De Franse schrijver Michel Houellebecq is niet alleen veel gelezen, hij wordt tegenwoordig ook vaak gespeeld. Het Nationale Toneel reist rond met een bewerking van zijn roman Elementaire deeltjes (regie Johan Doesburg). Johan Simons maakte een paar jaar geleden in Eindhoven van die roman toneel (Gen). Het aankomende Ho lland Festival toont een tweede bewerking van zijn hand (Elemen tarteilchen, Schauspiel Zürich). De Limburgse toneelwerkplaats Huis van Bourgondië draagt zijn steentje bij en speelt nu Michel, een plotloos kantoordrama geïnspireerd op themas uit het werk van Michel Houellebecq. De makers heten Luc van Esch, Ali Ben Horsting, Rutger Kroon en Emanuel Muris. Ik ben laatst wezen kijken.
Wat heb ik gezien? Een laag plafond met (soms haperend) neonlicht. Een ruimte die sinds de architect van «even-Apeldoorn-bellen» kantoortuin is gaan heten: bureaus zonder afscheidingsschotjes. De wanden tussen de employés worden gevormd door bakken met planten, waarvan mij de Latijnse benaming even is ontschoten, ik herinner mij slechts de term «maagdenpalm», volgens Van Dale: «lichtgroene plant met leerachtige bladeren». Ergens tussen die gruwelijke fauna bevindt zich een asbak. In het kantoor, waar niet mag worden gerookt, wordt tussen de maagdenpalmen permanent gerookt.
De aanvoerder van het kantoor (tevens de aanvoerder van de optredende toneelformatie) meldt bij aanvang dat de overdosis maagdenpalmen zwaar is gesubsidieerd. Hij dreunt heftig zwetend, in wit kostuum de subsidiënten op. Zijn medespelers houden ondertussen een vaandel met logos van de geldschieters omhoog. Triest beeld. Of toch humor? In ieder geval voorzien van een treurige mededeling: vrijheid van kunst koop je af bij subsidiënten. O ja? Is dat houellebecqse zwartgalligheid? Ik dacht dat kunst die een grens verlegt gemaakt kan worden bij de gratie van overheidssteun, zo u wilt: van belastinggelden. Deze koene keepers van de vrije kunst en van het houellebecqse neorealisme zijn echter he-le-maal niet van plan grenzen te verleggen. Zij maken hun kantoortuin juist erg klein. Wat gebeurt er in die kantoortuin? Niet veel. De tuinkabouters gaan zitten en zwijgen aanvankelijk. Horsting kijkt steeds op zijn horloge. Had hij al aangekondigd. Iedere act heeft in deze voorstelling zijn eigen, afgemeten tijd. Het kijken op het horloge van Horsting is dus humor. Het afgewerkte programma is dat dus ook. Op het Houellebecq-menu staat vanavond: karaoke, concertje dwarsfluit, een 06-seksnummer-klaarkom-act (altijd leuk, dus voor de gelegenheid eindeloos opgerekt), een pornoscène tussen vier pluchen reuzenknuffels. En als «pauzenummer» steeds maar weer dat gepaf tussen die maagdenpalmen.
Mijn verhouding tot het werk van Michel Houellebecq is plezierig gespannen. Ik lees hem schaterend. Af en toe denk ik: kan het een tandje minder? Hij serveert de babyboomers (mijn generatie dus) op een handige manier af. In zijn troosteloze mensenlandschappen woelt veel hoop, af en toe zelfs vertedering, een verleiding tot inkeer. Precies dát is wat deze voorstelling volledig ontbeert. Ironie zonder slimheid, dat is het. Cynisme van de verschroeide aarde. Een Himalaya aan flauwekul. En inderdaad: plotloos. Het komt namelijk allemaal he-le-maal nergens vandaan, het gaat ook nergens naartoe. Opgefrituurde ouwe-nieuwe-lulligheid. Met dank aan Jiskefet. En met Houellebecq heeft het niks te maken. Van Esch, Horsting, Kroon en Muris, ze zouden hun vijf kwartiertjes niksigheid in plaats van Michel, een plotloos kantoordrama, eigenlijk Lul, een klootloze pornoshow moeten noemen.
Michel is nog tot in mei overal te zien. Inlichtingen: Huis van Bourgondië, 043-3219960, info@huisvanbourgondie.nl