Er was een tijd dat vrouwen niet veel woorden nodig hadden om het erover eens te worden wie er dood moest. Hakken, hakken, hakken, luidde het devies, en nooit werd dit mooier verbeeld dan door Marleen Gorris in de film De stilte rond Christine M. (1982), waarin drie vrouwen die elkaar niet kennen zonder een woord te wisselen gezamenlijk een brave kledingverkoper uit zijn lijden verlossen. Er was geen vrouw die toen níet vrolijk en opgeladen de bioscoop verliet. Maar goed, alles was anders toen, en je kunt je afvragen hoe het zou zijn om de film nu weer te zien.

Alleen een redactie die zich telkens vernieuwt en verjongt, zoals die van het tijdschrift Lover, sinds jaar en dag de brains & beauty op de feministische bladenmarkt, kan het bedenken om zowel een filmfestival te organiseren rond het thema «feministisch manifest» (waar natuurlijk Christine M. ook te zien is) als een prijsvraag erover uit te schrij ven. Feministisch manifest! Het begrip opent vergezichten op lang vervlogen wijvrouwen eisenpakketten en nog langer vervlogen jokesmitretoriek. Wie voelt zich nu nog geroepen om zoiets te schrijven. Maar wat bleek? Wel dertig manifesten bereikten de redactieburelen, waarvan er negen goed genoeg werden bevonden om af te drukken in de Lover van deze maand.

Keurige stukken allemaal, zoals een pleidooi voor een wereld waarin het man-vrouw onderscheid er niet meer toe doet, een aan de keukentafel gemaakte opsomming van dingen «die wij nooit meer willen horen» (moe moe moe, inderdaad) en waarschuwingen tegen het postfeministische spook dat ons wil doen geloven dat er geen probleem meer is. Echt vrolijk of opgeladen word je er niet van, tot je de pagina ziet met het Segmentistisch manifest van Communiteit Flagella, bestaande uit twintig vrouwen tussen de negentien en zesentwintig jaar. «Eisen doen we niet. Wat we willen, vervullen we zelf.» Eerst rekenen ze prettig agressief af met de feministen uit de vorige eeuw, «wij zitten met hun loze emancipatie opgescheept», en daarna formuleren ze geestig en opportunistisch hun verlangens. Van al het goede willen ze vooral véél, en ze zijn liever lustobject dan object van wetenschappelijk onderzoek. Hier spreekt zowaar een nieuw elan, subversief, broeierig en ongrijpbaar.

Jammer dat de ingehuurde jury een stelletje totebellen bleek te zijn. Zij draai en in hun rapport de bekende riedel af over diversiteit, en dat de transgenderbeweging en de zwarte- en migrantenvrouwenbeweging nog van zich moeten laten horen, want alles was natuurlijk weer te wit en te westers en te hetero. Geen prijzen dus. Als eerste, schrijven juryleden Maaike Meijer en Evelien Tonkens, hebben ze het Segmentistisch manifest terzijde gelegd: «Sorry girls, we zijn niet masochistisch genoeg om deze abstracte hate speech serieus te nemen.» Het lijkt erop dat deze moeder-oversten met een naderende burn-out hem persoonlijk op zich voelen neerdalen. De hakbijl.