
Ze beloven elkaar eeuwige trouw zoals kinderen dat doen die hun bloedende vingertoppen tegen elkaar aandrukken. Hier hoeft echter geen bloed aan te pas te komen, want hun bloed is al gemengd. Dit is wat zij tegen hem zegt, en ze gaat erbij op haar knieën:
Brother, even by our mother’s dust, I charge you,
Do not betray me to your mirth or hate;
Love me, or kill me, brother.
En dit zegt hij op zijn beurt, en ook hij gaat op de knieën:
Sister, even by my mother’s dust I charge you,
Do not betray me to your mirth or hate;
Love me, or kill me, sister.
Na deze plechtige woorden is de gang naar de slaapkamer griezelig kort: ‘Let’s learn to court in smiles, to kiss, and sleep,’ zegt hij, en neemt zijn zus aan de hand.
De incestueuze liefde tussen broer en zus in ’Tis Pity She’s a Whore komt in de uitvoering van het Londense toneelgezelschap Cheek by Jowl, onder regie van Declan Donnellan, hard aan. De archaïsche zinnen – het stuk dateert van 1633 – klinken in een moderne aankleding verrassend nabij. Verwarrend nabij. Het openingsbeeld is een meisjesslaapkamer, in rode tinten. Een onschuldig knuffelbordeel, met een übersexy meisje op een gigantisch bed, omringd door posters van haar tienerhelden. De blonde Eve Ponsonby, die de rol van Annabella speelt, straalt een gevaarlijk en tegelijkertijd vertrouwd soort lust uit, zoals ze daar danst en kronkelt op haar bed. Samen met vertrouwelinge Putana – what’s in a name – neemt ze de huwelijkskandidaten door. De een is een aap, de ander een idioot. De sexy mannen dansen rond haar bed, in pak, met stropdas, maar ook met ontblote torso. Het lijkt wel een reclame voor een mannendeodorant, ze swingen als paarden, die mannen, de een nog breder grijnzend dan de ander. Tot eindelijk iemand zich aandient met een, in de ogen van Annabella, ‘blessed shape’.
Ze weet niet wat ze ziet, kijk dan Putana, kijk!
What man is he, that with such sad aspect
Walks careless of himself?
Putana vraagt ’t oprecht: ‘Where?’
Annabella: ‘Look below.’
Putana: ‘Oh, ’tis your brother, sweet –’
Annabella: ‘Ha!’
Putana: ‘’Tis your brother.’

Vanaf dat moment is het pleit beslecht. Broer en zus zijn bestemd voor elkaar, en voor elkaar alleen. De pulserende muziek, de verleidelijke dans, dat hele vertoon van vrolijke wellustigheid van aantrekkelijke mannen die rond het bed van Annabella hun opwachting maken, ze vormen de inleiding tot iets desastreus. Tegen de tijd dat Giovanni en Annabella hun pact sluiten – Love me, or kill me – zit je met kippenvel op je armen toe te kijken.
’Tis Pity She’s a Whore is een tragedie waarvan het moeilijk voor te stellen is dat die bijna vierhonderd jaar geleden geschreven is. Van de schrijver John Ford is niet zo veel bekend, behalve dat hij in 1586 werd geboren in Devon, en nooit getrouwd is. Of hij bijvoorbeeld een zuster had… vást. Hij was in ieder geval bovenmatig geïnteresseerd in de relatie tussen lichaam en geest. Zo schreef hij een stuk over twee mannen die, om verschillende redenen, denken dat ze impotent zijn (The Fancies Chaste and Noble), maar ook is hij de auteur van de tragikomedie The Lover’s Melancholy, over alle soorten droefgeestigheid en waar die zoal vandaan komen.
Hoe die stukken werden ontvangen in hun tijd is niet helemaal bekend. Feit is dat ’Tis Pity She’s a Whore wel wat opzien baarde, omdat men vond dat de schrijver te coulant was voor zijn personages. Broer en zus gaan weliswaar dood, maar hun gedrag lijkt niet te worden veroordeeld. Misschien verheerlijkt de schrijver hun perverse neigingen zelfs, een beetje dan. De verleidingsscène is gloedvol, zoals Giovanni het voorhoofd van zijn zus vergelijkt met dat van Juno.
The poets feign, I read,
That Juno for her forehead did exceed
All other goddesses; but I durst swear
Your forehead exceeds hers, as hers did theirs.
Door de vergelijking te maken met de Romeinse godin Juno, die getrouwd was met Jupiter, maar ook zijn zus was (zoals zijzelf ook weer de kinderen waren van broer en zus), trekt hij hun liefde op godenniveau. Hij legitimeert daarmee ook hun verbond, want in de mythologie staat incest immers aan de oorsprong van alles. Annabella is de aarzelende partij, en haar broer trekt alle registers open om haar te overtuigen van de oprechtheid en onontkoombaarheid van zijn liefde voor haar. Hij bezingt haar ogen, haar wangen, haar lippen, haar handen (Annabella: ‘D’ee mock me, or flatter me?’), geeft haar zijn dolk met de uitnodiging hem dood te steken en komt dan nog eens met de ultieme mededeling dat hij de kerk om raad heeft gevraagd en dat die toestemming heeft gegeven. Hij mag haar liefhebben.
