
Grindpaden en rozenstruiken. De geur van lavendel en vers gemaaid gras. Straten zijn hier lanen met namen als Zomerzorger en Hartenlust. Er staan Audi’s van het type A8, bmw’s, Volvo’s (XC90, stationwagens), heel veel Mini-Coopers en een enkel Peugeootje dat dient als boodschappenwagen. De villa’s, half verscholen achter hoge heggen, heten Beukenoord en ’t Landhuys. Op de witte grindpaden staan groene klikobakken kaarsrecht tegen de muur geparkeerd, alsof het zo is afgesproken met de hele buurt. In de dorpskern, een half straatje lang, is een Medisch Centrum, alleen voor plastische chirurgie en dermatologie. Iets verderop is de poelier gevestigd, sinds 1934.
Hier in Bloemendaal is het leven gemoedelijk, er wordt nog gegroet op straat, met twee woorden – ‘Goedendag mevrouw’ – én een glimlach. De fietsenmaker neemt nog de tijd om je banden gratis op te blazen. Je krijgt er een paar anekdotes over het dorp bij.
Hoe anders gaat het eraan toe in de raadzaal van het gemeentehuis, zo’n kwartier lopen vanaf de gemoedelijke dorpskern. Daar moeten de politici elkaar niet; dat levert zulke dialogen op:
De burgemeester: ‘Waar gaat dit over?!’
Het raadslid: ‘U moet zich diep schamen!’
De burgemeester: ‘U stelt iedere integriteit aan de orde, ook die van mij. Maar de enige integriteit die volgens de rechter niet deugde was die van u.’
Het raadslid: ‘U bent aangesteld om te verbinden, daar zie ik niets van terug.’
De burgemeester: ‘Jammer voor u, ach…’
Een ander raadslid: ‘Ik ben hier een beetje klaar mee.’
De burgemeester is Bernt Schneiders. Hij werd oktober vorig jaar waarnemer nadat de vorige waarnemer, Aaltje Emmens-Knol, teleurgesteld en bitter was opgestapt. Zij was weer de vervanger van burgemeester Ruud Nederveen, die in januari 2015 min of meer gedwongen vertrok, flink wat illusies armer.
Het raadslid is Marielys Roos van Hart voor Bloemendaal, een eenmansfractie die zich twee maanden na de verkiezingen in 2014 afsplitste van Liberaal Bloemendaal, ooit opgericht door een ontevreden vvd’er. Roos isoleert zich van de gemeenteraad. Ze komt niet naar borrels en reageert in debatten stekelig op alles en iedereen.
Als ze spreekt in de raadzaal, staat er op twee grote schermen een klok. ‘00:11:31 aan technische spreektijd, Hart voor Bloemendaal’. Die teller is ingevoerd door een vorige burgemeester in de hoop de debatten iets te beteugelen. Elke partij heeft nu volgens een ingewikkelde berekening recht op een bepaalde hoeveelheid spreektijd. Het cda krijgt bijvoorbeeld 00:13:48, de vvd 00:20:37. Ondanks deze beperking vergadert de raad geregeld tot middernacht.
Roos is duidelijk ontevreden over haar hoeveelheid tijd en weigert daarom antwoord te geven op vragen van d66. Ze wil speeltoestellen in de Linnaeushof die hoger zijn dan dertien meter verbieden. Haar voorstel staat op papier en is duidelijk genoeg, vindt ze, en netjes antwoord geven op de gestelde vragen gaat allemaal van haar kostbare spreektijd af. Bovendien: ‘Ik ga er vanuit dat dit voorstel toch niet wordt gesteund. Ik zit hier altijd voor Piet Snot.’
Wie in de raadsarchieven kijkt naar de debatten ziet Roos door de jaren heen verstarren. Haar betogen eindigen steevast met ‘dit is een wethouder onwaardig’, ‘ik baal hier ongelooflijk van’, ‘dit neem ik zeer hoog op’ of ‘doet u dit de burger echt aan?’ Bij de laatste vergadering voor de vakantie sneerde ze fijntjes naar de waarnemend burgemeester: ‘We zitten in de raadzaal, helaas niet in de rechtszaal.’ Ze strijdt of het dorp achter haar spreekgestoelte in brand staat.
