Detectives, thrillers, politieromans en aanverwanten vormen sinds jaar en dag de ultieme ontspanningslectuur.
Relatief nieuw is het fenomeen «literaire thriller». Sinds de successen van Nicci French (de eerste verscheen in 1997) wordt de boekenmarkt overspoeld door boeken die op de eerste plaats spannend heten te zijn, maar die met de betiteling «literaire thriller» een diepzinnigheidsetiket krijgen opgeplakt. Die toevoeging «literair» heeft iets problematisch. Goede spannende schrijvers als Simenon, Highsmith en Le Carré hebben die bijvoorbeeld nog nooit nodig gehad. Is dat literaire bedoeld als een afzwakking van het thriller aspect? Met andere woorden een excuus bij voorbaat dat het boek wel eens niet zo heel spannend zou kunnen zijn? Met Nicci French werd in ieder geval wel het type spannende boek geïntroduceerd dat het niet moest hebben van zijn ontknoping, maar van de glijerige suspense. Nu we zon tien Frenchen verder zijn, de ene niet meer goed van de andere kunnen onderscheiden en bovendien de boeken steeds minder spannend vinden, kunnen we misschien zelfs spreken van een formule die sleets begint te raken. Te meer daar er een heel leger van French-klonen is opgestaan, die zeer middelmatige boeken afscheiden met een schrale spanningsboog en een vlakke stijl.
Elvin Post (1973) is een relatieve nieuwkomer op het terrein van de «literaire thriller». Hij recenseert voor het Algemeen Dagblad thrillers en ook heeft hij menige thrillerschrijver geïnterviewd, lees ik op zijn website. Waarschijnlijk heeft zijn kennis van het genre Post geholpen zijn talent doelgericht in te zetten en zélf een spannend boek te schrijven. Met zijn debuut Groene vrijdag (2004) won hij meteen al de Gouden Strop. Zijn nieuwe thriller, Vals beeld, straalt wederom een grote vak kundigheid uit. Het is een spannend boek met originele plotwendingen, het is goed geschreven en het wekt ook nog de suggestie geworteld te zijn in de realiteit. Niks om op neer te kijken, evenmin om hysterisch over te doen.
Vals beeld gaat over twee mannen die gepokt en gemazeld zijn in het circuit van kunstvervalsing. De een schildert, de ander verkoopt. Nadat ze tegen de lamp zijn gelopen en in de gevangenis hebben ge zeten, wordt vervalser Fish door zijn oude kompaan Bloom overgehaald om nog één keer toe te slaan. Bloom heeft een geheime opdrachtgever die zijn zinnen heeft gezet op een Rembrandt die in een klein museum in Boston hangt. Als zij dat schilderij van de muur weten te lichten en van de gelegenheid gebruik maken om ook nog wat andere kunstwerken mee te nemen, kunnen zij de rest van hun leven rentenieren. Bloom lijkt alles goed te hebben uitgedacht en georganiseerd. Vanaf het moment echter dat een derde persoon zich met de roof gaat bemoeien, de vertrouweling van de op drachtgever, gaat er van alles mis.
Post heeft zich voor zijn verhaal laten inspireren door roemruchte gevallen van schilderijenroof en -vervalsing. Het originele van zijn aanpak is dat Vals beeld een kijkje achter de schermen lijkt te bieden. Het boek gaat over degenen die de roof plegen, en níet over de jacht op hen. De psychologische oorlogvoering tussen de drie mannen, het onderling groeiende wantrouwen en de ta melijk kolderieke verwikkelingen worden door Post behendig neergezet. Wie neemt wie in de maling, daar draait het om in Vals beeld. Het is een klassiek literaire vraag, die bij een schrijfster als Patricia Highsmith tot in het huiveringwekkende wordt onderzocht. Zo ver gaat Post niet, en dat hoef je hem natuurlijk ook niet aan te rekenen. Hij is op de allereerste plaats aardig voor de lezer, komt hem tegemoet in zijn verwachtingen en laat zelfs de liefde bloeien. Wat Post op een positieve manier onderscheidt van het leeuwendeel der literaire-thriller-schrijvers is zijn frisse stijl, zijn gevoel voor humor en zijn vertellerslef dat hem af en toe nét even van het gebaande pad doet afwijken. Het hoofdstuk bijvoorbeeld waarin de chauffeur van Bloom en Fish sterft, en in zijn laatste seconden terugdenkt aan de grote pot met frambozenijs die hij op zijn twaalfde uit de supermarkt stal en samen met zijn eerste grote liefde verorberde, is van een grote schoonheid. Iets meer van dat, en iets minder aardigheid, en Post heeft straks dat hele aan devaluatie onderhevige etiket «literaire thriller» niet meer nodig. Dan is hij «ge woon» een goede spannende schrijver.