Het schilderij waar ik naar zat te kijken, van Jan Commandeur, klaterde van sprankelende kleur. Van links gleed een sterk daglicht over het geschilderde oppervlak. De kleuren kregen meer reliëf daardoor en werden heviger: er hingen daar, als bloesems, twee vlekken oranje – daar tussendoor kronkelde, van boven in het schilderij helemaal naar beneden, een soort lint van een wonderbaar blauw, zo helder alsof een zomerse hemel zich erin weerspiegelde. Natuurlijk zag dat blauw eruit als een rivier, want omgeven door de andere kleuren (dat oranje maar ook veel sappig groen) kon dit schilderij niets anders dan een landschap zijn.

Toen ik zei dat de kleuren klateren wist ik al (omdat onze ogen zo zijn ingesteld) dat dat slingerende blauw een rivier van water was. Klateren is een woord dat bij water hoort. Als op bewegend (of beweeglijk) water dan zonlicht valt, dringt sprankelend zich op als beschrijving. Het kan ook niet anders dan dat er ergens in dit landschap zonlicht is – waar anders komt dat stralende oranje vandaan en vlak daarboven nog een vlek wit geel? Bovendien: er moet wel helder licht zijn want er zijn ook donkere schaduwen. Links boven in dit tafereel van kleur zien we een gekronkelde passage zwart die smaller naar beneden glijdt. Het is droog zwart en geschilderd met veel gedraaide beweging. Daardoor is het nergens zwaar.

Intussen is het beeld ook zo opgebouwd dat ik het van boven lijk te zien. Het blauw, dat een rivier is, ligt in een dal tussen heuvels waarvan aan de linkerkant de hellingen in de schaduw liggen. Het effect van zulke contrasten van licht is dat de heuvels er zwaarder uitzien. Het stromen van de rivier lijkt nog statiger. Laten we zeggen dat de slingers van zwart rechts in het schilderij, tegen het oranje en het groen ook een soort schaduwen zijn – van fruitbomen misschien die in de felle zon staan op de groene helling aan de overkant.

Later kwam Mondriaan die de schaduw uit de kunst heeft gehaald

In mijn hoofd zitten zonovergoten beelden van bomen vol rijpe abrikozen (precies dat oranje) aan de Donau in de Wachau; maar wie aan Zuid-Frankrijk denkt (waar ik nooit kom) herinnert zich iets anders. De titel van dit schilderij is Landscape/Mindscape. Het is dus een verzonnen beeld: het oranje is niet van abrikozen en evenmin van sinaasappels. De kleuren zijn van verf die zo met de beweeglijke hand is opgebracht dat indrukken worden gewekt van klatering en zonlicht. Het schilderij is echter niet figuratief. De onstuimige kleurigheid ervan is echter zo suggestief dat die een figuratieve verbeelding losmaakt – bij een kijker als ik die over klaterende en zonovergoten kleuren begint maar ook bij de schilder zelf – vooral bij hem. Je kunt een boom niet loszien van ritselend groen. Wat opvalt is dat de kleuren in dit schilderij van Jan Commandeur zo fel ogen en zich nogal luidruchtig gedragen. Daarmee vergeleken lijken de gele korenvelden van Van Gogh bijna gedempt. Dat komt doordat die, hoe vrij ook, naar de natuur zijn geschilderd en daar rekening hielden met atmosferische stemmigheden van licht en schaduw. Later kwam Mondriaan die de schaduw uit de kunst heeft gehaald.

In een gesprek heeft Jannis Kounellis het ooit zo omschreven en beter kan dat niet gezegd worden.

Daarom, omdat het na Mondriaan is gemaakt, is dat zwart in Commandeurs verbeelding van landschap ook helemaal geen schaduw op hellingen van heuvels langs de rivier. Dat heb ik er maar van gemaakt omdat het anders onmogelijk is in abstracto over kleur te schrijven. Wie weet heeft Jan Commandeur (van nature schilder van landschappen) aan zulke dingen gedacht terwijl hij, al doende, de zwarte verf voor zijn ogen zag krullen, naast vlekken oranje en schril groen en naast dat zacht draaiende blauw. Het idioom is abstract expressief. Inmiddels hebben we gezien dat abstractie in de kunst de verbeelding oneindig rijker heeft gemaakt. Je kunt zomaar vlekken oranje laten zweven omdat je dat wilt. En wat als ik dat zwart links in het beeld nu eens van onder naar boven lees? Dan begin ik misschien een slanke boom en takken zien, donker in oranje tegenlicht – en een groene haag met een doorkijk naar helder blauwe lucht. Dat wil zeggen: ik kan net zo goed alleen maar ongedurige kleuren zien en me door hun betovering laten meeslepen. Het beste is zich niet tegen kunst te verzetten.


PS Dit en andere schilderijen van Jan Commandeur zijn tot het eind van de maand nog te zien in Galerie Borzo, Keizersgracht 516, Amsterdam

Beeld: Jan Commandeur, Landscape/Mindscape, 2014. Olieverf op doek, 200 x 175 cm (Courtesy Borzo Gallery)