Niet alleen zijn de afspraken boterzacht en zijn er grote twijfels of ze ongeschonden door het Europees Hof komen. Ook is de verdeeldheid onder de conservatieven groot. Afgelopen zondag maakte kroonprins Boris Johnson bekend voor de Brexit te zullen stemmen. Het belooft een spannende lente te worden.

Ik kan niet verhelen stikjaloers te zijn. De Britten hebben gekregen wat ons altijd is onthouden: de kans om je per referendum uit te spreken over het lidmaatschap van de EU. In het paternalistische Nederland oordeelde het politieke establishment midden jaren negentig dat zelfs de beslissing om de monetaire soevereiniteit op te geven niet belangrijk genoeg was om aan de kiezer voor te leggen. Toen een decennium later diezelfde kiezer een referendum over de Europese grondwet wist af te dwingen, was het dan ook meteen raak: weg ermee. De kans is groot dat 6 april hetzelfde gebeurt met het Oekraïense associatieverdrag.

Mooi, maar ook een prulbeker voor verliezers. De grondwet werd er twee jaar later als Verdrag van Lissabon alsnog doorheen gejast. En het associatieverdrag is door vrijwel alle lidstaten allang geratificeerd. De Europese trein ga je er niet mee tegenhouden. En uitzonderingen voor Nederland kun je op je buik schrijven. Het komt door die vervloekte euro. Het maakt nogal wat uit of je alleen door de interne markt aan de Unie bent gebonden of dat je daarbovenop ook nog een munt met elkaar deelt. In dat laatste geval is het doel van een ‘steeds nauwere unie’ allesbehalve een ‘dead parrot’, zoals Rutte de Kamer vorige week wilde doen geloven. Lees het ‘vijf presidenten’-rapport. Om de monetaire unie te ‘vervolmaken’ is een bankenunie, kapitaalmarktunie, begrotingsunie en uiteindelijk een politieke unie nodig. Was getekend: Jeroen Dijsselbloem. En dan staat ook Rutte’s handtekening eronder.

Ondertussen zijn de reacties op de nakende Brexit illustratief voor het sacrale karakter van de EU. Op de sociale media wemelt het van de grappenmakers die portretjes van Wilders, Johnson en Trump naast elkaar hebben gezet en zich afvragen waarom haarstijl en ‘stupiditeit’ correleren. De Financial Times bestaat het om ‘ons’, verstandige lezers, te waarschuwen dat het Brexit-kamp, ondanks zijn kolderieke populisme, nog lang niet verslagen is. En The Telegraph lanceerde afgelopen maandag zijn eerste karaktermoord: Boris Johnson zou zich met zijn bekentenis tot het Brexit-kamp eens en voor al hebben gediskwalificeerd voor de premiersrol.

De Europese trein houd je er niet mee tegen

Voor het politieke establishment – en daar behoort helaas ook het merendeel van het journaille toe – is de EU de incarnatie van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest ineen. En zoals de godsdienstsociologie leert is kritiek op het sacrale per definitie taboe. En dus doen de argumenten van de critici er niet toe, hoe valide die ook zijn. Neem de volgende passage uit het blog van Michael Grove, minister van Justitie in het kabinet van Cameron, van afgelopen zaterdag waarin hij uitlegt waarom hij voor de Brexit is: ‘Het is moeilijk te overschatten hoezeer de EU politici beperkt om te doen waarvoor ze gekozen zijn. Ik heb altijd twijfels gehad over ons lidmaatschap van de EU, maar mijn ervaringen als minister hebben mij bevestigd in mijn opvatting dat het anders moet. Elke dag krijgt vrijwel iedere minister van zijn ambtenaren te horen: “Ja minister, ik begrijp het, maar ik ben bang dat het indruist tegen EU-regels.” Ik weet het. Mijn collega’s weten het. En het Britse volk behoort het ook te weten: uw regering is uiteindelijk machteloos als het gaat om honderden kwesties die er voor burgers toe doen.’

Het liegt er niet om: machteloos.

Vrede, voorspoed en veiligheid had de EU moeten brengen. Veel burgers zijn van een koude kermis thuisgekomen. Nutsbedrijven zijn geprivatiseerd, de verzorgingsstaat is afgebroken, de onzekerheid is toegenomen, de welvaart gestagneerd, de ongelijkheid gestegen en de zeggenschap verdwenen. Je hoeft maar te kijken naar wie er nu om het hardst waarschuwen voor een Brexit – Moody’s en Fitch namens de beleggers en de bestuursvoorzitters van de vijftig grootste bedrijven namens het Britse bedrijfsleven – om te begrijpen dat alles draait om beleggerspoen.

Ik wens de Britse democratie op 23 juni een eclatante overwinning toe.