
Van tv-programma Hij is een Zij van kro-ncrv, naar transmodellen in de Linda Man, Love Me Gender bij de EO, Louisa Rosanna: Onze transgender liefde op het ‘vrouwenkanaal’ tlc tot een transmodel voor Nike en een stroom krantenartikelen: er lijkt geen ontkomen aan het grote T-woord. Trans is the new gay à la autumn is the new spring.
De opkomst van de transgender in de media werd ingeluid door de zeer publieke transitie in april 2015 van de Amerikaanse tv-persoonlijkheid en ex-atleet Bruce naar Caitlyn Jenner. De ophef die rond zijn persoon en het fenomeen ‘transgender’ ontstond, waaide snel over naar Europa en veroverde ook Nederland. Na een internationale golf van ‘homohuwelijken’ lijkt de westerse wereld klaar voor een nieuwe emancipatie. Of zijn het vooral de media die op zoek zijn naar een nieuwe kwetsbare minderheid om de lens op te richten? Wie de grote hoeveelheid programma’s ziet zou toch het laatste denken.
Wat alle programma’s, artikelen, interviews en documentaires gemeen hebben is een ongekende obsessie met de vondelingen van het lichaam. Hij is een Zij heeft daarin de trend gezet. Veilig aan de hand genomen door Arie Boomsma volgt de kijker de levens van verschillende transgenders en hun medische proces. Hormonen. Borstoperaties. Borstvergrotingen. Geslachtsoperaties. Logopedie voor de dames. Er wordt veel gefilmd in en rond het VUmc en het Gronings Medisch Centrum. De arts legt uit hoe de procedure werkt. De deelnemers delen hun angst en spanning voor de volgende stap. De overkoepelende boodschap lijkt vooral deze: hij is eigenlijk geboren als een meisje, maar dankzij de geweldige professionaliteit van het VUmc en de steun van liefdevolle ouders, begripvolle vrienden en solidaire klasgenoten is hij nu helemaal man. Wat is de wetenschap toch knap en wat zijn we als samenleving toch ver!
Het programma hielp wellicht het verschijnsel transgender als zodanig meer bekendheid te geven, maar deed ook precies dat: het maakte van transgenders een interessant verschijnsel. Een biologische fout die door hormoonbehandelingen en medisch ingrijpen kan worden gecorrigeerd, wat de kijkers vanaf een comfortabele afstand op de buis kunnen volgen, zonder zichzelf vragen te hoeven stellen over hun opvattingen. Vragen over genderrollen en de maatschappelijke opvattingen over wat dan ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ zou zijn worden niet gesteld en komen zeker in Hij is een Zij niet aan bod.
Ook blijft de vraag achterwege naar welk beeld deze transmannen en -vrouwen eigenlijk worden gemodelleerd. De jongens willen paintballen, de vrouwen kopen onder groot enthousiasme van Arie Boomsma voor het eerst een avondjurk of lingeriesetje. De box van de ene gender wordt simpelweg ingeruild voor die van de andere. Puzzel opgelost, verwarring weggenomen, klaar, we kunnen weer ademhalen. Het is even wennen, dat van ‘hij’ naar ‘zij’, maar als het slopende medische traject achter de rug is en de persoon in kwestie er vrij goed ‘gelukt’ uitziet, is het probleem weer opgelost.
Dat veel mensen zich niet thuis voelen in hun gender, of vooral genderrol, en eerder een maatschappelijke dan fysieke transitie ambiëren lijkt onbespreekbaar. Voor hen ligt het probleem niet bij hun eigen biologische geslacht, maar bij het externe geslacht dat de samenleving een persoon in één oogopslag toebedeelt, met alle bijbehorende verwachtingen en eisen van dien. Maar dit is niet het onderwerp van de collectieve transfascinatie. Die gaat immers over de transitie van de participant, niet die van de kijker. Gender queers? Wat zijn dat? Een derde geslacht? Het moet vooral niet te moeilijk worden.
Ik ben onbedoeld en ongewild onderdeel van een hype. Misschien zelfs de belichaming daarvan. Keer op keer zie ik mijn naam weer in de landelijke kranten opduiken in lange uiteenzettingen en analyses over de ‘opkomst van de transgender’. Sinds mijn bekendmaking op 5 juni vorig jaar van mijn naamsverandering en wens voortaan als ‘hij’ te worden aangesproken, voer ik de transgenderlijstjes met stip aan. Transgender is niet alleen mijn ogenschijnlijke identiteit, maar zelfs mijn nieuwe functiebeschrijving. In het Radio 1-programma De dagwacht, waar ik aanschuif om te spreken over ‘succes en schrijverschap’, word ik aangekondigd als Mounir Samuel: transgender. Het verdere interview gaat over hormonen en biologische veranderingen. ‘Mounir Samuel is in transitie en hij valt nog steeds op vrouwen’, kopt Trouw in de lead bij een interview over mijn roman.
