Wat doe je nu?
Toon je moed? Of ben je laf?
Het antwoord moge duidelijk zijn: je moet laf zijn, wil je nog iets zinvols van je leven kunnen maken.
Je bent student. (Je ouders wilden dat je ging studeren.) Je moet een kamer hebben. (Want je kan niet meer bij je ouders wonen.) In het studentenhuis willen ze kijken of je wel een goede kameraad bent. (Men wil niet verraden worden.) Ze laten je een liter jenever drinken.
Wat doe je nu?
Toon je moed? Of ben je laf?
Het antwoord moge duidelijk zijn.
Je bent een minister van Binnenlandse Zaken. (Of een minister van Justitie.) Er is een hardwerkende Turkse familie, die keurig belasting betaalt, maar hier volgens de regels illegaal is. (Hoe moet je als slecht Nederlands sprekende Turk weten waar je moet zijn?)
Er zijn mensen die die Turkse familie weg willen hebben, omdat ze zeggen dat Nederland vol is.
Wat doe je nu als minister?
Toon je moed? Of ben je laf, en verschuil je je achter de regels?
Het antwoord moge duidelijk zijn.
De mate van lafheid bepaalt je carrière. Wie niet durft, en dus niets doet, zal het verder schoppen dan degeen die risicio neemt.
Maar je hoort altijd dat je risico moet nemen. Om je te onderscheiden moet je risico nemen, maar wie zich onderscheidt, zal gestraft worden. Met kritiek, met hoon, noem maar op.
Wie risico neemt, doet iets wat tegen de normen, waarden en regels ingaat. Een beschaving laat zich definiëren als gereguleerde lafheid. Democratie - een vorm van beschaving - is in wezen laf. Niet ik durf te zeggen hoe het moet, maar wij zeggen hoe het moet. Je draagt de verantwoordelijkheid niet alleen.
Lafheid is daarom iets moois.
Ooit wel eens laffe mensen gesproken? Ze leggen de schuld altijd bij een ander. ‘Ja, voor die duizenden doden in Srebrenica draag ik geen verantwoordelijkheid. Wij hebben precies gedaan wat onze taak was die we kregen opgedragen door de Verenigde Naties. En de overlegstructuur was zo geregeld dat de commandant zich moest voegen naar wat men in Frankrijk, Engeland en Amerika bekokstoofde.’ Aldus onze slimme, verstandige Defensie-minister Voorhoeve.
Lafheid is een manier om net te doen of de tijd stilstaat. Je doet even niks, je handelt niet. Je blijft wie je bent, wat je was en waar je was.
De lafheid accepteert alles. Doet of er niets aan de hand is.
Elke gesloten denkwereld - of je nu het fascisme neemt, het marxisme of het boeddhisme, islam of christendom - heeft altijd een vorm van lafheid tot doel, zelfs wanneer ze oproepen tot strijd. Met z'n allen tegen één; hetgeen ook lafheid is.
‘Hierbij roep ik alle moslims op om Rushdie te vermoorden. Voor veel geld.’ Is dat laf? Volgens onze regering niet, die meent dat zo'n land veilig is en Iraanse vluchtelingen terugstuurt - want zo zijn de regels.
En ze hebben gelijk, natuurlijk, want wie tegen de regels is, is tegen de democratie.
Lafheid is altijd het verstandigste, kortom. Niet zeuren, kortom.
Wanneer we treurig zijn dat Joes en Meindert zijn overleden, dan betreuren we in wezen dat zij niet de juiste keuze hebben gemaakt: weglopen. Ze wilden helden zijn, moedig. Dom, hoor, domoor.
‘We staan er even bij stil… Twee minuten.’
Dat is het. Twee minuten waarin we niks doen. Twee minuten waarin we laten zien: zo moet het. We kijken er naar, en doen niks.
En ook in het persoonlijk leven is lafheid altijd aan te bevelen.
Rubriek
Lof der lafheid (2)
Het is nacht. (Donker, de meeste mensen slapen.) Je loopt op straat. (Je hebt hard gewerkt.) Je ziet een paar jongens die een man in elkaar slaan. (Als er elke avond Peter Jan Rens op de televisie is, of de VPRO, dan krijg je inderdaad agressieve gedachten als opgeschoten jongere.)
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1997/39
www.groene.nl/1997/39