
‘Eerst word je genegeerd, dan weggehoond en vervolgens gehoord.’ Mathilde Imer uitte zich onlangs in dagblad Le Monde vol zelfvertrouwen over de respons op de primaire populaire, de lijsttrekker van het volk. De mede-initiatiefneemster van het Burgerberaad voor het Klimaat, dat eerder 146 voorstellen presenteerde om de klimaatdoelen te halen waarvan president Macron er vorig jaar tegen zijn belofte in slechts achttien integraal overnam, heeft het er niet bij laten zitten.
Op dit verraad moest een antwoord komen om de ecologische transitie alsnog te maken en sociale rechtvaardigheid te bereiken. En van wie moest dat antwoord, met de Franse presidentsverkiezingen in zicht, anders komen dan van politiek links? Maar Frans politiek links is verdeeld. Slaagde oud-president François Mitterrand er in 1981 in alle linkse partijen op één lijn te krijgen en de verkiezingen te winnen, veertig jaar later lijken de ego’s van de vier linkse presidentskandidaten te groot. Geen van hen zal volgens de peilingen op 10 april tot de tweede verkiezingsronde doordringen. Een tweede ronde tussen zittend president Emmanuel Macron, de rechtse Valérie Pécresse van Les Républicains, de extreem-rechtse Marine Le Pen dan wel Éric Zemmour lijkt waarschijnlijk. Een onmogelijke keuze voor iemand van linkse signatuur.
Mathilde Imer nam het initiatief om buiten de politieke partijen de Franse kiezer te laten stemmen voor één linkse primaire, één lijsttrekker, en zo de linkse politieke partijen te dwingen tot samenwerking. 85 procent van de linkse kiezers geeft immers de voorkeur aan één gezamenlijke kandidaat om op die manier de tweede verkiezingsronde te kunnen halen.
Op de website ‘2022 of nooit’ presenteert de primaire populaire een tienpuntenplan samengesteld op basis van de linkse en groene partijprogramma’s plus een voorzet voor tien mogelijke kandidaten uit de verschillende partijen waar de Franse kiezer van zestien jaar en ouder digitaal op kan stemmen. De organisatoren rekenden echter buiten de waard. De belangrijkste linkse partijen, waaronder die van de burgemeester van Parijs Anne Hidalgo (Parti Socialiste), de groene Europarlementariër Yannick Jadot (EE-LV) en de uiterst linkse Jean-Luc Mélenchon (La France insoumise), reageerden unaniem afwijzend. Het zou hun partij stemmen kosten. Zeker toen er onlangs een videoband naar buiten kwam waarop een van de woordvoerders van de primaire populaire verklaarde de weigerachtigen te dwarsbomen. De organisatie wijzigde hierop de vrijwillige kandidatuur in een ‘nominatie van het volk’ voor een presidentskandidaat met of zonder diens akkoord.
De Franse kiezer kan tijdens de online verkiezingen van de primaire populaire tussen 27 en 30 januari zijn stem uitbrengen, niet op één persoon maar op basis van een waardering van alle kandidaten op een schaal van ‘onvoldoende’, ‘redelijk’ tot ‘heel goed’. Zo zal de presidentskandidaat van het volk de meest bevredigende kandidaat voor zoveel mogelijk mensen zijn.
Toen het aantal mensen op de website van de primaire populaire in december steeg tot driehonderdduizend verklaarde de burgemeester van Parijs, presidentskandidate Anne Hidalgo, die haar Parti Socialiste in de peilingen tot een historisch dieptepunt (22.000 leden) zag dalen, de uitslag van de primaire populaire toch te erkennen. Zij het op voorwaarde dat de groene Yannick Jadot van de EE-LV (zestigduizend leden) haar zou volgen. Die weigerde, gefrustreerd door eerdere afwijzingen tot samenwerking van de Parti Socialiste, waarna Hidalgo zich weer terugtrok in haar eigen partij. Ook Jean-Luc Mélenchon blijft weigeren. Tot teleurstelling van de primaire populaire, die meende dat de winnaar van de online verkiezing zich met de steun van twee miljoen stemmen vanzelf zou plooien naar de keuze van het volk. Doodzonde, meenden ook Cyril Dion (aanstichter van het Franse Burgerberaad voor het Klimaat), econoom Thomas Piketty en een tiental kunstenaars en wetenschappers begin januari in Le Monde in een ultieme poging het burgerinitiatief te redden.
Tot politiek veteraan Christiane Taubira zich op 15 januari verantwoordelijk verklaarde voor de eenheid op links. De econome en oud-minister van Justitie hoopt met het winnen van de online volksstemming haar linkse concurrenten alsnog te dwingen tot samenwerking. De bijna zeventigjarige in Frans-Guyana geboren Taubira gaf onder socialist Lionel Jospin in 2002 haar naam aan de Wet Taubira, waarin de slavenhandel werd erkend als misdaad tegen de menselijkheid. In 2012 zorgde ze als minister van Justitie onder François Hollande voor de legalisering van het homohuwelijk. Vier jaar later nam ze na de aanslagen op Charlie Hebdo en de Bataclan ontslag uit protest tegen een grondwetswijziging waarin terroristen met een dubbele nationaliteit de Franse nationaliteit kon worden ontnomen.
De flamboyante en welbespraakte Taubira heeft charisma en is populair bij links; ze staat voor tolerantie, gelijke rechten en wil zich sterk maken voor het milieu. Ze deed in 2001 al een gooi naar het presidentschap en zal, mocht ze winnen, als partijloze presidentskandidaat aan de verkiezingen deelnemen. Haar inderhaast opgestelde partijprogramma is summier maar kent wel enkele sociale speerpunten: verhoging van het minimumloon naar veertienhonderd euro, een basisloon voor de jeugd van achthonderd euro, belastingheffing op extreme rijkdom, zorg voor het milieu en een referendum over kernenergie. Tegenover het opruiende discours van extreem-rechts wil Taubira met haar rustige en concrete betoog een saamhorigheidsgevoel teweegbrengen. Mogelijk zal ze ook stemmen trekken van mensen die teleurgesteld zijn in de ego’s binnen hun linkse partijen die weigeren hun plaats af te staan ten gunste van één gezamenlijke kandidaat.
Bij de sluiting van de inschrijving op de website telde de primaire populaire afgelopen zondag 467.000 overwegend jonge Franse kiesgerechtigden; lang niet de gedroomde twee miljoen. Toch wordt het spannend of Taubira, die in de peilingen op tweeënhalf tot zes procent van de stemmen staat, na de online stemming op 30 januari van de andere kandidaten zal winnen. Daarna moet de kandidaat van het volk links alsnog zien te verenigen om samen de verkiezingen in te gaan op 10 april. Zo niet, dan heeft de primaire populaire alleen maar een extra kandidaat op links opgeleverd en zullen alle kandidaten met hun eigen linkse partij ten onder gaan.