De gemeente ligt er ondertussen vredig bij. Rond de tien procent van de huishoudens valt volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek onder het kopje ‘miljonair’. Bloemendaal staat in de top-drie van rijkste gemeenten. Van de scholieren gaat 38 procent naar het vwo (dat is landelijk gemiddeld twintig procent). Er is nauwelijks, eigenlijk geen laaggeletterdheid, de werkloosheid ligt ver onder het landelijk gemiddelde. De inwoner is tevreden en geeft Bloemendaal een 8,2 als rapportcijfer.
Toch zie je niets van die tevredenheid terug in het vernieuwde gemeentehuis aan de Bloemendaalseweg. Dat werd overigens voor één miljoen euro minder gebouwd dan was begroot, een prestatie op zich. Schouderklopjes worden in de Bloemendaalse politiek echter niet uitgedeeld. ‘Het college had een beetje mazzel vanwege de crisis’, wordt erover gezegd.
In Bloemendaal regeert niet de boze burger. Het is de boze politicus die de toon zet. De tevreden burger kijkt meewarig naar het schouwspel in het gemeentehuis. Hoe dat kan? Aan de telefoon klinkt Marielys Roos uitermate vriendelijk. Ze vindt het ‘vreselijk’ hoe het er in de raadzaal meestal aan toe gaat. ‘In de politiek moet je een olifantshuid hebben. Dat is niet erg. Je mag een beetje pesten, maar daarna moet je wel naar oplossingen zoeken. Dat is hier onmogelijk.’ Of ik langs kan komen voor een interview? ‘Nee, o, nee. Alles wat ik zeg wordt tegen me gebruikt.’
Het raadslid kreeg eind mei een voorwaardelijke werkstraf van zestig uur wegens het openbaren van geheime stukken. Die uitspraak, waartegen ze in hoger beroep gaat, is het zoveelste hoofdstuk uit de kroniek van Elswoutshoek (in de volksmond ‘ewh’). Talloze debatten zijn gevoerd. Talloze rapporten geschreven. In deze sage komen veel juristen voor, consultants, procesmanagers, rechters en ook de nationale ombudsman. Adviseurs hebben tonnen verdiend aan dat ene landgoed.
Het begon allemaal in 2009. De broers Hans en Rob Slewe kochten het mooie landgoed Elswoutshoek, om daar met hun gezinnen te wonen. Er moest eerst wel het een en ander worden ver- en gebouwd. Het vervallen landhuis, een villa met ernstige lekkages, diende te worden gerenoveerd. Ze leken goed zaken te kunnen doen met de gemeente.
Tot ze verdronken in de carrousel van vergunningen. Het dak lekte waardoor de rest van de villa schade opliep – toch kwam er maar geen toestemming om te renoveren. Elke keer weer moesten andere vergunningen worden aangevraagd. Het gevolg: de broers raakten gefrustreerd, de ambtenaren vonden hen te ongeduldig. De broers hadden, op instigatie van een ambtenaar, voor ruim een ton een adviseur ingehuurd die een plan maakte om het ernstig verwaarloosde landgoed nieuw leven in te blazen. Ook zou een oude paardenbak in ere worden hersteld. De welstandscommissie juichte alle plannen toe, de gemeente zette er echter een streep door.
De broers gingen naar de rechter, wonnen eerst, maar in hoger beroep werd besloten dat de paardenbak er toch niet mocht komen. Het vreemde is: op het naburige landgoed Vaart en Duin mocht wél een paardenbak worden gebouwd.
