De Anna Bijns Prijs stopt ermee. De stichting (in 1985 opgericht door Renate Dorrestein, Anja Meulenbelt, Caroline van Tuyll en Elly de Waard) heeft haar doelstelling gewijzigd en gaat in plaats van de prijs uit te reiken publieksevenementen en discussies organiseren. Mede ingegeven door de wens om de enkelvoudige categorie ‘vrouw’ te ontstijgen, zo blijkt uit de verklaring die ze geeft:
De doelstelling is met de tijd veranderd: van een tweejaarlijkse prijs voor een Nederlandse schrijfster, verbreedt de stichting haar focus door meerdere stemmen aan bod te laten komen. Door een programmering waarin ook niet-westerse stemmen aan bod komen wil de stichting vrouwelijke schrijvers regelmatiger onder de aandacht brengen.
In 1985 werd de prijs opgericht om de ‘P.C. Hooftprijs een weerwoord’ te bieden en hij wordt sindsdien elke twee jaar aan een Nederlandse schrijfster uitgereikt. De winnaar kreeg een kunstwerk en tienduizend euro. In 2013 merkte de Anna Bijns Stichting nog op dat de prijs nog niet aan relevantie had ingeboet omdat vrouwen nog altijd ‘in de schaduw van literaire mannen’ verblijven.
Bij haar winst van de Anna Bijns Prijs voor De consequenties in 2014 deelde Niña Weijers die observatie, maar uitte ze ook kritiek op het bestaan van de prijs omdat die vrouwen als aparte categorie behandelt:
‘Het is ook niet ideaal, seksistisch zelfs, zo’n prijs alleen voor vrouwen. Alsof de vrouw een minderheid is, laat staan een aparte afdeling.’
Eerder had Jamal Ouarachi al zijn pijlen gericht op literatuurprijzen voor vrouwen, maar vanuit een andere motivatie, namelijk dat vrouwen de lat niet hoog genoeg leggen. Anders dan een bijna verstikking door een wasabinootje heb ik hier verder geen aanstoot aan genomen en verwijs ik naar de bingokaartvan loze argumenten voor het gebrek aan vrouwen.
Zijn de afschaffing van de Anna Bijns Prijs en de weerstand die succesvolle jonge vrouwelijke auteurs als Weijers ertegen voelen een teken dat prijzen voor vrouwen anno 2016 overbodig zijn geworden? Zou het kunnen dat er in literair prijzenland een verschuiving gaande is en kan de afschaffing van speciale prijzen die verschuiving misschien zelfs bespoedigen? Tijd voor een #lekkertellen: literaire prijzeneditie!
Prijzencircus
Literaire prijzen zijn een curieus verschijnsel: een verzameling letterheren (en steeds vaker ook lettervrouwen) komt bijeen om een auteur een flinke lading kapitaal te verschaffen, niet alleen klinkende duiten (zestigduizend euro, het prijzengeld van de P.C. Hooftprijs, is voor de meeste auteurs een behoorlijk fortuin), maar in het geval van de prestigieuze literatuurprijzen ook cultureel kapitaal (en een mooi of minder mooi beeldje). Een publieksprijs is mooi meegenomen, maar een juryprijs functioneert als een ridderslag: deze auteur heeft Literaire Kwaliteit, dus uitgevers, critici, let op: investeer in de verdere ontwikkeling van dit oeuvre.
Dankzij #lekkertellen weten we dat vrouwelijke auteurs significant minder of kleinere recensies krijgen dan mannen – in die zin verblijven ze dus nog steeds ‘in de schaduw van mannen’. Alhoewel jury’s eigenwijs kunnen zijn en in de kritiek niet opgemerkte auteurs kunnen bekronen, leert de ervaring dat auteurs die meestal groot besproken zijn in de bijlagen grote kanshebbers voor prijzen zijn.

Kijk, Harry won ’m ook! De Libris, honderdduizend klinkende guldens voor De procedure in 1999.
Voor deze #lekkertellen telde ik de winnaars van zes grote literaire prijzen, vanaf het moment dat ze voor het eerst werden uitgereikt. Daarbij keek ik naar de prijzen door vakjury’s, niet de publieksprijzen. Want dat vrouwen veelgelezen boeken schrijven, dat weten we (dat wordt juist al van oudsher tegen vrouwen gebruikt: zie hier). De vraag is: hoe zit het met de verwerving van literaire respectabiliteit? Daarnaast bekeek ik prijzen voor debutanten en oeuvrebouwers. Het gaat om prijzen voor zowel proza als poëzie. Klaar voor zuurstokgekleurde grafiekjes?