Ik definieer mijzelf helemaal niet als transgender. Ik kwam niet uit ‘de kast’ als de volgende transman, maar als mezelf. Mounir. Gender queer. Een vrouwelijke man, geen mannelijke vrouw. Dat gaat voorbij mannelijk feminisme; al ben ik dat ook, een overtuigde mannelijke feminist. Sterker nog, ik word het steeds meer nu de vastomlijnde genderverhoudingen en genderrollen steeds pijnlijker voelbaar worden. Hoe is het mogelijk dat mannen nu wél luid kunnen lachen om de grappen die ik twee jaar geleden ook al maakte? Mijn vroegere ‘felheid’ nu gezonde ‘ambitie’ heet? Ik geen ‘bitch’ ben, maar gewoon een ‘leuke gozer’? Althans, dit geldt voor degenen die daadwerkelijk mijn gender erkennen, voor de meesten blijf ik, zelfs nu ik vol in transitie ben, nog steeds een vrouw.
Taal blijft een groot obstakel, zo bleek opnieuw bij een uitzending over genderneutraal opvoeden van Jacobine op zondag. Niet alleen ben ik iets wat in de Nederlandse taal niet eens bestaat. Bij gebrek aan de juiste woorden lukte het de tafelgasten niet tot de inhoud van het gesprek te komen. In plaats van een inhoudelijke discussie over hoe meisjes en jongens al vanaf vroege leeftijd volgens uitgesproken genderstereotiepe opvattingen worden opgevoed, werd het gesprek al snel een transgenderdebat, met als slotconclusie de vertrouwde gezwollen woorden van Dick Swaab dat ‘het catastrofaal moest zijn voor een meisje om in het verkeerde lichaam te zijn geboren’. Ik heb echter niet zozeer het gevoel in het verkeerde lichaam, als wel in de verkeerde tijd te zijn geboren en in de verkeerde samenleving misschien. Kenden de native Americans al het concept van double-spirited, en werkt in Thailand the ladyboy vanzelfsprekend als politieman of hotelmanager, in Nederland moet je als man vooral geen mascara gebruiken of als vrouw het haar millimeteren en dan nog knap willen worden gevonden.
Het ontbreekt de Nederlandse taal nog steeds aan een non-binair voornaamwoord, dus een derde woord als alternatief voor ‘hij’ of ‘zij’. Voor Transgender Netwerk Nederland reden om in mei van dit jaar de ‘verkiezing van het non-binaire voornaamwoord’ uit te schrijven. Winnaar werd ‘hen’ of ‘die’. in plaats van ‘hij’ en ‘zij’. ’Hen’ komt naast ‘hem’ en ‘haar’ te staan en ‘hun’ zou als bezittelijk voornaamwoord ‘zijn’ of ‘haar’ aanduiden. In het dagelijkse gebruik zou dit dan als volgt klinken: ‘Ik hou van Renée, die is schrijver. Ik ken hen van hun signeersessie.’ Hardop uitgesproken voelt deze zin misschien wat gekunsteld. Het spreektalige ongemak zegt wellicht iets over een gebrek aan acceptatie en gewenning.
Het probleem van het gebrek aan een non-binair derde voornaamwoord blijkt goed bij Facebook. De Amerikaan kan uit 71 genderoriëntaties kiezen, op de Nederlandse versie van Facebook zijn er twee: ‘man’ en ‘vrouw’. Sinds een tijdje kun je ook kiezen uit ‘aangepast’ en daar zelf een genderoriëntatie neerzetten. En kan op de Engelstalige versie van Facebook gekozen worden uit de voornaamwoorden ‘he’, ‘she’ en ‘thy’, op mijn Facebook heb ik slechts keuze uit ‘hij’, ‘zij’ en het ongemakkelijke ‘hij/zij’ bij gebrek aan een derde alternatief.