Het is sindsdien oorlog tussen de gemeente en de broers Slewe. Vrijwel alles werd en wordt een slepende kwestie, van het bouwen van een schuur tot het kappen van een verwaarloosd stukje bos. Typerend voor de sfeer: een ambtenaar constateerde dat mogelijk zand was gestort op het landgoed Elswoutshoek – op de plaats waar de verboden paardenbak had moeten komen. Rob Slewe was op vakantie maar moest van de gemeente stante pede terugkomen (de dwangsom bedroeg vijftigduizend euro) zodat de gemeente diepgravend onderzoek naar de kwestie kon doen. Er was geen zand te vinden.
Alle onafhankelijke onderzoeken wezen uit: de relatie tussen de familie Slewe en de gemeente is ernstig verstoord. De nationale ombudsman concludeerde in 2013 en 2014 dat de broers ‘geen goede naam’ hebben op de burelen van het gemeentehuis. Daardoor werden ze vooringenomen en partijdig behandeld, al droegen de broers zelf ook bij aan de slechte verhoudingen.
Augustus 2014 veranderde de oorlog in een moeras waar alle betrokkenen in werden gezogen. De nieuwe wethouder Marjolein de Rooij (GroenLinks) stelde dat ze zich rot was geschrokken toen ze zich verdiepte in het dossier Elswoutshoek. Ze onthulde dat de broers 79 klachten hadden ingediend tegen de gemeente en 47 wob-verzoeken. Ambtenaren zouden zijn bestookt met ‘mails en telefoontjes waarin werd gevloekt, geschreeuwd, gedreigd en respectloze taal werd uitgeslagen’.
De broers deden aangifte tegen het college wegens smaad en laster, de raad wilde de achterliggende stukken zien. Die werden ineens geheim verklaard. De pvda en Liberaal Bloemendaal stapten naar de rechter, en kregen ongelijk, de stukken bleven geheim. Raadsleden die erom vroegen kregen overigens wel de stukken toegestuurd, met de dwingende boodschap dat ze geheim moesten blijven.
Marielys Roos bewaarde de documenten in een dichte envelop. Ze opende deze pas weken later, onder toezicht van een notaris en alle lokale media, in het Overveense restaurant Loetje – bekend vanwege de hoge kwaliteit biefstukken. Wethouder De Rooij was ook welkom, maar ze bedankte voor de eer. ‘Het is raar om een veganist uit te nodigen in een biefstukkenrestaurant.’
Kort daarna, in januari 2015, stapte burgemeester Ruud Nederveen (vvd) op. Samen met wethouder Marjolein de Rooij. De gemeente had illegaal gesprekken opgenomen tussen ambtenaren en de broers. Bovendien was het aantal wob-verzoeken en klachten fors lager dan de wethouder eerder suggereerde. Belangrijker nog: de ambtenaren zijn nooit fysiek bedreigd, ze ‘voelden’ zich bedreigd. Schreeuwpartijen werden nooit aangetoond, ook niet in het geheime dossier.
‘Dit is het voorbeeld van hoe macht kan corrumperen’, zegt Rob Slewe. ‘We vechten tegen de elite die het hier voor het zeggen heeft.’ Volgens hem toont de zaak-Elswoutshoek aan ‘hoe verrot’ de bestuurscultuur is.
Geheime stukken, afluisterpraktijken en de ene na de andere rechterlijke procedure; wie niet beter weet zou denken dat we het hier hebben over een schandaal van Watergate-achtige proporties. Maar we schrijven nog steeds over een landgoed in Bloemendaal – een gemeente met 22.000 inwoners. Elswoutshoek zette jarenlang de explosieve toon (in 2015 vertrokken twee burgemeesters en drie wethouders), maar nog steeds is de sfeer in het gemeentehuis om te snijden.
Het teleurgestelde pvda-raadslid Thera Wolfs omschreef het gevoel het best met een vraag: ‘Waarom is het zo moeilijk volwassen met elkaar om te gaan in de raad?’ Dat waren haar laatste woorden in de raadzaal. Na dertien jaar keerde ze dit jaar de Bloemendaalse politiek definitief de rug toe.

