Ook Egan lijkt van dit spel te houden. Zijn schilderijen zijn onnadrukkelijk vierkant, sommige rechthoekig. Het zijn de minimale formele voorwaarden voor zijn dagboeknotities in kleur. Hij schildert kleurvlakken met hier en daar een ragfijn wit kalklijntje en enkele contrasterende kleurvlakjes binnen het grotere geheel. De titels verwijzen naar elementaire geografische begrippen en verschijnselen. De windstreken oost, west, zuid, noord, de getijden eb en vloed (One hundred tides). Plaatsbepalingen die van belang zijn voor iemand die woont en werkt in een kuststreek: Strand, Estuary, Foreland, Level. Of hoe de mens het spel van de natuurelementen ervaart: Blue Horizon, Imminent Dawn, Wintersong, Indian Dusk. Ook zonder die titels gooi je zonder voorbehoud je eigen kleurenarchief open en vergelijk je zijn nachtblauwvariaties, zijn stormblauw en ochtendgrijs met je eigen gekoesterde kleurstaaltjes. Een ander spelletje. Staren. Wie na zijn puberteit niet gestopt is met oefenen ontdekt na een tijdje geconcentreerd staren iets opwindends en nieuws in dat wat je anders gewoon of saai zou vinden. De unieke eigenheid van een vertrouwd landschap, een zoveelste avond aan zee - door gewenning onzichtbaar geworden - manifesteert zich plotseling overweldigend en stoot zonder hindernissen door naar de harde schijf van je beeldgeheugen. Zonder de gebruikelijke ‘ruis’ tussen wat je ziet en wat je ervaart, realiseer je je ineens weer hoe dicht concreet en abstract eigenlijk bij elkaar liggen. En hoe geestverruimend dit dromen met je ogen open kan zijn. Zonder dat je eerst je oude kinderspelletjes nieuw leven hoeft in te blazen, brengt het overzicht van Egans werk in het Stedelijk Museum je ook in eenzelfde staat van helderheid. Lichtvanger Felim Egan doet het meeste werk al voor je en trekt je mee in zijn verdwijnpunten, waar je balanceert op de fragiele scheidslijn tussen zichtbaar en onzichtbaar. Hier legt hij zijn herinneringen aan de kleur van het landschap en het licht aan je voor. Zo puur en scherp mogelijk doet hij een voorstel, en nog een, en nog een. Voor wie openstaat voor deze subtiele themasuggesties worden Egans schilderijen en aquarellen in knisperende droomkleuren het uitgangspunt voor eigen improvisaties. Niets hoeft je dan nog in de weg te staan om onbekommerd een half uurtje te genieten van een free jazz-achtige uitwisseling van landschapassociaties in kleur op een druilerige zondagmiddag in april. + Ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van de Nederlandse Vogelbescherming haalt het Rijksmuseum prenten, tekeningen en foto’s uit de kast van ‘walgvogels’ (dodo’s), paradijsvogels, tapuiten, honingzuigers en knobbelganzen en presenteert deze vogels sober in een entourage van eeuwenoude, ornithologische naslagwerken, verzamelaarskasten, opgezette prachtexemplaren en volièregeluiden. Vogels, Rijksmuseum, Stadhouderskade 42, Amsterdam, t/m 27 juni (020-6747000).
Rubriek
Lichtvanger beeldende kunst
Felim Egan voert je terug naar je kindertijd. Met je handen op je oogleden speel je een verslavend spelletje met het licht. In het scherpe zomerse zonlicht zie je op het beeldscherm van je oogleden een vibrerende filmstill die uit louter kleur bestaat. Vloeibaar oranje zakt de zon in zee. Lichtjes drukkend verschijnt een nieuw tafereel. Met je hoofd naar beneden zie je het zand paars-roze nasmeulen van een lange, warme dag. Vanuit de hoeken van je beeldscherm drijven eilandjes van kleur naar het midden toe, waar ze oplossen in de hoofdkleur. Voor een kind (jong of oud) dat zich verveelt is er geen beter tijdverdrijf, altijd bij de hand en directe betovering verzekerd. Licht is de uitdaging, concentratie de fuik waarin de lichtvanger zijn prooi lokt.
www.groene.nl/1999/14