Het oeuvre van Wende Snijders is een verzameling breuklijnen. Stijlbreuken: van meeslepend naar verstild, van barok naar bohémien. Breuken in taal: van Frans naar Engels naar Nederlands. Ook haar stem, bij veel kameleons van artiesten de enige constante, buigt en draait mee met alle veranderingen: de Wende die zingt op Mens is net als de Wende die anderhalf decennium geleden doorbrak met haar zwierige Franse repertoire allereerst een verteller. Krachtvertoon is nooit een doel op zichzelf geweest. Als ze uithaalt is dat omdat de tekst of het arrangement daarom vraagt.

In haar laatste voorstelling Mens verkende ze de mens, volgens het persbericht destijds ‘het gevaar en het wonder’ ervan, maar uiteindelijk natuurlijk vooral de mens Wende Snijders. Het gelijknamige album met de nummers van de voorstelling kreeg een inleiding van Bas Heijne, met de titel ‘Wat is de mens’. Het album zelf is een verkenning van het antwoord daarop. Het grootste deel van de teksten schreef ze zelf, de twee gastschrijvers komen uit de literatuur: Dimitri Verhulst en Joost Zwagerman. Een half jaar voor zijn dood mailde Zwagerman Snijders een gedicht, dat ze op muziek zette. Ze zingt de opsomming van angsten met even theatrale als subtiele verschillen in intonatie: ‘Voor de waarheid’ klinkt ijzig; in ‘Voor types die met messen spelen’ klinkt fascinatie door; de clou, ‘Maar niet voor jou’, klinkt bijna achteloos.
In de muziek overheerst de elektronica: elk nummer heeft credits voor ‘programming’ en/of een van de veertien gebruikte ‘synths’. Dit draagt in hoge mate bij aan het vaak uitgesproken filmische karakter van het album. Zeker in het donkere Alles gaat kapot, een tekst van Verhulst, waar gitarist Robin Berlijn het onheil verpakt in riffs, terwijl Wende zingt over het verlangen naar tegengif, drank en seks in het licht van de onvermijdelijke dood: ‘Alles gaat kapot dus wij zeker/ Maar wie trekt zich zoiets aan?/ Vul nu mijn glas en straks mijn gaten tot het ochtend wordt’.
Het blijkt de opmaat naar een grootse finale. Eerst het zware, snoeiharde Hoe lang nog?. ‘Het golft en gromt, diep binnen’, zingt Wende, terwijl de muziek met de tekst mee golft en gromt. En daarna de verstilling: Wende aan de piano, met het allermooiste nummer van het album. ‘Blijf bij mij tot de lente door je lichaam breekt/ Blijf bij mij tot de wind weer in je zeilen zweeft’. Ze zingt het prachtig, ergens halverwege wens en smeekbede.
Wende, Mens (Pias)