In Zweden experimenteren ze ondertussen ruimschoots met het geslachtsneutrale persoonlijk voornaamwoord hen. Verschillende Zweedse scholen zijn afgelopen jaar begonnen met het introduceren van genderneutraal onderwijs, waarbij leerlingen met een onzijdig voornaamwoord worden aangesproken en zogenaamd jongens- en meisjesspeelgoed is ingeruild voor algemeen educatief vermaak. Ook de kinderboeken zijn daar vervangen, niet langer redt de prins de prinses, zijn de jongens piraten en meisjes de grote trofee, maar zijn de karakters genderloos. In het geval van duidelijke mannelijke en vrouwelijke karakters zijn de meisjes net zo slim, snel, avontuurlijk en goede voetballers als de jongens in het verhaal.
Nederland lijkt nog lang niet klaar voor een derde geslacht, het doorbreken van de genderstereotypen of een hogere mate van genderfluïditeit. De politiek neemt daarin geen voortrekkersrol. Terwijl de Nederlandse regering vluchtelingen dwingt een verklaring te tekenen waarin ze onder meer homoseksualiteit moeten accepteren en weigering of ‘overtreding’ van een dergelijk contract resulteert in een boete tot 1250 euro, keldert de positie van Nederland op de Rainbow List van de International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association.
Was Nederland ooit koploper met openstelling van het burgerlijk huwelijk voor echtparen van hetzelfde geslacht, nu staat het op de elfde plaats (in 2015 nog zevende) als het om lhbt-vriendelijke wetgeving in Europa gaat. Koploper is Malta, gevolgd door België, het Verenigd Koninkrijk en Portugal. De overtuiging dat wij zo tolerant zijn en onze wetgeving prima voor elkaar hebben, heeft geleid tot zelfingenomenheid en verslapping. De winst is toch al behaald? Het homohuwelijk doorgevoerd? Ondertussen wordt het mannelijke homoseksuele echtparen in Nederland, mede door het verbod op draagmoederschap, vrijwel onmogelijk gemaakt om kinderen te krijgen, heeft een transgender een verklaring van een psycholoog nodig om zijn geslacht te kunnen veranderen, die bevestigt dat hij aan ‘genderdysforie’ als psychische afwijking lijdt en is er geen enkele juridische (of maatschappelijke) erkenning van de gender queer of genderfluïde persoon.
Zo kan men op het paspoort in Nederland maar twee geslachten kiezen. Een x als geslacht op het paspoort is al sinds de jaren vijftig erkend door de Verenigde Naties. Toch roept het afschaffen van de gendervermelding op het paspoort veel debat in de Tweede Kamer op. In een groeiend aantal landen – voornamelijk in Azië – behoort het kiezen van een onzijdig, derde geslacht wel tot de mogelijkheid. Koploper was Nepal, waar het Hooggerechtshof in 2007 al oordeelde dat het slechts erkennen van twee geslachten discriminerend is. Het was het eerste land dat een derde gender op het bevolkingsregister en later ook het paspoort erkende.
India, dat vijf tot zes miljoen hijras (de naam voor man-naar-vrouw transgenderpersonen in India, Pakistan en Bangladesh) kent, schaarde deze groep tot voor kort onder de verzamelnaam ‘eunuch’, hoewel slechts tien procent van deze transvrouwen zichzelf zo definieert. Sinds 2009 bestaat er een neutrale aparte subcategorie voor intersekse- en transgenderpersonen op stembiljetten. Ook de islamitische landen Pakistan en Bangladesh hebben een non-binaire genderstatus aangenomen. Duitsland was het eerste Europese land dat een derde gender accepteerde. Tevens geeft de nieuwe wet kinderen met een intersekseconditie (één op de tweeduizend baby’s wordt geboren met een dubbel of onduidelijk geslacht) de optie met een onzijdig geslacht door het leven te gaan en pas op volwassen leeftijd hun eigen gender te kiezen. Tot voor kort kregen ouders één week de tijd om het gender van het kind te registreren, wat vaak tot overhaaste chirurgische ingrepen leidde. Denemarken en Malta volgden Duitsland met een derde non-binaire geslachtsstatus. Ondertussen was Australië het eerste westerse land dat burgers de optie van een x, gedefineerd als ‘indeterminate/intersex/unspecified’, op het paspoort biedt. Nieuw-Zeeland volgde snel.
Waar de politiek het genderdebat graag aan de media en de samenleving overlaat, tonen deze steeds sterkere genderstereotypen. Weg is de genderbender van de jaren negentig. De genderuitingen lijken steeds vastomlijnder met baardige mannen en bijna geen vrouwelijke generatiegenoot zonder lang haar. Ooit was Lego er voor iedereen, sinds eind jaren negentig is er speciale meisjes-Lego in roze-paarse uitvoering. Hetzelfde geldt voor bijna al het andere speelgoed, van roze skates tot smartphones, van prinsessenvoetballen tot speciale meisjescomputergames. Voor volwassenen is het al niet veel anders: er zijn speciale kookboeken voor mannen, eigen mannelijke Allerhande-edities, vrouwen- en mannenbier en ga zo maar verder.
