Persiflages op Shakespeare zijn zo oud als het werk zelf. Acteurs van concurrerende toneeltroepen maakten rond 1600 al een in zijn theater afgeluisterde kopie van Hamlet, serieus bedoeld maar zo beroerd over- en nageschreven dat het wel op een parodie móest uitlopen. Macbeth is het meest op de schop genomen stuk van Shakespeare – omgewerkt tot marionettentheater of poppenkast, tot grand guignol en uiteindelijk tot een politieke farce over de moord op Kennedy. Geïnspireerd door een toneelstuk over de ‘achterkant’ van Hamlet, Tom Stoppards Rosencrantz and Guildenstern Are Dead (1966), schreven drie acteurs in 1987 een aan de vaudeville verwante toneelrevue waarin alle 37 stukken van Shakespeare door elkaar zijn geprakt.
Complete _Works__ (Abridged)_ wordt op dit moment (tot begin 2018) gespeeld door Het Nationale Theater. Met de drie optredende figuren is iets aan de hand. Anale fixatie, naaktlopen en adhd, dat zijn de kwaaltjes. En ze houden de schijn op dat ze elkaar in therapie hebben. Aan het begin en tegen het eind spelen ze één stuk in een versie van twintig minuten, inclusief twee encores: Hamlet in twaalf seconden vooruit en in dertien seconden achterwaarts. Daartussen krijgen we achtereenvolgens een stoofpot van alle komedies, Othello als rap, de bloedigste tragedie versneden tot kookprogramma en de koningsdrama’s tot sportverslag. Op een doordeweekse avond vermaken honderden scholieren, hun docenten, wat Hagenezen en ik ons met deze potpourri (allegaartje) waarbij de noppen uit het stoelenwerk worden geschmierd. Jappe Claes, Vincent Linthorst en Bram Suijker spelen, regie voert Theu Boermans. Je ontkomt niet aan de indruk dat de acteurs onder hun niveau staan te spelen. Maar alles bij elkaar is het een toffe avond, vol ambachtelijke kunstnijverheid voor geinponems van het type lach-of-ik-schiet. Daar is niks mis mee. Ik heb alleen een vraagje.

Waarom moest deze voorstelling zo verdomde lui in elkaar worden gezet? Het oorspronkelijke potpourrietje is dertig jaar oud en dat is voor een parodie hoogbejaard. De drie auteurs, Adam Long, Daniel Singer en Jess Winfield hebben sinds de wereldpremière wat reparatiewerk verricht (‘om het ding de 21ste eeuw in te duwen’), maar dat houdt niet over. Er bestaan ondertussen versies voor negen acteurs, maar met meer volk op de vloer los je het belegen karakter van de grappen en grollen niet op. Want daar zit het probleem met die Complete Works (Abridged). Niet alleen verjaart humor in drie decennia razendsnel. Onze omgang met Shakespeare is in die tijd ook beslissend veranderd, verrijkt, spitser geworden, intelligenter ook, vindingrijker en geestiger. En van die ontwikkeling krijg je niks mee. De schrijvers zeiden indertijd wel dat Monty Python hun voornaamste inspiratiebron was, in de tekst was en is daarvan weinig te merken. En hoe rapdichters, stand-up comedians, jeugdtheaterregisseurs, spelerscollectieven (STAN, ’t Barre Land, Theatertroep) en taalkunstenaars (Tom Lanoye) onze verhouding tot Shakespeare in de voorbije dertig jaar beslissend hebben verbouwd en verspijkerd, daarvan krijgen we al helemaal niks mee.
Vrolijke en hilarische avond, zeker. Maar ook een tikje luie en laffe voorstelling.
Het verzamelde werk van William Shakespeare (ingekort) door Het Nationale Theater speelt t/m 21 januari door het land