Met een parkeerpaal werden zijn ribben gebroken, terwijl nog een paar mannen hem met hun vuisten te grazen namen. ‘Ze gaven me tot zes uur ’s ochtends om de wijk te verlaten’, zegt hij. De reden voor de afranseling? ‘Puur omdat ik Syrisch ben’, zegt hij moedeloos.
Het is geen uitzondering. Syriërs worden steeds vaker in elkaar geslagen in een groeiend klimaat van vijandigheid tegenover de bijna 1,2 miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen in het land. Ngo’s rapporteren wekelijks incidenten. Human Rights Watch spreekt van aanvallen met geweren en messen.
Het geweld is het resultaat van de grote druk die het Syrische conflict op Libanon uitoefent. Infrastructuur, watervoorziening en het scholensysteem zijn overbelast. De afgelopen paar jaar vonden er meerdere bomaanslagen plaats. Libanon is verdeeld. De sjiitische militie Hezbollah steunt de troepen van president Bashar al Assad, terwijl soennieten achter de oppositie staan.
In augustus raakte het leger slaags met islamitische rebellen van de Islamitische Staat en Jabhat al-Nusra die het grensdorp Arsal probeerden te veroveren. Na vijf dagen strijd was het dorp weer in Libanese handen, maar dertig soldaten en politieagenten werden ontvoerd. Die zitten nog steeds vast, vier zijn er inmiddels vermoord, waarvan twee op video werden onthoofd door de Islamitische Staat.
Na deze escalatie nam de discriminatie tegen Syriërs toe. Enkele informele vluchtelingenkampen werden afgebrand. Een groeiend aantal gemeenten stelde een avondklok in. Grote spandoeken met teksten als ‘Het is verboden voor Syriërs om na acht uur naar buiten te gaan’ sieren de straten in minstens 45 gemeenten.
De Verenigde Naties, die de vluchtelingen registreert en hulp biedt, erkent dat Libanon het water aan de lippen staat. Het ondersteunen van gastlanden is de focus van het nieuwe hulpplan dat vorige maand van start ging. Er is al een noodplan voor Libanon gelanceerd. Dat is geen luxe, aldus VN-residentcoördinator Ross Mountain in een opiniestuk in een lokale krant. ‘We moeten meer investeren in Libanons eigen benodigdheden, om ervoor te zorgen dat het land deze periode kan overleven.’