
De discussie over linkse samenwerking verdiende meer dan de pakweg twintig pvda-leden van de afdeling Amsterdam-Zuid die naar buurthuis Lydia waren gekomen. Ik heb me laten vertellen dat dit de grootste afdeling van het land is, wel duizend leden. Misschien komen ze wel naar de nieuwjaarsborrel.
Des te bewonderenswaardiger was het dat twee Amsterdamse fractieleiders, van de pvda en van GroenLinks, en één wethouder, van de SP, hun avond hadden vrijgemaakt. Daarmee werd het een heel Amsterdamse bijeenkomst waarin deze drie elkaar verzekerden dat het in 2018, na de gemeenteraadsverkiezingen, heel gezellig wordt op links. Ze kunnen goed met elkaar opschieten, respect en dergelijke. Samenwerken ná de verkiezingen, hoorde ik, niet voordien.
Ik laat die illusoire samenwerking dan ook maar voor wat ze is. Wat me fascineerde was het ongeremde gebruik van het woord ‘links’. Het was het enige onderwerp op de debatavond, maar in de loop van december hoorde ik het steeds vaker. De SP verweet de pvda links te praten en rechts te regeren. Jesse Klaver had het over ‘radicaal links’ dat de boze burger moest bedienen met een radicale aanpak van ongelijkheid en onzekerheid als antwoord op het economisme en rechts-populisme. Lodewijk Asscher kondigde een oplinksing aan van het pvda-programma met een pleidooi voor hogere belasting voor de hoogste inkomens. Toegegeven, hij noemde het progressief, maar de media hadden het alleen over links. Tom-Jan Meeus vroeg zich in de NRC af of links nog kon overleven, hij ‘neigde’ naar een ontkennend antwoord.
Versimpeling is nuttig en nodig in verkiezingstijd en blijkbaar is niets gemakkelijker dan die ouderwetse tegenstelling links-rechts van stal te halen. Ik voelde me er steeds ongemakkelijker bij. Die onverbiddelijkheid! Er is een wereld die goed is, dat zijn wij, links, en er is een wereld die slecht is, rechts, dat zijn zij. Zij is de vijand, van Wilders’ extreem nationalisme tot en met het cda en d66. Ex- en toekomstig Kamerlid van GroenLinks Bram van Ojik had het op Radio 1 over de ‘rechtse golf’.
Mij lijkt het een misser. Links en rechts zijn termen uit de jaren zeventig toen sommigen dachten dat je Nederland in duidelijke blokken kon opdelen. Dat was de polarisatiestrategie; rechts had overigens geen strategie nodig want werkte als vanzelfsprekend samen. Het doel was heldere keuzes, Westminster-stijl. Het heeft niets opgeleverd, zelfs geen links kabinet. Het kabinet-Den Uyl was uiteindelijk een gewoon coalitiekabinet met een linkse meerderheid.
Dat gebruik van links als trefwoord lijkt me precies omgekeerd te werken, averechts. Het is geen inhoudelijke term maar fungeert alleen als een soort piketpaaltje: kijk hier staan we, de rest is rechts. Verdere toelichting overbodig. In mijn oren klinkt het ouderwets, mijn kinderen lachen erom. Kiezers spreekt het nog minder aan dan solidariteit. Sommige termen kunnen beter opgeborgen worden bij het oude arsenaal van klassenstrijd en progressieve volkspartij.
Het is ook ridicuul om over linkse en rechtse onverenigbaarheid te praten. In het Nederlandse coalitiestelsel is dat regelrechte onzin en het zet na vier jaar vvd-pvda een totaal verkeerd beeld neer. In plaats van verdedigen wat je deze vier jaar hebt bereikt en hoe je het beter zou kunnen doen als je meer invloed had, suggereert het dat je jarenlang alles verkeerd hebt gedaan en nu pas ziet dat de vijand bij je aan tafel zat. Niet een verhaal dat kiezers gaat overtuigen, maar juist de bron van cynisme.
Een argument om te blijven hameren op ‘Wilders’, het ‘gevaar’ en ‘rechts’ is dat kiezers ‘gemobiliseerd’ moeten worden, vond een partijgenoot. Dat lijkt me een pijnlijk misverstand. De kiezers zijn al gemobiliseerd: door Wilders. Wil je ze terughalen door hen gevaarlijk en rechts te noemen, en jezelf als links neer te zetten? Good luck. Kijk nog eens naar de Trump-campagne, of beter nog, naar het debacle van Hillary.
Vertel liever het echte verhaal. Dat de pvda samen met de kvp na de oorlog een verzorgingsstaat creëerde. Dat je in een land waar de fundamentele tegenstellingen beperkt zijn niet net moet doen of samenwerking met andere partijen een misdaad is. Integendeel, je moet juist laten zien dat de kiezer door de balans in die samenwerking licht te veranderen betere resultaten tegemoet kan zien. Dat was toen zo en dat is nog steeds zo. Ik zou dan ook zeggen: stop met dat geleuter over links. Beledig de kiezer niet door hem of haar voor een simplist te houden.
Dat gezegd zijnde vind ik Asschers aankondiging dat hij de hoogste belastingschijf wil optrekken een sluwe manoeuvre. Zijn onderliggende boodschap is precies wat de pvda moet uitstralen: om het ‘samen’ in onze samenleving te versterken moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Het gaat goed met de economie dankzij het gewaagde en omstreden kabinet waarin de pvda deelnam, maar nu moeten degenen die daar het meest van profiteren ook wat extra bijdragen.
Sluw, want mensen die zich druk maken over hun hoogste schijf stemmen toch niet pvda. Sluw, want het benadrukt dat de pvda niet vrijblijvend oproept tot een inclusieve samenleving met adequate voorzieningen, maar daar offers voor vraagt, ook van eigen kiezers. Asscher zegt in feite: pvda’ers met hoge inkomens dragen bij aan die samenleving, een manifestatie van dat andere impopulaire woord, solidariteit. Ik raad Asscher aan om dat woord niet te gebruiken maar de onderliggende gedachten des te meer. En schei alsjeblieft uit over links en rechts.