Het antwoord wordt vaak gegeven met een priemende vinger richting Marielys Roos. Zij zou zijn geradicaliseerd door de kwestie-Slewe. Dat antwoord is te makkelijk. Ze toonde aan, zij het wat eigenzinnig, dat burgemeester en wethouder belastende fouten maakten in het dossier Elswoutshoek. Bovendien vertrok de laatste burgemeester, Aaltje Emmens-Knol (pvda), niet om deze kwestie. Zij zag het niet meer zitten na een debat over onder meer sociale woningbouw en de mogelijke opvang van zestig vluchtelingen, verspreid over twee locaties. Daarin ging het zo:
Raadslid Leonard Heukels: ‘Mag ik uitpraten!’
De burgemeester wijst hem op de lengte van zijn spreektijd.
Heukels: ‘Bij anderen zegt u dat niet, bij mij wel.’
De burgemeester even later tegen een onverstaanbaar brommend raadslid: ‘U kunt wel meer niet willen.’
Heukels tegen de wethouder: ‘Hier zakt mijn broek van af.’
Wethouder Jur Botter (d66): ‘Dan moet u een nieuwe riem kopen met een extra gaatje.’
De burgemeester: ‘Ik vind dit geen prettige manier van discussiëren.’
Even later had de burgemeester een mededeling voor de raad. Ze nam ontslag. ‘Ik kan helemaal niets voor u betekenen’, zei ze vechtend tegen haar tranen. En weg was Emmens-Knol, die juist door de commissaris van de koning Johan Remkes in Bloemendaal was neergezet om de boel te redden. Hij was op z’n zachtst gezegd not amused over het vertrek van de waarnemer. Remkes bromde en dreigde Bloemendaal op te heffen door een fusie af te dwingen met Heemstede, de buurgemeente waar onlangs een wethouder opstapte na een hoog oplopende ruzie over een supermarkt.
Eind mei bezocht Remkes de raad van Bloemendaal. ‘Ik zie dat het beter gaat, maar ben er nog niet uit’, zei hij over een mogelijke gemeentelijke herindeling. Of de raad bang is? vvd-fractievoorzitter Martijn Bolkestein: ‘Johan Remkes is überhaupt iemand die heel veel indruk maakt.’
Kijk, dat hoort Remkes graag. In het provinciehuis te Haarlem licht hij zijn actie toe. Remkes zit bijna veertig jaar in het openbaar bestuur, als raadslid, gedeputeerde, Kamerlid, minister en nu commissaris van de koning. Hij heeft na al die jaren een goede neus voor problemen ontwikkeld. ‘Bij een bezoek aan een gemeenteraad weet ik binnen vijf minuten of er hommeles is.’
Vorig jaar trad in Nederland een record aantal burgemeesters van elf af, meestal wegens een verziekte bestuurscultuur. ‘We leven in een gepolariseerde samenleving’, stelt Remkes, ‘waarin dingen makkelijk worden geroepen, soms te makkelijk. Naar mijn smaak wordt daarbij iets te snel naar iemands integriteit verwezen.’ Hij ziet gemeenten met dertien tot veertien fracties die elkaar de tent uit vechten. ‘De zittingsduur van politici is, ook provinciaal en landelijk, drastisch teruggelopen. Daardoor kennen raadsleden de do’s en don’ts niet en vergeten ze bijvoorbeeld dat ze werkgever van de burgemeester zijn – en dat er dus ook nog zoiets bestaat als goed werkgeverschap.’
Zo ontstaan vaak onwerkbare situaties binnen de gemeente – het lokale bestuur wordt dan een snelkookpan die niet meer afkoelt. De raad moet het met elkaar doen tot het bittere einde, want in gemeenten zijn tussentijdse verkiezingen onmogelijk. Vandaar dat Remkes een vurig voorstander is van het ontbinden van de raad en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen – net zoals landelijk gebeurt als een kabinet valt.