Het transgenderdebat verplaatst het probleem van de samenleving naar het individu. Nu is iedere masculiene vrouw gewoon heimelijk een transman en een feminiene man klaar voor operatie. Terwijl omstanders voorzichtig in mijn spierballen knijpen en alles willen weten over mijn baardgroei blijft de discussie uit wat nu een man of vrouw definieert. Vrouwen willen voorbij de vele uiterlijke veranderingen nog wel weten hoe dat nu is, man zijn, mannen blijken lang niet zo geïnteresseerd in de psychologische verschillen. Het enige wat zij willen weten is of mijn libido inderdaad omhoog schiet, om dan gerust adem te kunnen halen: aan die overmatige seks-drive kunnen ze dus echt niets doen.
Operaties, alles gaat over operaties. En of-ie dan stijf wordt, die ‘ombouwpenis’. Maar ik heb geen mannelijk geslachtsdeel nodig om man te zijn, dat ben ik al, dat was ik al die tijd al zelfs.
Waarom ik zo graag ‘meneer’ wil worden genoemd? Los van het feit dat ik simpelweg een man ben, heb ik de erkenning van mijn vrouwelijkheid altijd gehad. Van mijn man-zijn heb ik die echter nooit gekregen. Maar liever zou ik beide genderpolen volledig ontstijgen.
De huidige transhype bevestigt deze polen juist. Zie bijvoorbeeld het datingprogramma Love Me Gender van de EO, dat een stuk minder verrassend of progressief is dan het op het eerste gezicht lijkt. Terwijl de ledenopzeggingen en woedende brieven bij de omroep binnenstroomden naar aanleiding van de aanstelling van de remonstrantse homoseksuele predikant Tom Mikkens en een niet nader gedefinieerd ‘homo-emancipatieprogramma’ door de omroep wordt uitgesteld, volgt er op de datingshow een stuk minder protest. In lijn met dezelfde gedachtegang als die door de Islamitische Republiek Iran wordt gehanteerd, waar homo’s worden gestenigd maar geslachtsoperaties door de staat worden betaald, is een transman die braaf met een vrouw trouwt gewoon weer ‘hetero’. Het kost even moeite om een medische ingreep in Gods schepping te aanvaarden, maar alles beter dan een afwijkende seksuele geaardheid, zo lijkt het. Aan het programma doen dan ook geen homoseksuele transgenderpersonen mee. Dat past niet in het beeld van de stoere mannen of ranke dames zoals transgenders binnen en buiten het programma worden gepresenteerd.
Met een steeds verder uitdijend acroniemenalfabet van lhbt (lesbisch, homoseksueel, biseksueel en transgender) naar lhbtqiap (toevoeging: queer, intersekse, a-seksueel, pan-seksueel), proberen we greep te krijgen op mogelijke seksuele oriëntaties waarvan herhaaldelijk blijkt dat ze niet alleen fluïde zijn, maar ook veranderlijk in de tijd. Zo toonde onderzoek van Gerulf Rieger van de Universiteit van Essex eerder dit jaar aan dat vrouwen ‘respectievelijk biseksueel of lesbisch zijn, maar feitelijk nooit hetero’. De 345 vrouwelijke participanten bleken in vrijwel alle gevallen even gevoelig voor afbeeldingen van vrouwelijk naakt of lesbisch-erotisch pornografisch materiaal als mannelijke. Seksuoloog Alfred Kinsey ontwikkelde al in de jaren vijftig de Kinsey-schaal, waarop zich vijf stadia tussen een uitsluitend heteroseksuele of uitsluitend homoseksuele oriëntatie bevinden. De schaal loopt van nul tot zes. Kinsey definieerde zichzelf als een perfecte drie, gedefineerd als ‘equally homosexual and heterosexual; bisexual’.
De Kinsey-schaal zegt echter niets over iemands gendergedrag. Een man kan buitengewoon feminien zijn maar zichzelf als een perfecte nul definiëren, ergo: ‘exclusively heterosexual’. Andersom kan een zeer masculiene man een ronde zes zijn. De maatschappij ziet dit echter niet zo. Uit angst voor homo te worden aangezien, dwingt dit mannen zich vaak masculiener voor te doen dan ze daadwerkelijk zijn. Ondertussen worden masculiene vrouwen als ‘pot’ weggezet, terwijl bij feminiene vrouwen lesbisch ‘gedrag’ eerder als een fase of een spannend seksueel experiment dan als daadwerkelijke seksuele oriëntatie wordt beschouwd.
