OP ZO’N BEETJE IEDERE winkeldeur van Saint-Tropez hangt een poster met een zwart-witfoto van een piepjonge Brigitte Bardot. De poster verwijst naar de cover van een glossy magazine over mensen die de afgelopen decennia bepalend zijn geweest voor het imago van hét vakantieoord voor de mondiale jetset. Centraal daarin staat 1955, het jaar waarin de Franse filmmaker Roger Vadim neerstreek in het schilderachtige dorp aan de Franse Rivièra voor de opnamen van Et Dieu… créa la femme. In de film brengt BB mannen het hoofd op hol met haar naïeve pruillip en haar wulpse lichaam naakt zonnend op het strand. De filmcast kwam dagelijks samen bij Club 55 om op het terras onder het witte tentdoek omelet of vis te eten en rosé te drinken. ’s Avonds en ’s nachts werd tot zonsopgang op gitaarmuziek gedanst op het strand van Pampelonne.
Sinds die film trok toute hip, chique en steenrijk in het lange zomerseizoen naar deze plek en vermengden het altijd al aanwezige kunstenaarsgilde en oud geld zich met de nieuwe aristocratie van popsterren en fotomodellen. Een monumentaal moment van die tijd was het huwelijk in 1971 van Mick en Bianca Jagger. Ze trouwden in het wit in de katholieke St. Anna’s kerk, waarna ze in aanwezigheid van honderden vrienden hun huwelijksreceptie hielden in Café des Arts. Rolls Royce’s reden door de nauwe straatjes af en aan, onder het toeziend oog van paparazzi.
De glamourstatus van Saint-Tropez kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Al rond de eeuwwisseling had het vissersdorpje een magische aantrekkingskracht op de avant-garde. Vanwege de bijzondere lichtwerking door de zee rondom het schiereiland werkten schilders als Paul Signac en Georges Seurat hier aan hun pointillistische stijl. In de roaring twenties ontwikkelde het dorp zich verder tot een trekpleister voor Europese mondaine rijkaards. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gebombardeerde panden in de haven hersteld en lieten de existentialisten uit Parijs hun fatalistische kijk op de wereld varen op het terras van Café Senequier.
Wie nu Saint-Tropez bezoekt, zal op het eerste gezicht niet denken dat het hier in een halve eeuw erg is veranderd. Anders dan bijvoorbeeld het Spaanse Marbella is de locatie niet vervuild met witte appartementenflats en brede boulevards vol vertier. Dankzij strenge bouwregels is het een goed geconserveerd typisch Provence-dorp met pastelkleurige huizen en tuinen vol lavendel gebleven. Maar tegen dit decor ontvouwt zich, in het hoogseizoen, een wereld van ostentatief vertoon van big money. Sinds de booming jaren negentig hebben de exponenten van het nieuwe geld in de natuurgebieden rond het dorp hun villa’s laten bouwen. Niet zichtbaar vanaf de slingerweggetjes liggen achter hoge heggen, rijen cipressen en palmbomen de landgoederen-nieuwe-stijl. De panden hebben 24-uurs-bewaking en zijn zwaar beveiligd met camera’s. Wat er zomers plaatsvindt aan de rand van de zwembaden onttrekt zich volledig aan het oog van de stromen dagjesmensen.
Die kunnen zich wél in het haventje vergapen aan ronkende Ferrari’s en Lamborghini’s, aan de aangemeerde jachten met daarop nonchalant hangende celebrities aan de champagne of aan de etalages van de winkels met haute couture. Op één vierkante kilometer concentreren zich alle grote modehuizen. Chanel, Fendi, Gucci, Dior, Armani, Cavalli en Louis Vuitton tonen in de rekken de laatste mode, die eerder is aangekondigd in de internationale Vogue. En nergens hangen prijskaartjes, want wie hier als serieuze klant de drempel overgaat, kent geen budgettaire beperkingen.
De dagjesmensen krijgen volop waar voor hun geld. Zij kunnen zomaar George Clooney tegen het lijf lopen of Bruce Willis met een kinderschare een zwembroek zien kopen. You name it, ze zijn hier allemaal gesignaleerd, wereldsterren als Paris Hilton, Bono, Sting, Jerry Hall, Joan Collins, Ivana Trump, rapper P.Diddy, de echtparen Victoria en David Beckham, Brad Pitt en Angelina Jolie, Tom Cruise en Katie Holmes en, nog steeds, Catherine Deneuve en Brigitte Bardot. Ook onze eigen BN’ers laten zich niet onbetuigd. Harry Mens, Herman Heinsbroek (wie was dat ook alweer?) en de onvermijdelijke Jan des Bouvrie zitten met de Blokker- en Kruidvat-koning op het strand aan de rosé en laten zich met graagte vastleggen door de fotografen van de roddelbladen en het Stan Huygens Journaal.

