Een kleine twintig jaar geleden zaten de bedenkers van Strictly Come Dancing met een probleem: op het laatste moment was een van de beoogde juryleden van de nieuwe bbc-dansshow afgevallen. De Nieuw-Zeelandse danskampioen Erin Boag kwam op de proppen met een zekere Len Goodman uit een anonieme voorstad van Londen. ‘Hij is maar een dansdocent uit Dartford’, zei ze, ‘maar het is wel een persoonlijkheid.’ En dat bleek. De zestigjarige maakte zo’n overweldigende indruk dat hij meteen juryvoorzitter werd, een rol waarin hij zou uitgroeien tot de ongekroonde danskoning van Groot-Brittannië.

Met het heengaan van Goodman, op 78-jarige leeftijd, zijn de Britten een van hun nationale schatten verloren. Jarenlang vermaakte hij de natie met zijn oordelen tijdens de show die dansen een hernieuwde populariteit schonk. ‘Jouw bips stuiterde op en neer als een bal op een roulettewiel’, ‘Het was alsof ik een ooievaar zag die geraakt werd door een bliksem’, ‘Delen waren magisch en delen waren tragisch’ en ‘Dit was als een lucifer. Bovenaan heet en onderaan houterig’, waren typisch Goodman-opmerkingen. Hij werd geassocieerd met het nummer zeven, het zuinige cijfer dat hij placht te geven aan kandidaten.

Samen met de in 2017 overleden presentator Bruce Forsyth droeg hij de show, met zijn scherpe maatpakken, zijn liefde voor het dansen en zijn gevoel voor humor. Hij was een echte cockney, vol charme en bravoure. Het volkse Oost-Londen heeft door de decennia bijzondere persoonlijkheden voortgebracht, van de zangeres Vera Lynn tot de snookerlegende Ronnie O’Sullivan, van filmmaker Alfred Hitchcock tot voetbalster David Beckham. Goodman wordt gezien als de laatste grote showman binnen het amusement die – als zoon van een groenteboer – uit de traditionele arbeidersklasse afkomstig is.

Leonard Gordon Goodman werd tegen het einde van de oorlog aan de zuidelijke rafelrand van Londen geboren, maar hij groeide op in het door de Duitse bombardementen zo gehavende East End. Bij het maken van de televisieserie Who Do You Think You Are? bleek dat de Goodmans nazaten waren van een Poolse immigrant die in 1830 had gevochten tijdens de Novemberopstand tegen de tsaar. Breed hadden de Goodmans het niet. In zijn autobiografie Better Late Than Never: From Barrow Boy to Ballroom, schreef hij dat op de wc altijd een stapel oude kranten lag; toiletpapier was een luxe.

Met zijn pensioen in zicht wilde Goodman meer tijd besteden aan golf

Op school bleek hij geen academicus, maar hij blonk uit in cricket en voetbal. Zijn ware leerschool was de marktstal van zijn opa Albert. Daar leerde de jonge Len ‘the gift of the gab’: gevat converseren. In zijn tienerjaren hielp hij zijn ouders, die de groentehandel hadden overgenomen. Hun scheiding kwam als een grote schok. Na als schoolverlater te hebben gewerkt als monteur bij een computerbedrijf, ging hij in de Londense haven aan de slag als leerling-lasser bij het scheepsbouwconcern Harland & Wolff. Zijn droom om het te schoppen tot profvoetballer bij zijn geliefde West Ham United eindigde abrupt toen hij een middenvoetsbeentje brak.

Om zijn voeten sterker te maken kreeg hij het doktersadvies om te gaan stijldansen. ‘Not on your Nellie, mate’, was zijn eerste reactie, maar zijn vriendin Linda haalde hem over. Hiermee zette hij een familietraditie voort, want zijn ouders waren voor de oorlog kundige ballroomdansers, toen een ware volkssport. Goodman won meerdere bekers en nadat hij met zijn dans- en levenspartner Cherry Kingston in Blackpool Brits kampioen was geworden, stopte hij met dansen om zich toe te leggen op het doceren. In 1973 opende hij zijn eigen dansstudio in Dartford, de stad van de Rolling Stones.

De school, gevestigd boven een winkel, legde zich toe op Latijns-Amerikaans- en stijldansen. ‘Hij was de best denkbare dansdocent’, herinnert Nerina Ram zich, die tussen 1974 en 1992 les van hem kreeg, en zijn assistente werd. ‘Ik herinner me hoe hij me optilde en liet vliegen tijdens de Weense wals. Plezier in dansen stond altijd voorop bij Len en hij haalde beroemde dansers om demonstraties te geven. Het mooie was dat hij iedereen hetzelfde behandelde, ongeacht afkomst.’ Toen de dansschool eind jaren zeventig minder liep, brachten succesvolle dansfilms Grease en Saturday Night Fever redding.

Naast klassiek dansen begon Goodman zich ook te richten op disco. Dat ging vanzelf, want zijn muziekkennis was diep en breed, van Fred Astaire tot Freddie Mercury. Als er maar op te dansen viel. Alleen met hiphop kon hij niets.

Met zijn pensioen in zicht had Goodman plannen meer tijd te besteden aan golf. De kans om jurylid bij Strictly te worden was echter te verleidelijk. Het leverde hem tot in Amerika toe faam op, iets waar hij nooit actief op uit was geweest. Zijn beroemdheid was gebaseerd op hard werken en geloof in wat hij deed, en niet op een YouTube-video of op een geruchtmakend optreden in een televisieshow. Als juryvoorzitter bij Strictly genoot Goodman, die in zijn leven nooit een buitenlands gerecht heeft gegeten, van zijn imago als ouderwetse charmeur, eentje die hoge eisen stelde aan de jonge dansers op de vloer voor hem. ‘Ik ben een kop thee in een wereld van magere latte’s’, zei hij eens tijdens een interview met The Daily Mirror. Zijn a-modieuze benadering leverde hem een grote schare fans op, tot en met koningin Camilla. Zij sprak haar droefheid uit over zijn overlijden als gevolg van botkanker. Hij laat zijn zoon James en zijn tweede echtgenote, Sue Barrett, achter. James zet de Goodman Dance Academy in Dartford voort.