Dijsselbloem reageert met een zuur gezicht en schiet daarna schielijk van tafel. Hij deed denken aan pvda-lijsttrekker Ad Melkert tijdens het befaamde lijsttrekkersdebat in 2002 na de enorme verkiezingszege van Pim Fortuyn in Rotterdam. Uit de reactie van beide mannen spreekt de verongelijktheid van de gevestigde orde die wordt getart.

Het is verleidelijk om net te doen alsof al deze ‘nieuwe’ partijen in Europa hetzelfde zijn. Er lijken misschien op het eerste gezicht overeenkomsten te zijn tussen de extreem-rechtse partijen als de pvv, het Front National en UKIP en de extreem-linkse partijen Syriza, Podemos en de Vijfsterrenbeweging van Beppe Grillo. Ze zijn tegen de elite en tegen de Europese Unie in de huidige vorm. ‘Ordeverstoorders’, noemde NRC Handelsblad hen afgelopen weekend, waarbij het de hoofden van onder anderen Wilders en Le Pen, naast die van Tsipras en Iglesias als een gitzwarte donderwolk afbeeldde.

Maar het gemak waarmee al deze partijen als ‘populistisch’ en een bedreiging voor Europa op één hoop worden gegooid is misplaatst.

Ondertussen verrijken falende politici zichzelf en doen ze niets om de situatie te verbeteren

De extreem-rechtse partijen, die vooral uit het noorden van Europa komen, zijn anti-EU, anti-migratie en anti-islam. Ze hebben, zoals ook de Brits-Pakistaanse intellectueel Tariq Ali in dit nummer zegt, bijna een vijand nodig om te overleven. Uit deze partijen spreekt vooral een groot verlangen naar vroeger. De extreem-linkse partijen uit het zuiden willen niet terug naar het verleden, maar naar een ‘betere’ toekomst.

Terwijl Geert Wilders cum suis de EU willen opblazen en dromen van een terugkeer naar de natiestaat bepleiten de leiders van Syriza en Podemos een ander, sociaal Europa. Alexis Tsipras en Pablo Iglesias zijn overtuigde Europeanen, ze verzetten zich echter tegen de rigide bezuinigingen die hun door het Noorden zijn opgedrongen. De gevolgen van die bezuinigingen zijn in Griekenland en Spanje al jaren voelbaar: de werkloosheid is er zo’n 25 procent, de armoede is groot. Ondertussen verrijken falende politici zichzelf en doen ze niets om de situatie te verbeteren. Zowel in eigen land als in Europa strijden Syriza en Podemos voor ‘echte’ democratie die in hun ogen verloren is gegaan.

Toen ik Yanis Varoufakis als hoogleraar economie aan de Universiteit van Athene vier jaar terug interviewde, verzette hij zich fel tegen de ‘neoliberale’ maatregelen die Brussel Griekenland oplegde. ‘Een rampenscenario’, noemde hij het. En hij kreeg gelijk. De afgelopen vier jaar stegen de schulden van Griekenland tot 320 miljard euro (175 procent van het bbp) en kromp de economie. Varoufakis benadrukte toen, net als nu, het belang van investeringen via bijvoorbeeld de Europese Investeringsbank. Een New Deal voor Europa, zodat er weer groei zal komen in het Zuiden, waar ook het Noorden van zal profiteren. Concrete oplossingen en vernieuwende gedachten.

In 2011 wilden Europese politici niet naar hem luisteren, nu schieten ze van tafel of scheren ze hem en zijn partij gemakzuchtig over één kam met extreem-rechts. Maar als Europa Griekenland niet wil verliezen, zal het Varoufakis en zijn partij serieus moeten nemen. Wie weet blaast Griekenland op deze manier de EU zelfs weer nieuw leven in.