Behalve dreigen met het opheffen van gemeenten – wat overigens eerst door het parlement moet worden goedgekeurd – kan de commissaris eigenlijk weinig doen. Hoewel, ‘ik heb nog wel een instrument’, zegt Remkes. ‘Ik zou de minister kunnen vragen een regeringscommissaris te sturen.’ Dat betekent: de gemeente onder curatele stellen. ‘Dat gebeurde voor het laatst in 1951, in Finsterwolde’, zegt Remkes met pretoogjes. In de raad van Finsterwolde, toen en nu een van de armste plekken in Nederland, zetelde een communistische meerderheid. Dat was politiek Den Haag een doorn in het oog.
Maar het is niet makkelijk om een gemeenteraad onder curatele te stellen. Er moet volgens de grondwet namelijk sprake zijn van grove verwaarlozing. En dat is nou net niet het geval in Bloemendaal. De gemeente staat er bovengemiddeld goed voor. De financiële situatie is beter dan alleen maar in orde, de voorzieningen zijn beter dan gemiddeld en de gemeentelijke diensten functioneren uitstekend. ‘Het college van burgemeester en wethouders doet het prima’, zegt Remkes. ‘De verharding zit in de raad, daar gaat men soms rollebollend door de zaal. Daar komt bij dat, hoe zou ik het voorzichtig zeggen, het respect voor de burgemeester niet automatisch aanwezig is.’
Een jaar geleden, op 6 juli, was dat een van de conclusies van een vernietigend rapport over de Bloemendaalse bestuurscultuur. Het was geschreven door: Aaltje Emmens-Knol, de waarnemend burgemeester die enkele maanden later zelf in de politiek explosieve fuik zwom en vertrok. Het onderzoek werd uitgevoerd door een paar consultants die onder meer met (oud-)bestuurders spraken. Anoniem.
De oud-burgemeester: ‘Je wordt hier gek gemaakt, hier hou je het niet lang vol.’
De oud-wethouder: ‘Ik zet acties uit om te overleven.’
Een raadslid: ‘Je hoort vaak: ha, hiermee kunnen we de wethouder laten vallen.’
Nog een raadslid: ‘Elk raadslid denkt hier over de burgemeester en wethouders: dat baantje van jou, dat doe ik zo.’
De oud-burgemeester: ‘Binnen de raad is het de gewoonte burgemeesters weg te pesten.’
Bij lezing van het rapport doemt een beeld op van een dorp waar de vvd sinds jaar en dag heer en meester is. Waar de raad niet goed functioneert en de omgangsvormen ruw zijn. ‘Er is een cultuur van grote assertiviteit en de eigen wil doordrijven. Ambtenaren zijn bang voor het maken van fouten.’ En: ‘De rechter wordt belangrijker gevonden dan het openbare bestuur.’
Procederen is al jaren een traditie. Daar weet Leonard Heukels alles van. Toen hij eind jaren negentig de partij Liberaal Bloemendaal oprichtte, werd hij door de vvd meteen voor de Raad van State gedaagd. De eiser wilde dat Heukels’ partij niet meedeed met de verkiezingen, het lokale vvd-blad heette Liberaal Bloemendaal en dat zou alleen maar tot verwarring leiden bij de kiezer.
‘Het tekent de regenteske houding van de vvd hier’, zegt de advocaat Heukels in zijn kantoor in Haarlem. De Raad van State wees de eis af. Liberaal Bloemendaal haalde in één klap drie zetels, en de vvd halveerde. Weg was de macht, althans, zo lijkt het. ‘Je wordt in Bloemendaal nogal snel weggezet als oproerkraaier.’ Zijn collega-raadslid Fred Wehrmeijer: ‘Als het bestuur nou gewoon eens naar de burger zou luisteren.’
Natuurlijk, geven beiden toe, in Bloemendaal is die burger mondiger dan in een andere stad. Heukels: ‘Als men hier een tuin wil aanleggen trekt men sneller een blik architecten, juristen en notarissen open.’ Hier zijn de burgers in staat ingewikkelde bestemmingsplannen te ontcijferen. Wehrmeijer: ‘Wij willen juist minder procedures. Bestuurders moeten gewoon luisteren naar mensen als ze vinden dat het anders kan.’
