
Hoofdpersoon is Jeroen Robert Kramer die in Beiroet woont en werkt. Blijkens zijn site was hij documentair fotograaf in het Midden-Oosten. Zijn werk verscheen onder meer in The New York Times, hing op menige prestigieuze tentoonstelling en won prijzen, maar hij vermeldt niet dat hij vooral ‘oorlog’ fotografeerde en dus ‘los desastros’ die daarbij horen en die ook in de Volkskrant verschenen. De site is die van een beeldend kunstenaar die fotografeert, niet die van een fotograferende oorlogscorrespondent. Hij lijkt dat verleden (vergeefs) te willen verdringen.
In de documentaire zien we Kramer thuis, werkend, lopend door de stad, af en toe fotograferend. Poezen bijvoorbeeld, die hij op straat tegenkomt, of een portiek, bomen. Later ook huishoudelijke voorwerpen. Zelden mensen, en nooit oorlog, want die is er nu niet in Beiroet. Geschoten wordt er wel. Bijvoorbeeld wanneer Hezbollah-leider Hassan Nasrallah spreekt. Schoten in de lucht, hoewel Nasrallah zelf dat niet wil. Kramer wordt er nerveus van, omdat terugvallende kogels soms mensen verwonden. Maar je beseft dat het geluid hem raakt op een plek dieper dan de ratio. Hij rookt en drinkt veel, lijkt weinig contacten te hebben. Wel horen we hem, offscreen, praten over Monsieur Khiar, een oude, ontwikkelde, goedgeklede, welbespraakte Libanese heer.
Khiar zelf horen we ook, met mooie stem, in Franse voice-over. Losse zinnen die hij tegen Kramer heeft gezegd, als een soort citaten. Kramer zag hem voor het eerst in een café. Hij raakte geïntrigeerd en wilde hem fotograferen. Khiar zette hem op zijn nummer: onbeschoft zoiets zonder toestemming te doen. Kramer erkent Khiars gelijk en zijn eigen schuld: hij fotografeerde zelfs een stervende man in plaats van diens hand vast te houden. We krijgen Khiar trouwens nooit te zien. Die wil dat niet.
Veel gesprekken tussen de mannen hebben een onvriendelijk karakter. Khiar is streng tegen en over Kramer. Over diens slordige verschijning, gebrekkige vocabulaire, kunstenaarspretenties terwijl fotografie geen kunst is. En over diens ongepaste nieuwsgierigheid. Wat betekende de burgeroorlog voor Khiar? Hij weigert te reageren. Of hij getrouwd is geweest? Woedend loopt Khiar weg. Kramer maakt een project over Khiars wereld en lijkt zich steeds meer te identificeren: koopt diens kleding, platenspeler, boeken en fotografeert ze. Kramer vertelt Khiar een angstdroom over een geweer, een kogel en een doelwit dat valt als een lappenpop. ‘Dat is de prijs die u betaalt omdat u van andermans ellende heeft geleefd.’
Toch schemert er iets van vriendschap. Het lijkt een ontmoeting van twee, elk op eigen wijze, getraumatiseerden. Kramer fotografeert geen gruwelen meer, maar de schoonheid van het kleine. En hij slikt dezelfde roze pilletjes tegen angst en depressie die Libanezen slikken. Onduidelijk is of meneer Khiar bestaat. Is hij misschien een collage van oude, ontwikkelde Libanezen die een paradijselijk land van vrijheid, verdraagzaamheid en cultuur gekend hebben? Land dat in archiefbeelden wordt getoond en afstekend tegen rijders langs uitgebrande flatgebouwen. Is het scenario van Kramer zelf? Nee, dat is van regisseur Swierstra in diens debuutfilm. Curieus.
Sjors Swierstra, De wereld volgens Monsieur Khiar, Het uur van de wolf, NTR, donderdag 3 maart, NPO 2, 22.55 uur
Beeld: Still uit De wereld volgens Monsieur Khiar, regie Sjors Swierstra (NTR)