
Voordat Evelyn Taocheng Wang naar Europa kwam, eerst naar Frankfurt en toen naar Amsterdam voor een verblijf aan De Ateliers (2012-2014), volgde ze in China een traditionele opleiding tot schilder. Het ambacht schilderen, gestoeld op een hoog ontwikkelde oog-handcoördinatie waar niet veel bij nagedacht, laat staan gevoeld hoeft te worden. Voor dat gevoel kwam Wang (1981) naar Europa, maar de techniek nam ze met zich mee. Bij haar nominatie voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2016 (die ze won) werd ze geïnterviewd door Kunstuur, maar ze was ontevreden met het eindresultaat. Het televisieformat deed geen recht aan haar complexe verhaal en dus deed ze wat ze kundig beheerst: ze maakte een kopie.
Beide interviews draaien nu op haar eerste museale solotentoonstelling, in De Hallen Haarlem. In het depot van het Frans Hals Museum, tussen de schilderijen, vertelt ze over haar fascinatie voor lichamen in de kunst. De Gouden Eeuw verbeeldde naakt op een manier die ondenkbaar zou zijn in China. Waar daar hoogstens kleine lichamen verstopt zitten in een reusachtig landschap is het naakt op deze doeken alledaags. Ondertussen dartelt een gespierde man in string voortdurend om Wang en haar interviewers heen. Zij vragen haar waarom dat zo is. O, legt Wang uit, zijn lichaam is de fantasie van deze tijd en deel van de realiteit. Het leek haar logisch voor deze rondleiding een ‘beeld’ van het nu mee te nemen.
Voor een installatie in het museum verdiepte Wang zich in Nederlands erfgoed en kunstgeschiedenis. Bergen ‘tulpenkussens’ op de grond volgen de lijnen van een begijnhof. Op vellen rijstpapier aan de wanden geeft Wang het leven van de begijnen een ‘Chinese’ dimensie door ze te plaatsen in een verticaal landschap. Een kerstboom wordt uitgerekt tot een naaldbos, een schaduw tot een bergpartij en historische figuren spreken het onbeholpen Chinglish. ‘Piet Mondriaan’s wife told him: “You are too sober. I am going to take shower now.”’ De tekeningen dragen allemaal een rode zegel met een schildpad en een motto: Move.
De tekeningen zijn prachtig en vol humor, maar door verwijzingen naar een al te ver en Hollands verleden ook minder urgent dan eerder werk. Zo ging Wang eens vier maanden aan de slag in een Chinese massagesalon in Amsterdam. De tekeningen uit die tijd vertellen verhalen over verwachtingen en macht met details over anonieme intimiteit. De aanrakingen tussen kunstenaar en klant waren huiveringwekkend en dan wist ik, op het moment dat ik de serie zag, nog niet eens dat Wang geboren is als man. En dat dus niet alleen de grillen van de klant, maar ook haar eigen lichaam als een tijdbom in de salon verbleef.
Iets van die spanning weerklinkt in de tentoonstelling in de raadselachtige, allegorische video Dusk waarin Wang door het hofje van het Frans Hals Museum wandelt. Het leven van de begijnen doet haar denken aan het benauwde bestaan in China. In een melancholische tekst vergelijkt ze maïskorrels met de ogen van de jeugd, steeds geler groeiend naar een mooie toekomst. Wang, nu gekleed in kanten lingerie, deelt aan een groep jongeren in het hofje maïskolven uit. Dan zien we een tekening van een maïskolf en een paar losse korrels in beeld. Met de tekst: ‘You can being beautiful, but never can being sexy, cause you’re so “collective”.’
Evelyn Taocheng Wang, Allegory of Transience,_ t/m 7 mei, De Hallen Haarlem. Op 24 maart 19.30 uur de performance_ Idle Chatter, onderdeel van de Haarlemse Lente; dehallen.nl