Heukels, al bijna twintig jaar politiek actief, zegt dat zijn partij is opgericht om weer te verdwijnen, ‘als de andere partijen luisteren naar de burger’. In de raad zit Heukels er niet bepaald bij als iemand die wil verdwijnen. Of het nu om straatnamen gaat of om een paar bomen, hij zit er steeds bovenop, kritisch en geregeld fel. ‘Ach, zo erg is het nou ook allemaal niet. Na afloop van een debat drinken we vaak nog een borreltje.’
Dat is precies waar burgemeester Emmens-Knol zo kritisch over was in haar rapport. ‘De harde en kille strijd wordt in stand gehouden door een familiaire cultuur. We regelen het wel even samen met een goed glas wijn.’ Dat riekt snel naar cliëntelisme. In Bloemendaal zou de vvd regeren, samen met de bestuurders (‘De Heren’) van de hockeyclub, de rotary en de vrijmetselaars. Ik heb weken gezocht naar de Bloemendaalse broederschap en kwam uiteindelijk uit bij Gerard Metselaar. Hij is van d66 en draagt een oude familienaam. ‘Ach ja, dat rapport’, zegt hij, ‘dat had maar één doel: de commissaris wilde een reden hebben om Bloemendaal op te heffen, daar hebben de consultants zich goed aan gehouden.’
Veel landelijke kranten hadden echter de conclusie al getrokken: in Bloemendaal had een geheimzinnige schaduwmacht het voor het zeggen. ‘Klassenhaat’, volgens Meindert Fennema. ‘Eigenlijk heeft iedereen, ook de media, een hekel aan het rijke Bloemendaal.’ De landelijk bekende politicoloog die boeken schreef over Geert Wilders (De tovenaarsleerling) en Hans Janmaat woont al jaren in het dorp Aerdenhout, dat onder Bloemendaal valt. Lokaal staat hij vooral bekend als prominent GroenLinkser en provocateur. Hij zetelde een paar maanden in de raad en hield een maidenspeech waarbij een wethouder woedend wegliep.
De emeritus hoogleraar wilde het opnemen voor wethouder en partijgenoot De Rooij, zegt hij in zijn vrijstaande cottage (‘oud en aangetrouwd geld’). ‘Ze was weggepest als een hond, daar ben ik emotioneel, ja, zwaar van onder de indruk.’ Even later: ‘Oké, ik hou ook wel van een beetje provoceren.’ Fennema wil vooral opkomen voor de ambtenaar, die ‘een tiende krijgt van wat een gemiddelde Bloemendaler verdient’. Die ambtenaar staat in Bloemendaal onder grote spanning; een foutje kan al snel een rechterlijke procedure worden en de gemeente tonnen kosten. De reden voor die procedures is eigenlijk simpel: in de gemeente staat vrijwel elk grassprietje vast in bestemmingsplannen. ‘In de gemeenteraad zitten mensen die de schaapjes op het droge hebben. Ze willen niet de hele dag golfen. Ze denken: ik wil nog wat doen. Ze staan er tamelijk relaxt in, maar zijn wel ongelooflijk eigenwijs. De vvd is hier GroenRechts: de partij is tegen bouwen en projectontwikkelaars.’
Wim de Gelder (GroenLinks) was politicus in het Rotterdamse IJsselmonde, een van de armste wijken van Nederland, waar kinderen zonder ontbijt naar school gingen. Tot hij plots burgemeester werd van het puissant rijke Bloemendaal. Hij verving Liesbeth Snoeck-Schuller (vvd) die voortijdig haar ambtsketting aan de wilgen hing met de woorden: ‘Ik kan hier ook nooit eens wat zeggen.’ De Gelder blikt juist terug op ‘het leukste baantje van zijn leven’.
