In de prachtfilm Network (1976) zal de televisiejournalist Howard Beale (Peter Finch), veteraan in zijn vak, door zijn bazen worden ontslagen. Zijn kijkcijfers vallen tegen. Beale rebelleert openlijk, live op tv, niet alleen tegen zijn network, maar tegen het cynisme van de ganse wereld, dat mensen degradeert tot een economische factor. Hij schreeuwt ’t uit: ‘You’ve got to get mad. You’ve got to say, “I’m a HUMAN BEING, Goddamnit! My life has VALUE!” I want you to get up right now and go to the window. Open it, and stick your head out, and yell “I’M AS MAD AS HELL, AND I’M NOT GOING TO TAKE THIS ANYMORE!”’
Het pamflet van Chris van der Heijden tegen de ‘managerscultuur’ ademt dezelfde woede. Van der Heijdens zelfrespect knakt als hij door een botte politieagent ten onrechte wordt geverbaliseerd, en zijn protesten en formele klachten daarna niets uithalen. Het lijkt, zegt Van der Heijden, de Sovjet-Unie wel. Ik ben een mens, verdorie, niet een klantnummer.
Materiaal genoeg. Van der Heijden is werkzaam in het onderwijs, en heeft zich tegen wil en dank tot managersniveau laten opstuwen. De horrorverhalen over bureaucratisering en ‘bosdagen’ met flapdrol-consultants liggen voor het oprapen. Vroeger maakte één man de roosters van de hele school, en met die man kon je nog eens rustig een sigaretje gaan roken; nu houdt een peloton administratieve krachten zich daarmee bezig, en niemand is aanspreekbaar op een fout of een vergissing. Het systeem is ongenaakbaar en het systeem heeft altijd gelijk. Van der Heijden kan met succes de vergelijking maken met de collectieve boerderijen in de Sovjet-Unie, die volledig in de greep waren van centrale planning die geen enkele relatie had met de werkelijkheid van bodem, klimaat en boerenverstand.
Komt Van der Heijden in zijn rechtvaardige woede verder dan Howard Beale? Hier zien wij een intelligente vijftiger, een veteraan, die de greep op zijn omgeving lijkt te verliezen. Men luistert niet naar hem. Men degradeert hem tot klantnummer. De managerscultuur waarop hij zijn pijlen richt is een ongrijpbaar fenomeen – Van der Heijden moet erkennen dat die cultuur in feite ook in hemzelf zit, en in u en mij. Hij maakt een behartigenswaardige opmerking over de misvatting dat ‘wij Nederlanders’ allemaal individualisten zijn. Wij zijn als de volgelingen van Monty Pythons Brian. Het is juist onze veelgeroemde gemeenschapszin die ons tot schapen maakt. Onze bereidheid tot compromis castreert onze strijdlust.