Een tijdbom springstof aan een oude klok;
de wijzers moeten met geweld weer terug.
Een kleine rugzak vol met dood. Geen rug.
Wel dynamiet. Een middeleeuwse shock.
Tussen de bielzen ligt het dode vlees;
want haat ziet graag de losse lichaamsdelen,
benoemt tot held de grootste criminelen,
wat wordt bevestigd door ons aller vrees.
Het misverstand dat doden niet meer spreken!
Ze zeggen meer ook wat we niet graag horen.
Ze vragen luid: waar bleef je in gebreke.
Het antwoord ligt ontbonden in factoren:
met lijken dwingt men af ook hier te leven,
want hier bestaan, lijkt daar een doodlijk streven.