
De roman die vorige herfst de Booker Prize 2022 verrassend won, The Seven Moons of Maali Almeida van de Sri Lankaanse Shehan Karunatilaka (1975), kent twee voorstadia. De eerste versie, Devil Dance, dong in 2015 zonder succes mee naar een literaire prijs en kwam niet op de markt. De tweede versie, Chats with the Dead, werd in 2020 uitgebracht door Penguin India. De Londense en Amerikaanse tak van Penguin waren minder happig op publicatie omdat de uitgeverij meende dat de ingewikkelde burgeroorlog die Sri Lanka van 1983 tot in de 21ste eeuw teisterde potentiële kopers in het Westen zou afschrikken, of ze niet zou interesseren. De Britse uitgever Sort of Books was minder marktgevoelig en bracht vorige zomer The Seven Moons of Maali Almeida uit. Een paar maanden later had Penguin, beheerst door een beperkte westerse blik, écht het nakijken toen de roman in de prijzen viel.
In Karunatilaka’s debuutroman Chinaman: The Legend of Pradeep Mathew (2010) is een journalist in de jaren tachtig op zoek naar een verdwenen cricketspeler. The Seven Moons of Maali Almeida is geschreven vanuit een in december 1989 verdwenen fotograaf, en nog wel in de jij-vorm. Het woord ‘verdwenen’ is een eufemisme voor een actie van doodseskaders van de corrupte Sri Lankaanse regering: ze smeten de fotograaf, ook nog gokverslaafd en homoseksueel, van een balkon, waarna ‘vuilnismannen’ (lijkenwegwerkers) de opruimdienst vormden. ‘Je lichaam maakte geen geluid toen het tegen het asfalt kwakte, in elk geval geen geluid dat boven de herrie van de stad [Colombo] en het zoemen aan het einde van de wereld uit kon worden gehoord. Je voelde dat je zelf splitste in het jij en het ik, en toen in de talloze jij’s en oneindig veel ikken die je ooit ben geweest en opnieuw zult worden.’
De dode fotograaf Maali Almeida, met een kapotte Nikon om zijn niet meer bestaande nek, wil weten wie hem heeft vermoord en waarom. Hij vermoedt dat het gaat om een doos met foto’s onder zijn bed, beelden die de regering kunnen compromitteren. Eén foto toont een Tamil-kolonel in gesprek met een regeringsmajoor. Levert de regering dan wapens aan de Tamil-terroristen?
Op dit punt aangekomen moet ik twee dingen kort uitleggen, namelijk waar de fotograaf zich na zijn dood bevindt en hoe het zat met die burgeroorlog op Sri Lanka, die in juli 1983 losbarstte. Maali zit in de limbo of de bardo. Zeven manen lang zit de fotograaf als pas gestorven geest in een overgangsfase, namelijk Tussenin. Na die zeven manen is er Het Licht of de vergetelheid. Dankzij de wind en het noemen van zijn naam Daar Beneden (op aarde) kan Maali zich als geest verplaatsen en volgen wie zijn dood verwerken en hoe het die doos met foto’s vergaat.
En die burgeroorlog op Sri Lanka, met tachtig procent boeddhistische Singalezen en twintig procent hindoeïstische Tamils? Na de losmaking in 1948 van het Britse rijk stelde de Singalese regering de noordelijke Tamils, door de Britten goed opgeleid, systematisch achter. In juli 1983 barstte de bom: Tamils doodden dertien regeringssoldaten, wat leidde tot massale moordpartijen onder de Tamils en het ontstaan van Tamil Tijgers-terrorisme, strevend naar een eigen land. De burgeroorlog kostte aan vele tienduizenden het leven. Pas in 2006 kwam er een einde aan. Die strijd legt Karunatilaka keurig uit in zijn roman, een uitleg als een middelvinger tegen Penguin…
De kracht van De zeven manen van Maali Almeida is de humor die door de vertelling is verweven. De fotograaf zou een geheime communist zijn, opdrachten van de regering hebben gekregen en wat niet al. Zeker is dat hij fotografeerde in dienst van de AP, verslaafd was aan zijn Nikon en minder aan zijn vriend DD, wiens vader minister is, en die naar San Francisco wil vluchten. Toeval en elektriciteit, aldus Karunatilaka, zijn de drijfveren in het universum vol willekeur.
In de jacht van de fotograaf naar de negatieven en naar zijn moordenaars komt de lezer een paar kleurrijke en fantastische figuren tegen in Tussenin. Daar is de Kraaienman, een blinde astroloog residerend in een grot. Hij geeft Jaki, Maali’s huisgenote en vriendin die hij lelijk heeft laten zitten, een paar hints die haar verder helpen. Daar is ook de dode universiteitsdocente dr. Ranee, in leven een gematigde Tamil, die de fotograaf naar Het Licht wil leiden. En daar is Maali’s moeder, met wie hij tijdens zijn fotografenleven een afstandelijke relatie had. En zo groeit De zeven manen van Maali Almeida ook uit tot een zevendelige bezinning voor de fotograaf: wat heb ik wel en wat heb ik niet goed gedaan in mijn woelige bestaan?
Het andere aspect van de roman, het ongebreidelde geweld en de eindeloze moordpartijen, komt tot uiting in gruwelijke scènes die tonen dat er in de jaren tachtig en negentig op Sri Lanka een genocide heeft plaatsgevonden die zich aan het oog van de wereld onttrok. Deze zeer vitalistische roman richt er achteraf de aandacht op.
Shehan Karunatilaka woont al lang niet meer op Sri Lanka. Hij is kosmopoliet geworden en heeft voor zijn derde roman natuurlijk al lang een gretige uitgever.