Het smelt, de enige debuutroman op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2017, gaat over Eva die zich moet zien te redden in een West-Vlaams dorp vol zelfmoord en zuipende ouders, verveelde en verlaten kinderen en grensoverschrijdend gedrag. Spit koos ervoor haar roman zich te laten afspelen in twee tijden: het nu en de zomer van 2002. Tussen de stemmen van de jonge en de tien jaar oudere Eva zit volgens Gustaaf Peek ‘schrikbarend weinig verschil’. Peek: ‘Dit kan op literair onvermogen duiden, maar ik ben bereid om dit als een bewuste keuze op te vatten.’ In Het smelt weet Spit volgens Peek met succes een combinatie van ‘cliffhangers en cabaret’ vol te houden, zonder dat de roman zijn subtiliteit verliest. Spits debuutroman staat volgens Peek verder vol scènes ‘die samen een boeiende novelle zouden kunnen beslaan’.

In Moedervlekken van Arnon Grunberg, die in 2007 zijn eerste en voorlopig enige Libris-prijs kreeg voor de roman Tirza, toont de auteur volgens Kees ’t Hart ‘dat het afgelopen moet zijn met illusies en het verlangen ernaar’: ‘Het is allemaal gelul, lees maar, hier staat het, en vervolgens schrijft hij er even later weer een roman over.’ Zo ook in Moedervlekken, waarin Grunberg naast een verhaal over een gedemoraliseerde psychiater ook met een portret komt van zijn in 2015 overleden moeder. ‘Een fraai portret’, schrijft ’t Hart, in een boek dat volgens hem beschouwd mag worden als ‘een hoogtepunt in Grunbergs oeuvre’: ‘Alles komt erin samen. Zijn stijl, die berust op de paradox, de litanie en de herhaling, fonkelt hier. Ze werkt. Ze houdt de emoties op afstand en zorgt ervoor dat je dit tegelijkertijd beseft waardoor ze des te sterker emotioneert.’

Vergelijkbare woorden had Kees ’t Hart over voor Alfred Birney, die een Libris-nominatie in de wacht heeft gesleept met zijn roman De tolk van Java. In deze roman keert Birney terug naar zijn jeugd en vooral naar zijn vader (‘halve gare gek’) van Nederlands-Chinese afkomst. Wat betreft ’t Hart mag De tolk van Java Birney’s magnum opus genoemd worden: ‘Veel van zijn in eerdere romans (Vogels rond een vrouw, 1991, Het verloren lied, 2000) verwerkte autobiografische thema’s komen hier samen in een groot en fraai verband.’ Met De tolk van Java schreef Birney volgens ’t Hart een ‘bittermooie’ en ‘uiterst gedreven’ roman, waar je ‘soms erg hard om kunt lachen’. Dat feit maakt de roman volgens ’t Hart soms ‘merkwaardig licht’. Birney slaagt erin om thema’s als kindermishandeling, gedoemde Indische achtergrond en oorlogstrauma’s van nieuw leven te voorzien. ’t Hart: ‘Als je zo kunt schrijven, kun je alles aan.’

Walter van den Bergs Schuld is volgens Marja Pruis ‘een actuele stadstragedie van klassieke allure, die zich over krap een decennium uitstrekt en schoksgewijs wordt verteld door de verschillende betrokkenen’. Pruis is vol lof over de ‘klinkklare taal en scherp gesneden scènes’, waarmee Van den Berg langzaam naar de climax van zijn roman toe werkt. Pruis: ’Héle sterke shit van Van den Berg, dit verhaal over menselijkheid.’

In Wil, de genomineerde roman van de Vlaming Jeroen Olyslaegers, noteert de negentigjarige Wilfried Wils zijn oorlogsbekentenissen. Over de roman schreef Graa Boomsma: ‘Jeroen Olyslaegers laat via de meerstemmige Wilfried Wils en dankzij een majestueuze stijl subtiel weten dat het rabiate ressentiment nooit ver weg is en dat een onverwerkt verleden vele hoofden blijft bezetten.’

Van de zes voor de Libris Literatuur Prijs 2017 genomineerde romans werd alleen ‘Zachte riten’ van schrijver en Groene-redacteur Marja Pruis niet besproken.