Een aperte leugen, want in de openingsscène van het stuk hebben we Giovanni in gesprek gezien met zijn mentor, tevens geestelijke, die zijn pupil van harte aanraadde om zich zeven volle dagen op te sluiten in zijn kamer. Drie keer per dag én drie keer per nacht zou hij op zijn blote knieën moeten huilen, zuchten, bidden, opdat hij ervan doordrongen zou worden niets méér te zijn dan ‘a wretch, a worm, a nothing’.
Beg Heaven to cleanse the leprosy of lust
That rots thy soul
Tot zo ver de vermeende toestemming van de kerk.
Ford droeg het stuk op aan de graaf van Petersborough, en verontschuldigde zich per brief aan hem voor de lichtzinnigheid van de titel van zijn stuk. Hij hoopte, zo schreef hij, dat de ernst van het stuk zelf die lichtheid zou compenseren. Is Annabella een hoer, laten we die hamvraag dan maar stellen. Ten tijde van het stuk was een vrouw een hoer als zij niet als maagd het huwelijk in ging. Annabella stemt uiteindelijk in met de man te trouwen die haar vader voor haar heeft uitgekozen, maar alleen omdat ze dan de zwangerschap van haar broer hoopt te verbergen. Inderdaad, wat een hoer zeg. Maar hoe moet je dan het gedrag van haar aanstaande echtgenoot bestempelen die beloofd had te trouwen met zijn minnares zo gauw haar echtgenoot zou sterven?
Misschien moeten we Ford verdenken van een licht ironische, zo niet sardonische inslag. ’Tis Pity She’s a Whore is bij nadere beschouwing een pandemonium van driften, lusten, intriges. Iedereen is uit op eigen gewin, genot, wraak. Waar de schrijver in de tussentijd geen twijfel over laat bestaan is dat Annabella vanuit een oprechte aandrift handelt. Ze houdt van haar broer, en pas wanneer deze haar plechtig verklaart toestemming te hebben gekregen van Hogerhand durft ze dit te bekennen.
I blush to tell thee, but I’ll tell thee now,
For every sigh that thou hast spent for me,
I have sighed ten; for every tear shed twenty;
And not so much for that I loved, as that
I durst not say I loved, nor scarcely think it.
Incest is een populair taboe, dat behalve in mythes en folkloreverhalen voor de nodige shockeffecten zorgt in een ongelooflijk breed spectrum van meer en minder literaire teksten, van Nabokovs Ada tot George R.R. Martins A Song of Ice and Fire waarop de televisieserie Game of Thrones is gebaseerd. Zoals John Ford de broer-zusliefde behandelt, is het echter alsof hij het over Hans en Grietje in het grote donkere bos heeft. Broer en zus zijn onschuldige minnaars, kinderen nog, in een cynische zondige wereld. Als hij zijn zus in de armen van een ander ziet, wordt Giovanni oprecht waanzinnig van jaloezie. Met perversie heeft het niets te maken, het is het noodlot dat hier regeert.
Er is geen moraal die het stuk gedateerd zou kunnen maken, waardoor ’Tis Pity She’s a Whore een van de meest opgevoerde tragedies uit de zeventiende eeuw is. In 1971 werd het stuk verfilmd door de Italiaanse regisseur Griffi, met Charlotte Rampling in de titelrol, en in 1980 werd er een bbc-serie op gebaseerd. In 1999 stond Jude Law ermee op de planken in Londen, als de getormenteerde Giovanni.
Maar ook deze Giovanni mag er wezen: Orlando James combineert de spierkracht van James Dean met de zachte ridderlijkheid van Antonie Kamerling. Cheek By Jowl, dat zijn vaste domicilie heeft in het Barbican Centre in Londen, geeft tijdens het Holland Festival een spetterende uitvoering van ’Tis Pity She’s a Whore. Regisseur Donnellan buit de dramatische kracht van het stuk ten volle uit in zijn enscenering. Het zeventiende-eeuwse Engels rolt moeiteloos van de lippen van de jonge acteurs, hun dans is meeslepend, en omdat het er even op lijkt dat je naar een vrolijke hippiemusical à la Hair zit te kijken, is het bloedbad waarin alles al gauw ontaardt moeilijk om aan te zien.
Bloed moet er vloeien, en bloed zál er vloeien. De badkamer achter op het toneel fungeert als martelkamer dan wel slagerij. Je ziet niet zo veel, maar hoort des te meer. Alles is opeens voorstelbaar: dat iemands ogen worden uitgestoken, een hart wordt uitgerukt dat vervolgens als een trofee aan de menigte wordt getoond. Kijk er goed naar! roept Giovanni. Herkennen jullie het niet?
Voor de laatste keer bezingt de broer zijn liefde voor zijn zus. Als een ‘frantic madman’ wordt hij door de omstanders weggezet, een ‘incestious villain’. Maar Giovanni omhelst zijn naderend sterven, in de hoop op een verlossend visioen, een nabijheid die hem bij leven niet gegund is.
Where’er I go, let me enjoy this grace,
Freely to view my Annabella’s face.
’Tis Pity She’s a Whore is op 15 en 16 juni te zien in Theater Bellevue in Amsterdam, voor kaarten zie hollandfestival.nl
Beeld: Eve Ponsonby (Annabelle) in ‘ Tis a Pity She’s a Whore (Manuel Harlan).