
Ik was bezig iets te schrijven over gekleurde houtsneden van Donald Judd, over vormvlakken (en delingen daarvan) van gedrukte kleur. Waar het bij die drukken om ging, was hoe vlak van kleur de vormen konden zijn – dat wil zeggen hoe haarscherp en ragfijn en naadloos twee kleuren tegen elkaar kwamen. De bouw en ordening van de vormen in een houtsnede waren gemaakt in het strakke, abstracte idioom van minimal art. Zo is dat later gaan heten. Judd zag zulke eenvoudige rangschikking van overzichtelijke vorm vooral als drager voor kleuren. De rangschikking (of de architectuur) van vorm moest zo eenvoudig zijn om de egale helderheid van kleur niet te storen. Ik zat dus aandachtig te kijken naar randen van vormvlakken terwijl ik woorden zocht voor wat ik aan het zien was. Wat je niet kunt zeggen, zie je ook niet. Dat heeft mijn leermeester mij geleerd. Hij bedoelde daarmee dat je niet te gauw moet denken dat je het wel gezien hebt. Dat is het korte kijken dat geen recht doet aan de fijnzinnigheid waarmee alle kunst gemaakt is.

Toen hij het ging maken was de figuratie Senza Titolo van Domenico Bianchi eerst een paneel van kersenhout dat warm en zacht van kleur is. Hangend in het midden en iets naar beneden zien we een vreemd ronddraaiende slingerfiguur. Die beweging brengt energie en zwier in het beeld. Het lijkt dat die vorm uit een dicht veld trillende witzilveren rechthoeken is uitgespaard. Maar gewoonlijk begint Bianchi het maken met zo’n vorm die uit een vocabulaire komt van zulke cirkelvormige metamorfoses. De rechthoekjes die daaromheen bibberen zijn geplakt van dun palladiumfolie, een mineraal dat verwant is met platina en ook die intense glans heeft. Verder: die slingervorm lijkt een zwaar gewicht dat op een dunne plaat marmer neerkomt. Het marmer zou onder die druk verbrijzelen in talloze gruzelementen. Dat is een juist woord voor wat we in dit beeld zien gebeuren. De witglimmende stukken folie zijn, stuk voor stuk, fijn gesneden. Toen werden ze op het houten paneel gewreven. Zo dun was de folie dat we de fijne nerven in het kersenhout door het palladium kunnen zien. Door de druk van het wrijven gingen de platte randen licht rafelen. Zo is het palladium ook een verspreiding van plekken puur licht. Ik moest denken aan tonen pianomuziek. Als de ene toon ophoudt is er nog wat naklank die hem met de volgende verbindt.
Net zo onwaarschijnlijk minutieus zit dit werk van Bianchi in elkaar: intens witzilveren vlekken licht in dansende gruzelementen. Dat zijn de effecten zoals die weloverwogen zijn ontworpen en gemaakt. Een andere Italiaan, Nunzio, arrangeert vlakken van zachtglanzend lood – in rechthoekige vormen die hij liet kantelen als marionetten. Hier is weer een Senza Titolo – want hoe anders moet je effecten noemen die raadselachtig zijn? We kijken hoe het gemaakt is. Niets in kunst gaat vanzelf. Het werk van Nunzio, een beeldhouwer, is een simpele vorm van reliëf die begon met twee lagen hout (multiplex) van twee centimeter elk. De eerste en onderste van die lagen is zo groot als het totale formaat van het werk: 53 centimeter breed en 80 hoog. Het paneel van Bianchi is 60 bij 80. Er is niets specifieks aan die maten – behalve dat ze mooi van proportie en handzaam zijn.

Omdat het maken bewerkelijk is kwam het goed uit dat ze handig over de werktafel bewogen konden worden. Langs de hele linkerkant heeft Nunzio toen ruimte uitgespaard voor een smalle strook zwart geschroeid eikenhout. In de matgrijze loodkleur van het reliëf had hij een rand nodig die donker glanst als antraciet. Die kwam tot slot. Op de eerste laag kwam langs links (en in de hoek rechtsonder) een rechthoekig uitgezaagde tweede laag. Het reliëf was nu vier centimeter. Het vertoonde een figuur van rechthoekige kanten. Daaroverheen nu legde Nunzio een dun plooibaar vel van lood dat hij straktrok. Waar diepte was, werd het lood zacht naar beneden gedrukt en geklopt. Waar het lood op twee lagen ligt, is de glans vlak. Langs de randen waar die inwaarts naar beneden buigen is een heldere glans. De grijze glans in het diepere interieur, dat concaaf is, is wat schaduwrijk. Daar zien we ook rechte lijnen van een stuk driehoek die gemaakt zijn door plooien gevouwen in het lood. Daar ontstond een kantelend stuk rechthoek van harde richels. Die glanzen scherp. Het antraciet geschroeide eikenhout glimt. Het lood is een trage stof. De eenvoud is gewoon mooi.
PS Van Domenico Bianchi bijvoorbeeld is er, maar bijna in het geheim, in het Stedelijk Museum een aantal mooie werken. In Amsterdam is hij te zien bij de galerie van Martita Slewe. Helaas: voor Nunzio moet hier nog een onderkomen gevonden worden. Moeilijk voor een kunstenaar die Engels noch Duits spreekt