In het meest recente rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur wordt uitvoerig gesproken over de rol van de media. Zij zouden een cruciale rol gespeeld hebben in de ‘horizontalisering’ van de samenleving, dat wil zeggen in de vorming van een maatschappij waarin gezagsverhoudingen grotendeels weggevallen zijn en mondige burgers deel uitmaken van een ingewikkeld stelsel aan netwerken die tezamen het maatschappelijk krachtenveld uitmaken. De politiek is één van die netwerken, vermoedelijk niet het belangrijkste. In zoverre is de situatie in enkele decennia ingrijpend veranderd. Dit niet in de laatste plaats dankzij diezelfde media. Door hun voortdurende aanwezigheid, brutaliteit en volhardendheid hebben zij ertoe bijgedragen dat politici en andere vooraanstaanden van hun voetstuk zijn gevallen. Vervolgens zorgen zij er door hun permanente aanvoer van informatie voor dat zij daar, op die relatief bescheiden positie, ook blijven. De burger is niet langer ondergeschikt. Elk argument kan gepareerd worden. Elk feit gecontroleerd. De samenleving is een democratische arena waarin min of meer gelijken elkaar met dezelfde wapenen bestrijden, een publieksdemocratie. Mooier, zou je zeggen, kan het niet. Toch is het niet goed. De laatste verkiezingen tonen het weer. Er is veel onvrede, veel wantrouwen. Een belangrijke reden daarvoor is dat politiek, ambtenarij en bedrijfsleven steeds weer verticale verhoudingen nastreven. De macht van de gewoonte. Het resultaat van een achterhaalde structuur. ‘Het verticale politieke bestuur is los komen te staan van de horizontale publieke ruimte’, stelt het rapport, om vervolgens tal van suggesties voor verbetering te doen.
Maar niet alleen de politiek, ook burgers en media kunnen en moeten volgens de Raad voor het Openbaar Bestuur bijdragen aan verbetering. Wat betreft laatstgenoemde is de raad zelfs duidelijk. Media hebben macht, maar nemen niet de daarbij passende verantwoordelijkheid. Zij laten zich meeslepen door kletskoek, hypes en andere nutteloze opwinding. Wat aldus scoort of lijkt te scoren, is maatschappelijk onverantwoord. Zo'n onverantwoordelijkheid kunnen de media zich, gezien hun nieuwe, machtige positie, niet langer permitteren. ‘De code-Tabaksblat voor ondernemingen kan als voorbeeld dienen voor een mediacode’, stelt het rapport. Bedoeld wordt: net als ondernemers moeten media de consequenties trekken uit de positie die ze eerst nagestreefd en vervolgens ook verworven hebben. Rechten (macht) geven plichten (verantwoordelijkheid).
Maar is zo'n code levensvatbaar? Zal ze niet altijd een wassen neus blijven omdat een groot en, wie weet, het meest spraakmakende deel van de media altijd zal proberen elke code te kraken? Gekraakte codes zijn immers bij uitstek nieuws. Meer nog: staat of valt een democratie niet bij gekraakte codes? Is een staatsvorm van aanvaarde codes niet gelijk aan dictatuur?
In de naoorlogse, westerse democratie was er altijd spanning tussen media en macht. Schoolvoorbeeld: Watergate. De spanning neemt echter af als de twee in elkaar doordringen. Dan krijg je vreemde taferelen zoals vorige week in Almere. Want wat zou er gebeurd zijn als er van de stemming in die stad niet zoveel ophef was gemaakt? Zou het nieuws dan niet gewoon zijn geweest dat in een van de grotere steden van Nederland een rechtse partij veel stemmen had gekregen? Almere is immers Nederland niet. Daarmee suggereer ik niet dat het onmogelijk is dat de PVV in juni veel en misschien wel de meeste stemmen haalt. Dat kan best. Ik suggereer dat de verklaring voor zo'n eventuele zege hoogstens gedeeltelijk bij de maatschappelijke situatie (islam, veiligheid en dergelijke) ligt en dat de opwinding bij politici en media bij zo'n uitslag eveneens een rol speelt, misschien wel de belangrijkste. Daardoor zijn de zaken eerst uit hun verband gerukt en is dat verband vervolgens als maatschappelijke werkelijkheid voorgesteld - en dit terwijl een kind kan zien dat een en ander niet strookt. Slechts één op de zeven Nederlanders voelt voor de ideeën van Wilders. Velen van hen kunnen van de ene op de andere dag van mening veranderen. Almere is een bijzondere stad, Wilders is geen revolutionair en dat gezeur over die hoofddoekjes is een onbetekenende propagandastunt. Dergelijke nuchterheden dienen uitgangspunt van analyse te zijn, niet de opwinding over historische keerpunten.
Een belangrijke reden dat nuchtere geluiden nauwelijks klinken is de afwezigheid van tegenwicht. Wat vroeger de media bij de politici deden en nog vroeger politici bij een elite, gebeurt nu hap snap, door iedereen een beetje, maar nergens echt. Niet een code-Tabaksblat voor de media is nodig maar een nieuw maatschappelijk gewicht. Het ligt voor de hand dat een dergelijk gewicht bij de burger komt te liggen, maar aangezien iedereen daartoe behoort, behoort niemand ertoe. Om zich te doen gelden zijn immers organisatie en middelen nodig, media. Wat deze betreft is er slechts één die eventueel mogelijkheden biedt: nieuwe media. Een spannend maar voorlopig vaag vooruitzicht.
Rubriek Media
Macht & spanning
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2010/10
www.groene.nl/2010/10