Lekker prijzen tellen
Kijken we naar de literaire prijzen die het meeste cultureel en financieel kapitaal opleveren, dan zien we dat er inderdaad een en ander veranderd is wat betreft de positie van vrouwen. Zo werd de P.C. Hooftprijs, waar de Anna Bijns Prijs een tegenwicht aan wilde bieden, de afgelopen zeven jaar drie keer aan een vrouw uitgereikt (Charlotte Mutsaers in 2011, Anneke Brassinga in 2014 en Astrid Roemer in 2015). Reden voor een feestje is het bij De Lezeres echter niet. Zo werd de juryprijs van de Gouden Uil nog nooit (dus NUL keer) aan een vrouw uitgereikt en blijft de balans bij de Libris literatuurprijs, die vanaf 1994 wordt uitgereikt, steken op een schamele tien procent: van de 22 keer dat de prijs werd uitgereikt ging die twee keer naar een vrouw.

Opvallend genoeg scoren de debuutprijzen een stuk beter. De debuutprijs van Het Liegend Konijn werd zelfs elke keer (vijf maal) aan een vrouw uitgereikt, terwijl dat geen prijs is die alleen voor vrouwen is bedoeld.
Tellen we al het gewonnen prijzengeld bij elkaar op, dan is duidelijk wiens boterham tot nu toe het dikst belegd werd: die van de mannen. Mannen sleepten circa € 7.431.200,- in de wacht, vrouwen circa € 1.400.200,-. Dat is een verschil van ruim zes miljoen.

Een kentering?
De grote prijzen, die over het algemeen al voor een langere periode worden uitgereikt, zijn vaak naar mannen gegaan. Maar het is niemand ontgaan dat Connie Palmen deze maand de Libris literatuurprijs op haar naam schreef. Is er sprake van een kentering? De afgelopen tien jaar ging de prijs twee keer naar een vrouw (naar Palmen en naar D. Hooijer, in 2008), dus in het geval van de Libris mag het nog niet baten: elf procent (drie maal) van de prijzen werd uitgereikt aan een vrouw. Bij de P.C. Hooftprijs en de VSB Poëzieprijs zien we ook een kleine verschuiving; die werden beide in de afgelopen vijf jaar twee keer aan een vrouw uitgereikt.
Bovendien was 2015 een opvallend goed jaar voor vrouwelijke dichters: Hester Knibbe won de VSB Poëzieprijs, Ruth Lasters de Turing Gedichtenwedstrijd, Saskia Stehouwer de C. Buddingh’-prijs, Hannah van Wieringen de Debuutprijs van Het Liegend Konijn, Runa Svetlikova de debuutprijs van de Herman de Coninckprijs, Maud Vanhauwaert de Hughues C. Pernathprijs (waarvoor enkel vrouwen waren genomineerd), Hanneke van Eijken de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs, Marieke Rijneveld het C.C.S. Crone-stipendium, Els Moors de J.C. Bloem-poëzieprijs en Anneke Brassinga de P.C. Hooftprijs.
In het poëziepodiumcircuit (niet in de grafiekjes opgenomen) viel de vijfde editie van het poëziefestival Dichters in Elswout op: alle tien de geprogrammeerde dichters waren vrouw, zonder dat dit als een statement werd geprofileerd. In januari 2016 stonden er bovendien voor het eerst twee vrouwelijke poetry slammers in de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetry Slam (Else Kemps en Carmien Michels).
Of een piramide?
Dat er veel debuutprijzen naar vrouwen gaan zou kunnen wijzen op een wisseling van de wacht in de ivoren torens van de vaderlandse literatuur. Of moeten we niet al te vroeg juichen? Vrouwelijke debutanten krijgen regelmatig veel aandacht in de boekenkaternen, maar het is de vraag in hoeverre ze vervolgens een grote naam blijven. Vrouwen worden percentueel (iets) vaker genomineerd dan ze worden bekroond (vermoedelijk, in elk geval bij de Libris literatuurprijs, zoals we in NRC hebben kunnen zien). Dat er sprake is van een piramide, waarin de vrouwen vooral de onderste lagen bezetten, maar zelden doordringen naar de top, sluit ik daarom nog niet uit.
De Anna Bijns Prijs is erin geslaagd een traditie te creëren die respectabel is (de lijst met winnaars is indrukwekkend) en effect sorteert. De stichting heeft de genomineerde en bekroonde auteurs financieel en symbolisch kapitaal gegeven, iets wat, zoals de grafieken laten zien, niet vanzelfsprekend is voor vrouwelijke auteurs in het Nederlandstalige literatuurprijzencircus. Maar helpt een prijs voor vrouwen echt mee aan het bestrijden van de genderongelijkheid in de letteren? De bekroningen verbeteren niet op directe wijze de scheve m/v-verhoudingen bij andere prijzen. En dat is natuurlijk mijn droom: dat een literaire prijs voor enkel vrouwen niet meer nodig is. Fingers crossed dat de kentering in prijzenland doorzet en dat de piramide een genderdivers prijzenpodium wordt, niet alleen in de onderste laag.
Ook bij De Groene-redactie is de naam van De Lezeres onbekend. Haar weblog vindt u hier. De grafieken en illustraties werden verzorgd door Studio Vruchtwater. Foto: Harry Mulisch ontvangt de Libris-prijs (ANP)