De boeren reden nog in het donker op hun tractoren richting Den Haag, toen op het Haagse stadhuis de recherche binnenstapte om de werkkamers van twee wethouders te onderzoeken. Ook thuis kregen de twee bestuurders op dat vroege uur bezoek van rechercheurs. Voormalig pvv’er Richard de Mos en ex-D66-raadslid Rachid Guernaoui, nu wethouders van Groep de Mos/Hart voor Den Haag, worden er door het Openbaar Ministerie van verdacht te zijn omgekocht in ruil voor diensten aan ondernemers.

Zo begon een onstuimige week voor Den Haag. Want twee dagen later was er ook nog het harde oordeel over de vreugdevuren in de Nieuwjaarsnacht, hetgeen uiteindelijk leidde tot het aftreden van de burgemeester. Het lijken losstaande gebeurtenissen, maar er is wel degelijk een rode draad te ontwaren. Den Haag profileert zich graag als de stad van vrede en recht, maar de lieve vrede bewaren blijkt bij het Haagse gemeentebestuur zo hoog in het vaandel te staan dat er handig gebruik, ja zelfs onverantwoord en dus mogelijk ook strafbaar misbruik van wordt gemaakt. Het recht trekt dan aan het kortste eind.

Zelfs het redelijk rustig verlopen boerenprotest is daar een voorbeeld van. Met de boeren waren vooraf afspraken gemaakt over het aantal tractoren dat op het Malieveld mocht staan. Aan die afspraken hielden ze zich niet, maar burgemeester en politie grepen niet in. Ze vreesden dat de boeren getergd raakten en dat dit tot ongeregeldheden zou leiden. De lieve vrede ging voor.

Dat deze houding tot diep in de genen van het Haagse gemeentebestuur zit, bleek twee dagen later toen de Onderzoeksraad voor Veiligheid (ovv) met het langverwachte rapport kwam over de vuurwerkregen tijdens de Nieuwsjaarsnacht. De jaarlijkse wedstrijd tussen de wijken Scheveningen-Dorp en Duindorp over wie op het strand de hoogste brandstapel kan bouwen, leidde tot een levensgevaarlijke vonkenregen.

Wat de boeren op hun klompen aanvoelden, is door de ovv na zorgvuldig onderzoek bevestigd. In Den Haag worden regels en afspraken niet gehandhaafd. Al jarenlang niet als het om de vreugdevuren gaat. De politie en brandweer grepen niet in toen de brandstapels midden in de nacht nog met ladingen pallets werden verhoogd. De stapels werden ook niet gecontroleerd op ander, snel ontvlambaar materiaal, dus konden de bouwers er vaten met benzine in plaatsen.

In de houding van burgemeester, politie en brandweer speelt steeds de impliciete dreiging van ernstige ongeregeldheden een grote rol. Als de vreugdevuren op het strand zouden worden verboden of zelfs maar in hoogte en omvang zouden worden beperkt, is de vrees al jarenlang dat elders in de stad weer vuren worden ontstoken. Gewoon vlak bij huizen, zoals in het verleden. De bouwers wisten dat en maakten daar gebruik van – misbruik van.

Moet er worden ingegrepen of dreigt dan een volkswoede?

Het bewaken van de openbare orde is voor burgemeester en politie steeds weer afwegingen maken, regelmatig een duivels dilemma. Moet er worden ingegrepen of dreigt dan een volkswoede waardoor de boel onhoudbaar escaleert? Een overheid die steeds weer de lieve vrede vooropstelt, loopt echter het risico dat de brutaalsten daar rekening mee gaan houden, ten koste van – kwetsbare – medeburgers. Zoals de Scheveningers die afgelopen Nieuwsjaarsnacht vreesden voor een onhoudbare brand in hun woonwijk.

Na de inval van de recherche in de werkkamers van twee Haagse wethouders is de vraag of wederom wegkijken om een harde confrontatie te voorkomen voor het stadscollege prevaleerde boven het aan de orde stellen van het cliëntelisme van de twee wethouders. Uiteraard zijn de twee tot nu toe slechts verdachte. Maar de signalen, veelvuldig door de oppositie aan de orde gesteld, dat nacht- en terrasvergunningen voor de horeca toch wel opvallend vaak juist naar bevriende ondernemers van Groep de Mos gingen, hadden ook binnen het college de alarmbellen moeten doen rinkelen.

Den Haag moest na het terugtreden van de twee verdachte wethouders al op zoek naar nieuwe collegepartijen en wethouders. Daarbovenop kwam, als gevolg van het ovv-rapport, de onhoudbaarheid van de positie van burgemeester Pauline Krikke. Aanvankelijk wilde ze het debat met de gemeenteraad aangaan. Zondag trok ze zelf de conclusie dat ze moest opstappen. Het reeds gedaalde vertrouwen in haar zou het functioneren van het nieuwe collegebestuur in de weg zitten.

Dat alles lijkt slechts een interne Haagse aangelegenheid. Maar Den Haag is de derde stad van het land. De stad waar veelvuldig demonstraties zijn tegen het kabinetsbeleid. Daarom zijn de gevolgen van de Haagse bestuurscrisis groter en het aanpakken van de oorzaken ervan belangrijk. Afspraken niet handhaven mag bij demonstraties niet leiden tot het recht van de brutaalsten. Dat is niet het recht waar de stad van vrede en recht voor mag staan. Laat staan dat het wegkijken leidt tot bestuurders die omkoopbaar zijn, tot ondermijning.

In de strijd van het kabinet tegen ondermijning, tegen de groeiende verwevenheid tussen onder- en bovenwereld, is niet alleen de kwetsbaarheid van bestuurders voor dreigingen vanuit de onderwereld belangrijk, maar ook hun eigen integriteit. Terecht dat daar aandacht voor is.

Maar wat als de omkoping van de Haagse wethouders niet afdoende bewezen kan worden? Een scenario waarvoor ook wordt gevreesd. Het zou Groep de Mos de wind in de zeilen geven en de betrokken ondernemers doen glimmen. Het OM koos echter niet voor de lieve vrede, maar voor de weg van het recht.