Op 11 februari 2022 publiceert de Franse krant Le Monde een opmerkelijk stuk op haar website: ‘Waarom Le Monde wachtte met de aankondiging van het overlijden van Luc Montagnier’. Het bericht typeert het leven van de op 89-jarige leeftijd gestorven wetenschapper. Montagnier verwierf in de jaren tachtig wereldfaam als medeontdekker van het human immunodeficiency virus (hiv), kreeg daar in 2008 de Nobelprijs voor, maar hing later omstreden ideeën aan. De afgelopen maanden groeide hij uit tot held van antivaccinatie-activisten en coronasceptici. Het was dan ook de rechts-populistische website FranceSoir die zijn dood als eerste meldde. Complotdenkers verweten Le Monde de gebeurtenis te negeren. Maar nee, schreef Le Monde: ze wilden simpelweg de feiten checken – het zou niet de eerste keer zijn dat een dergelijke website fake news verspreidde.

Luc Montagnier werd in 1932 geboren in het centraal-Franse dorp Chabris. Kort na de Tweede Wereldoorlog begon hij als middelbare scholier in een chemisch lab in de kelder van zijn ouderlijk huis waterstof, esters en licht ontvlambare verbindingen te maken. Deze, schreef hij in 2008 op de website van de Nobelprijs, ‘ontploften regelmatig in mijn gezicht’. Hij ging geneeskunde en wetenschap studeren in Poitiers en met een microscoop en een filmcamera bestudeerde hij de fotosynthese in algen. Later zou hij zich in Parijs specialiseren in bacteriën, tot in 1957 het eerste genetisch materiaal van een tabaksmozaïekvirus werd beschreven. Montagnier had zijn roeping gevonden: hij werd viroloog.

Zo raakte hij begin jaren tachtig aan het Pasteur-instituut in Parijs betrokken bij het onderzoek naar de dan nog mysterieuze ziekte aids (acquired immune deficiency syndrome), waarvan deskundigen vermoedden dat een virus de veroorzaker was. Een oud-student van Montagnier, Françoise Brun-Vézinet, opperde te gaan speuren naar het virus in een lymfebiopt van een man die met gezwollen klieren uit de Verenigde Staten was teruggekeerd. Het team onder leiding van Montagnier en zijn compagnon Françoise Barré-Sinoussi wist het virus aan te tonen en te karakteriseren. De ontdekking maakte onder meer de ontwikkeling mogelijk van de hiv-test.

Een jaar later beweerde de Amerikaan Robert Gallo dat niet het Franse team, maar dat van hém dit virus had ontdekt. Internationale media en collega’s kozen aanvankelijk in meerderheid partij voor Gallo. Er ontstond een vete die werd uitgevochten tot op presidentieel niveau en uitmondde in een ordinair gevecht rond de patenten op hiv-testen. Uiteindelijk werd deze fittie in 1992 beslecht, toen deskundigen op basis van een National Institutes of Health-onderzoek vaststelden dat Gallo had gelogen en gerommeld. Montagnier zou er in 1994 in Amsterdam de Dr. A.H. Heinekenprijs voor in ontvangst nemen en in 2008 samen met Barré-Sinoussi de Nobelprijs voor de geneeskunde. In zijn acceptatiespeech toonde hij zijn eigenzinnigheid: hij opperde dat hiv wel de hoofdoorzaak was van aids, maar mogelijk geholpen werd door andere ziekteverwekkers.

Er ontstond een vete die werd uitgevochten tot op presidentieel niveau

In de jaren hierna dreef Montagnier steeds verder af van de wetenschappelijke mainstream. Zo begon hij onderzoek te doen naar elektromagnetische straling die volgens hem werd uitgezonden door dna. Hij stelde dat mensen met een sterk immuunsysteem binnen een paar weken van hiv af konden zijn en dat goede voeding de infectie kon voorkomen. Ook opperde hij dat langdurig antibioticagebruik soelaas zou kunnen bieden tegen autisme en keerde hij zich tegen kindervaccinaties omdat die wiegendood zouden veroorzaken. Stuk voor stuk maatschappelijke onderwerpen die een kritische blik verdienen, maar niet gebaat zijn bij ongefundeerde beweringen van een persoon met gezag.

Het is een weg die meer Nobelprijswinnaars hebben afgelegd: van baanbrekend naar omstreden. Zo spendeerde scheikundige Linus Pauling (1954 scheikunde, 1962 vrede) een groot deel van zijn leven met het promoten van megadoses vitamine C tegen zo’n beetje alles, inclusief griep en kanker. Brian Josephson (natuurkunde, 1973) geloofde in het geheugen van water en telepathie en Kary Mullis (1993, chemie) ontkende onder meer dat hiv aids veroorzaakt. Dergelijke eigenzinnige mannen op leeftijd lijken het vanzelfsprekend te vinden dat zij ‘het beter weten dan de rest’ en, ondanks hun reputatie en verantwoordelijkheid, een steeds lagere bewijslast nodig te achten voor hun standpunten.

In coronatijd poneerde Montagnier regelmatig slecht onderbouwde, politiek incorrecte stellingen, zoals dat de vaccinaties de oorzaak zijn van het ontstaan van nieuwe virusvarianten en dat vaccinaties juist leiden tot meer doden doordat de antistoffen averechts werken. Hij koesterde de heldenrol die anticorona-activisten hem toedichtten. Zo deelde zijn team recent nog een tweet waarin hij was afgebeeld als Supermont. Maar zijn kritiek begon ook een eigen leven te leiden. Een aan hem toegeschreven quote dat iedereen die gevaccineerd is tegen het coronavirus binnen twee jaar zal overlijden, bleek bijvoorbeeld niet van hem afkomstig.

Ondanks zijn bedenkelijke laatste jaren blijft de waardering voor zijn bijdrage aan de wetenschap en de aidsbestrijding overeind. Montagnier richtte verschillende stichtingen en biotech-ondernemingen op die de toepassing van de kennis mogelijk maakten. En dus twitterde de Franse minister van Volksgezondheid Frederique Vidal: ‘Met de dood van Luc Montagnier verliest Frankrijk een geweldige onderzoeker. We weten wat we gezamenlijk te danken hebben aan zijn wetenschappelijk werk.’