
Na de bevestiging en vlak voor het uitroepen van zijn wraak volgen die paar kale zinnetjes, Shakespeare op zijn best: ‘He has no children. All my pretty ones?/ Did you say all? O hell-kite! All?’ (‘Hij heeft geen kinderen. Al mijn lieve kleintjes?/ Allemaal zeg je? O helse gier! Allemaal?’) In haar enscenering bij Théâtre du Soleil heeft Mnouchkine voor dit ogenblik van vrieskoude horror een best wel gezellig strandboulevardtafereel met geluid van branding en meeuwen laten opbrengen. Vlak daarvoor hebben we een deel van de moordpartij gezien. In een vloek en een zucht is het klaar. Het enige dat achterblijft, is een hobbelpaard dat natrilt. De macabere logica van de verschrikking is onafwendbaar. We hebben er ons bij neer te leggen. Op naar de volgende statie van de lijdensweg. Zoiets moet het zijn.
Het is een manier van ensceneren die Mnouchkine heeft ontwikkeld in haar grote vluchtelingenepos van 2003/2004, Le Dernier Caravanserail: met kleine, verrijdbare plateaus (‘hondje’ heet de kleinste variant in de theatertechniek) wordt bijna filmisch gemonteerd. Je kunt kleine scènes snel oprijden en even snel weer wegchangeren. Bovendien kun je complete scènes door toneelknechten langzaam laten ronddraaien, zodat ons uitzicht en onze kijkrichting voortdurend wisselen en veranderen. Het is het type musicalchangement, maar dan in het klein en op zwenkwieltjes.
Zo bouwt Mnouchkine aan een toneelsfeer die haaks staat op wat wordt gezegd. De te vermoorden koning Duncan bijvoorbeeld wordt ontvangen in de siertuin van Lady Macbeth. Zij strooit rozenblaadjes uit voor de oude vorst. Híj ziet daarin een invitatie met een erotische lading. Voor haar is dit het pad naar de dood waar de oude vorst door de society-lady vriendelijk maar beslist heen wordt geleid. Als de moord is gedaan, komen de bebloede Macbeth en zijn geschrokken Lady bij elkaar in een donkere hoek van de paardenstal. Het commentaar op hun doodsangst komt van een zwiepende paardenstaart en wat nerveuze surplace-passen van enkele elegante paardenbenen.
En dan dat andere moment. Macbeth is koning geworden. Zijn strijdmakker Banquo heeft hij zojuist door huurmoordenaars uit de weg laten ruimen. Zijn zoontje Fleance wilde Macbeth ook dood, maar die is ontsnapt. Tijdens het drankovergoten feestmaal verschijnt aan Macbeth, en aan Macbeth alleen, het bloedovergoten lijk van Banquo. Maar hoe speel je zo’n spook? En hoe ensceneer je dat? Hier gaat het zo: de ontsnapte Fleance komt als eerste op, met een kleine kroon van feestpapier op zijn koppie. Hij klopt met zijn kinderknuistje op de toneelvloer. Musicus Jean-Jacques Lemêtre zorgt ervoor dat die vuistjes oorverdovende donder veroorzaken. Uit de rokerige vloer stapt het spook van Banquo naar buiten. Het is de kinderoplossing voor deze scène. Ariane Mnouchkine houdt wel van kinderoplossingen. Ze veroorzaakt daarmee in deze enscenering van Macbeth een huivering van kruin tot tenen.
De voorstelling speelt en suite tot in het voorjaar van 2015. Na de jaarwisseling voegt zich daar langzaam maar zeker een tweede versie van het verhaal tussen, een eigentijdse Macbeth, van huisschrijver Hélène Cixous. Het moge duidelijk zijn: ze bestaan weliswaar vijftig jaar, maar van Théâtre du Soleil zijn we voorlopig nog niet af.
Théâtre du Soleil, speelt Macbeth in Parijs wekelijks op woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag
Beeld: Macbeth, het leven op aarde duidelijk worden (Michèle Laurent).