Maar wennen was het wel. Een van zijn eerste huisbezoekjes was in een enorme villa in Aerdenhout, met een tuin van twaalf hectare. De bewoners maakten zich zorgen, in de gemeente zijn nauwelijks starterswoningen, waar moesten hun kinderen naartoe? ‘Nou, daar’, grapte de nieuwe burgemeester, wijzend naar een plek waar net een reetje liep. ‘Daar kunnen we een gebouwtje neerzetten met vier verdiepingen.’ Grap of niet, de bewoners schrokken zich kapot. ‘Er is een angstcultuur en een alles overheersend gevoel, een dogma, dat er niets mag veranderen.’ Dat is het grootste probleem in Bloemendaal volgens De Gelder, die in 2008 vreedzaam uit het dorp vertrok, waarmee hij de laatste was die zonder problemen afscheid nam.
Conservatief of behoudend, fractieleider Martijn Bolkestein spreekt liever van een ‘conserverend’ beleid. ‘Onze gemeente moet haar eigen karakter behouden. Voor extra woningbouw is bijvoorbeeld Haarlem geschikter en dat wil die gemeente ook graag.’
Hij is relatief nieuw, en sinds 2015 fractieleider van de vvd. ‘Nee, ik zit niet op hockey of bij de rotary’, zegt hij. ‘En de vvd maakt al lang niet meer de dienst uit, we hebben nog maar vijf zetels.’ De sfeer in de raad noemt hij ‘ongezellig’, volgens hem is dat vooral te wijten aan doorgeslagen micromanagement. Soms wordt er drie keer vergaderd over een schuurtje dat negentig centimeter opgeschoven moet worden.
cda-raadslid en nestor André Burger schaamt zich voor de Bloemendaalse politiek. ‘Ik zit er soms bij en denk: hoe is dit mogelijk? Er zijn geen grote problemen, misschien is dat het probleem. We vergaderen over heggen en toiletvoorzieningen bij volkstuinen. Die zaken lopen vaak hoog op en dan wordt al snel een advocaat uit de kast getrokken.’
Bernt Schneiders, scheidend burgemeester van Haarlem, is nu de waarnemer in het dorp, tot februari. Hij is Bloemendaals laatste kans, waarschuwt Remkes. Een half uur voor de raad op dinsdag vergadert, komt hij binnen. Hij werpt een blik op de agenda en gaat op zoek naar de Bloemendaalse ambtsketen. ‘De agenda is hier veel kleiner dan in Haarlem’, zegt hij. ‘Er zijn weinig problemen, maar de politieke arena is heftig en het is hier allemaal wat juridischer.’
In tegenstelling tot zijn voorgangers huurde hij geen dure consultants in om een rapport te schrijven over de bestuurscultuur. Twee A4’tjes heeft hij nodig, zegt hij, om de problemen zelf te beschrijven. Bestuurlijk is het een en ander veranderd, zegt hij, op het gemeentehuis waait een frisse wind. ‘Ook het probleem in de raad lijkt overbrugbaar, hoewel de vergaderingen soms verre van harmonieus verlopen.’
Hij noemt Marielys Roos, het raadslid met wie hij enkele weken geleden zelf bekvechtend door de raadzaal ging. ‘Wat ik echt gek vind is dat een raadslid mag blijven zitten als ze een misdrijf pleegt. Ze is nota bene veroordeeld door de rechter. Het openbaren van geheime documenten is een ambtsmisdrijf. Als een ambtenaar zoiets doet, dan wordt-ie ontslagen.’
Schneiders, scheidend voorzitter van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, ontwaart een landelijk verschijnsel: ‘In Bloemendaal, en in meer steden, zit het type politicus dat alleen maar gelooft in het eigen gelijk, dat pretendeert de enige echte volksvertegenwoordiger te zijn, dat alleen kan zenden en compromisloos is.’ Hij ziet een trend. ‘Kijk maar naar de Brexit. Bloemendaal moet met deze politicus leren leven, net als meer gemeenten in Nederland. Dat geeft vervelende problemen in raden, maar het zijn overkomelijke stijlverschillen.’
Beeld: (1) ‘In de gemeenteraad zitten mensen die de schaapjes op het droge hebben’ (Rink Hof / HH); (2) Bloemendaal, augustus 2015. Aaltje Emmens-Knol en Ruud Nederveen, beiden vertrokken als burgemeester (Rink Hof / HH)