Met onbeperkte internationale concurrentie als uitgangspunt en een verbod op het boycotten van bedrijven, zoals gebeurde bij Shell ten tijde van de apartheid. Handig voor multinationals. Vooralsnog zonder vervelende bijkomstigheden als verplichtingen op milieu- of werkgelegenheidsgebied. Het Mai wordt het paradepaardje van de Oeso. Met Nederland als mede-ondertekenaar, samen met alle andere EU-landen, de Verenigde Staten en Canada. Van de Oeso zijn geen ontwikkelingslanden lid.
Op 2 juli ging er een open brief van de anti-Mai-lobby ‘Mai niet gezien!’ naar het ministerie van Economische Zaken. Met het verzoek het Mai in de openbaarheid te brengen en ter discussie te stellen. Vijf dagen later weet de persvoorlichter van Economische Zaken nog van niets: ‘Wacht, dat schrijf ik even op: 2 juli, open brief.’ Zit het erin dat er binnen vier weken een reactie komt op de brief, zoals ‘Mai niet gezien!’ verzoekt? ‘Och, ik weet niet of er een speciale noodzaak is om dat zo snel te doen. Zij zullen ook wel op vakantie gaan.’
‘Mai niet gezien!’ is niet verbaasd over deze reactie. Wel weer teleurgesteld: ‘Zo gaat het steeds. Economische Zaken geeft geen informatie. Het ministerie stelt dat het om informele besprekingen zou gaan, maar het zijn wel officiële onderhandelingsdelegaties die er aan deelnemen. Eind oktober is er waarschijnlijk weer een ministeriële conferentie. Dan lopen we het risico dat de Mai-onderhandelingen een stuk verder gevorderd zijn. Voor een zinvolle discussie is het dan te laat.’