Vilnius – Geliefd zijn ze nooit geweest in de Baltische landen: de pompeuze monumenten die indertijd door de sovjetbezetter zijn neergezet ter meerdere eer en glorie van het Rode Leger en ter cultivering van de homo sovieticus. Zij werden de zichtbaarste symbolen van een star dogma dat in de Sovjet-Unie als een Ersatzreligion diende: dat van de onversaagde strijd tegen het nazisme. Dat zich in de belevingswereld van de Esten, Letten en Litouwers in 1944 allereerst een hervatting van de communistische dictatuur en repressie aandiende, deed niet ter zake.

Na het herstel van de nationale onafhankelijkheid in 1991 zakten de meeste monumenten in de vergetelheid weg. Sommige bleven echter dienen als trefpunt voor de Russische minderheden, veelal arbeidsmigranten die in de sovjettijd naar de Pribaltika waren getogen en die in volstrekte afzondering van de autochtone bevolking leefden. Op 9 mei, de dag dat de Sovjet-Unie de zege op nazi-Duitsland viert, ontstaat er bij menig monument nog altijd een bloemenzee.

Wat Litouwen betreft is het nu echt genoeg geweest. Vladimir Poetin past kreten als ‘fascisten’ en ‘denazificering’ tegenwoordig ook toe om zijn moord- en roofzucht in Oekraïne te rechtvaardigen. Voor Litouwen, Oekraïne’s loyaalste bondgenoot, reden de sovjeterfenis op eigen bodem nog eens goed tegen het licht te houden.

Communistische emblemen waren al in 2008 verboden door het Litouwse parlement, maar de Seimas heeft er op 19 april nog een schep bovenop gedaan: ook Russisch-nationalistische, indirect naar de sovjetliturgie verwijzende zinnebeelden als de ‘Z’ en het oranje-zwarte Georgi-lint gaan in de ban. Hoofdstad Vilnius heeft de 9 mei-bijeenkomsten al verboden.

De monumenten zelf zijn ook in het vizier gekomen. In de zuidwestelijke stad Marijampolė is de drilboor gezet in een rozekleurige obelisk op een begraafplaats voor gesneuvelde Rode soldaten. Het monument was nota bene in 2005 herbouwd, met geld van de Russische ambassade. Karolis Podolskis, een hoge gemeenteambtenaar, zei op Panorama, het Litouwse journaal, dat ‘de obelisk alleen maar propaganda is voor de geschiedenis van de sovjetperiode, een “grootsheid” die het huidige Rusland probeert te herstellen’. Kaunas, de tweede stad van het land, had reeds aangekondigd het aantal monumenten flink te zullen uitdunnen.

Het vliegveld van Vilnius, dat al jaren wil vernieuwen, heeft zich ook niet onbetuigd gelaten: de aankomsthal stamt uit 1954 en ‘is dus ook een vorm van sovjetpropaganda’.