosch. ‘Ik ben daar erg van geschrokken. De fractievoorzitters kijken nu weer met argwaan naar elkaar. Je kunt nu niet met de benen op tafel samen allerlei zaken bespreken, uit angst voor nieuwe lekken. Terwijl je het college toch ook raadsbreed tegemoet moet kunnen treden.’

Het gesprek met Postma betrof een ‘voortgangsgesprek’ ter voorbereiding op een functioneringsgesprek met de commissaris van de koningin. Ter sprake kwamen ‘verbeterpunten’, maar de positie van de burgemeester zelf stond niet ter discussie.

Leiden heeft een periode van tumultueus bestuur achter de rug. In vijf jaar zijn drie gemeentesecretarissen, dertien van de 39 raadsleden en vijf van de zes wethouders opgestapt. Van de wethouders vertrokken er vier onvrijwillig, als laatste GroenLinks-wethouder Jan Laurier, die twee weken geleden het vertrouwen verloor van medecollege partij VVD. ‘Ook daarbij ging het om de persoon’, aldus Van den Bosch, ‘niet om zijn beleid. Formeel verloor hij het vertrouwen wegens de slechte financiële positie van de sociale werkvoorziening De Zijl Bedrijven. Maar toen de portefeuille echt in de raad werd behandeld, kreeg dit dossier juist vele complimenten, ook vanuit de VVD. De partij zocht gewoon een stok om te slaan.’

Leendert de Lange, voorzitter van de VVD-raadsfractie, werpt dit verwijt ‘verre’ van zich. ‘Het ging wel degelijk om de inhoud, niet om de persoon.’ Volgens De Lange zijn de politieke slachtoffers van de laatste jaren vooral een gevolg ‘van de overgang van een regentencultuur naar een meer open cultuur’. ‘Daarbij hoort dat je wethouders aanspreekt op hun verantwoordelijkheid’, aldus De Lange. Het aftreden van Postma noemt hij een ‘bijzonder, onnodig dieptepunt, waarbij niemand gebaat is. Het belemmert de verbetering van de bestuurscultuur, waartoe we net met z’n allen hadden besloten.’

Volgens Van den Bosch, die met vier jaar raadservaring ‘een van de langst zittende raadsleden’ is, was het voor Postma, voormalig secretaris-generaal op het ministerie van Financiën, bij voorbaat al lastig zijn voorganger Cees Goekoop op te volgen. ‘In achttien jaar tijd was Goekoop uitgegroeid tot een van de populairste burgemeesters van het land. Terwijl ook hij in de eerste drie jaar van zijn functioneren veel kritiek kreeg, onder meer omdat hij de vergaderingen slecht zou leiden. Onze vergaderingen verlopen nu eenmaal zeer chaotisch. Mohamed Rabbae, die dinsdag is beëdigd als opvolger van Laurier, vroeg me na afloop of het normaal was dat iedereen door elkaar heen praatte. Dat is de cultuur in Leiden.’