De maatschappelijke opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid bepalen niet alleen de norm op straat, maar hebben ook een steeds duidelijker weerslag op de lhbt-gemeenschap in Nederland. ‘Wat doe jij hier?’ wordt mij op vrouwenfeestjes gevraagd. ‘Je bent toch hetero?’ Transmannen worden geweerd uit homosauna’s en weggepest uit wc’s van gay-bars. Zoals heterovrouwen schrikken van de plotselinge aantrekkingskracht die ze mogelijk voor een transman of queer voelen, zo schrikken lesbiennes en homoseksuelen om dezelfde reden. Vallen op een transgender of queer gooit immers alle hokjes omver en roept vragen over seksuele geaardheid op. Denk je net een ‘unieke minderheid’ te zijn, blijk je toch gewoon weer ‘hetero’.
Genderfluïditeit wordt binnen de gay-scene vrijwel net zo hard afgewezen als in de heterowereld. Er wordt bij homoseksuelen onderscheid gemaakt tussen de befaamde top en bottom (en nog zo’n twintig categorieën). De pikorde is duidelijk. Lesbiennes laten zich juist graag femme maar niet butch noemen. Ook voor transmannen zijn er onderverdelingen. In het verlangen door de heteroseksuele buitenwereld als een ‘echte man’ te worden gezien, kijkt de transmasculiene man neer op de transfemme die net wat ‘vrouwelijker’ is. En zijn veel transvrouwen meer ladylike dan welke grande dame dan ook.
‘Het gaat erom of je passt’, legt een transvriend mij uit. ‘Word je door de buitenwereld volledig als man gezien, of als trans?’ Uiteindelijk wil de transgenderpersoon, begrijpelijkerwijs, gewoon naar zijn daadwerkelijke geslacht worden gezien en niets anders. Maar er is meer dan trans- of cis-gender (de Engelstalige uitdrukking voor mensen wier genderoriëntatie overeenkomt met hun geboortegeslacht). Als de afkeer van nichterigheid, vrouwelijkheid of feminien gedrag binnen en buiten de homogemeenschap iets laat zien, is het wel dat vrouwen anno 2016 nog steeds als fundamenteel minderwaardig worden beschouwd. Daarom lijkt er meer begrip te bestaan voor de transman dan voor de transvrouw en brengen ouders eerder hun zoon in prinsessenjurk dan hun dochter die in bomen klimt naar het VUmc (onder volwassenen gaan de aanmeldingen van transmannen en transvrouwen wel steeds meer gelijk op).
Gender is een continuüm, waarin niet alleen de genderfluïde persoon, maar feitelijk iedereen tussen de binaire genderpolen bekneld raakt. Zoals de schaal van Kinsey inzicht in iemands seksuele oriëntatie geeft en de mogelijkheid biedt over tijd van het ene naar het andere stadium te verschuiven, zo zou er ook een genderschaal moeten worden ontwikkeld met verschillende schijven tussen uitgesproken feminiene en uitgesproken masculiene uitingen. Deze schaal zou verticaal op de Kinsey-schaal kunnen worden aangebracht zodat er een grafiek ontstaat waarbij ieder individu zich vrijelijk in het speelveld van zowel gendergedrag als seksuele oriëntatie kan positioneren.
Zie het als een eindeloze wolk puntjes, waarbij je je zelfs per dag wisselend op de masculien-feminien-schaal kunt bewegen zonder dat dit gevolgen heeft voor je seksuele positionering (of andersom). Het openbreken van de gendernormen – waarbij je de ene dag feminien en de andere dag meer masculien gedrag, kleding of rolverdeling kunt aannemen – bevrijdt ons in één keer uit het keurslijf van gendernormatieve verwachtingen en geeft erkenning aan de fluïditeit die in ieder van ons zit.
Beeld: Deze foto van Jean-François Bouchard werd tweede in de categorie Gender van de Pride Photo Award 2015, een jaarlijkse fotowedstrijd in het kader van seksuele en gender-diversiteit. Een selectie van de winnaars is tot 27 november te zien op het Gender Bender Festival in Bologna. Info: mambo-bologna.org (Jean-Francois Bouchard)