Minder direct herkenbaar is een type Saint-Tropez-ganger dat pas écht puissant rijk is en zich niet graag winkelend in de openbaarheid toont. Dat zijn handelaren in wapens, olie, vastgoed, schuldenlasten van de derdewereldlanden en opties – de multimiljardairs der aarde, afkomstig uit het Midden-Oosten, Amerika en vooral ook uit Rusland. Sinds de val van het communisme is er in Rusland een bevoorrechte toplaag ontstaan van mensen die zo extreem rijk zijn dat ze bij wijze van spreken het hele Franse dorp met discotheken, winkels, restaurants en al zouden kunnen opkopen.
Dat de Russische oligarchen dol zijn op de Côte d’Azur wordt niet door alle Fransen even aangenaam gevonden. Ze zijn grof in de omgang en smijten letterlijk met bankbiljetten die ze uit hun borstzak trekken. Om hen heen een tros blonde Natasja’s die zich zo verwend gedragen dat Paris Hilton daarbij verbleekt. Of het dochters, luxeprostituees of ordinaire golddiggers zijn, laat zich niet raden. Die zijn niet van elkaar te onderscheiden. Dat de tsaar der Russische rijken, Roman Abramovitsj, hier enkele jaren geleden, tegelijk met het aantreden van Boris Jeltsin, een paleisje op de rotsen aan zee betrok, is veelzeggend. Na het ancien régime gingen Kremlinpolitiek en het wildwestkapitalisme hand in hand. Inmiddels roddelen de lokalen hoofdschuddend over de komst van niemand minder dan Vladimir Poetin. De voormalige president laat voor zichzelf en zijn nieuwe echtgenote, de 24-jarige Alina Kabajeva, een liefdesnestje bouwen. Dat hij 31 jaar ouder is dan deze voormalige olympische turnster is voor Saint-Tropez-begrippen niet abnormaal.
Hoe dat werkt, die relatiemarkt in deze hedonistische speeltuin, is te aanschouwen in de horeca, waar nooit ofte nimmer een gewone toerist zich op de gastenlijst kan laten plaatsen. In de VIP Room of in discotheek Les Caves du Roy in de kelder van hotel Byblos gebeurt het allemaal. De faam van de decadentie op de dansvloer is zó groot dat alle internationale roddelbladen en kwaliteitsglossy’s, zoals de Amerikaanse Vanity Fair, in de zomer fotografen en reporters op pad sturen om achter de zware voordeur een kijkje te nemen. Als er een vip binnentreedt, schreeuwt de dj door de microfoon: ‘In the house is…’ En daar treden dan onder gejoel prinses Marie-Chantal en kroonprins Pavlos van Griekenland of een bekende Amerikaanse blingblingrapper de tempel van genot binnen. De verhalen zijn uiteraard legendarisch. Zo zou de eigenaar zo nu en dan een seintje aan het personeel geven om de uitzinnige dansende massa af te laten koelen met bubbelwijn. Over de hoofden worden duizenden druppels alcoholisch vocht gesprenkeld, dat tegen het licht van de glitterballen aan het plafond kortstondig twinkelt. Of dan de meest spectaculaire bestelling – misschien wel ter wereld: een fles Louis Roederer Cristal Methuselah-champagne à twintigduizend euro. Daarmee kan een man van zestig et plus natuurlijk enorme indruk maken op al die beeldschone meisjes van twintig et plus of de oudere dames, die zonder enige gêne zichzelf eeuwig mooi wanen met hun gebotoxte krullippen en stijfronde siliconenborsten.
Het is ook dagelijks party time tijdens de lunch in Club 55. Ook daar geen entree zonder de gastenlijst. De gasten arriveren per auto – die ze laten parkeren door een van de knappe jongens, die dankzij de fooien zelf inmiddels niet onbemiddeld zijn – of vanaf zee. Vanaf hun jachten stappen ze over op een tender, die hen afzet bij de aanlegsteiger. Gadegeslagen door de badgasten lopen ze vervolgens zo onverschillig mogelijk over het strand naar de bar.
Hoe anders is die ambiance dan in de tijd dat BB hier met de filmcast zat te drinken. Zij wordt nu als een icoon van nostalgie geëtaleerd. Maar wie zal er heimwee hebben naar deze sfeer? Zijn dat de mensen die vorig jaar met succes bij de rechter hebben geklaagd over het lawaai boven hun hoofd van de helikopters die in een permanente file vanaf het vliegveld van Nice of Marseille gasten afzetten bij hun vakantiebestemming? Het zijn waarschijnlijk dezelfde mensen die treuren om een groot verlies binnen de lokale middenstand. De enige boekwinkel die er nog was, Maison de la Presse des Commercants, sloot vorige maand zijn deuren. De inkomsten wogen niet meer op tegen de huur van het pand. Net als de enige écht goede galerie, van Nathalie Duchayne in de rue de la Résistance. Zij zet de verkoop van haar prachtige collectie Aziatische kunst waarschijnlijk voort in Brazilië. Misschien gaat de haute chique met smaak en geld haar straks wel achterna voor een meer ingetogen cultuur van ontspanning en vertier. En BB? Zij is nog steeds geregeld in haar buitenhuis La Madraque. Als oude dame voert ze strijd tegen de hijskranen om het natuurgebied achter de witte stranden te behouden voor het nageslacht.